sen zelf de opvatting terrein, dat archivarissen maar weinig hebben toe te voegen aan de wisdom of the crowd en dat de niet de documentatie, maar de organisatie van het proces van sociale kennisproductie hun belangrijkste taak is. Veel web sites van archiefbeherende instellingen verraden een gebrek aan input van archi- vistische expertise. Met deze geringschattende houding ten opzichte van hun eigen expertise lijken archivarissen zichzelf en hun professie onrecht te doen. Ze zijn immers experts op het gebied van informatie die door werkprocessen wordt gegenereerd en aan die werkprocessen is gebonden. Op basis van de binding van archief aan ontstaans-, beheer- en gebruiksprocessen kunnen ze de betekenis, de betrouwbaarheid en de relatieve bewijs- en herinneringswaarde van archief beoordelen. Die expertise kunnen ze inzetten om het gebruiksplezier van archief gebruikers te verhogen, maar ook en vooral om de interpretatieruimte te vergro ten die deze gebruikers hebben in hun omgang met dit relatief complexe bronnenmateriaal en het kritische gebruik te bevorderen van archieven als bronnen van kennis en als instrumenten waarmee macht wordt uitgeoefend over de herinnering Ze kunnen aan hen de middelen verschaffen waarmee gebruikers in hun eigen behoeften en die van anderen aan betrouwbare informatie kunnen voorzien, doelgericht en efficiënt hun werk kunnen doen, bewijs kunnen leveren en ontvangen van gedane transacties, rekenschap kunnen vragen en afleggen voor activiteiten waarvoor die rekenschap gevraagd en afgelegd moet worden, zich op basis van een gedeeld verleden met mensen van vroeger en nu kunnen identifi ceren en actuele en historische bronnen in zo groot mogelijke vrijheid kunnen interpreteren en laten interpreteren. De expertise van archivarissen moet natuurlijk ook in digitale archiveringssyste men en op het internet zichtbaar zijn. Ook daar moeten archivarissen de gebrui ker een bruikbaar en betrouwbaar interpretatie-instrumentarium verschaffen. Ook daar moeten ze hun onmisbaarheid als contextspecialisten en gespecialiseer de bronnencritici, als kennis- en cultuurproducenten bewijzen. Ze moeten profes sionele onderzoekers en het algemene publiek leren sceptische gebruikers te zijn van digitale informatie en digitale bronnen. Ze moeten hen leren die digitale bronnen, zoals Nesmith het uitdrukt, te benaderen met een vragende houding over hoe ze werden gegenereerd, waarom ze bewaard zijn gebleven en hoe ze zouden kunnen worden geïnterpreteerd.19 De exclusieve expertise van archivarissen is niet meer in de eerste plaats gelegen in de kennis die ze hebben van de archieven, maar in hun kennis van specifieke archivistische methoden en technieken. Beroepsprofielen en de grenzen van de professie Archivarissen zijn experts die op basis van de archiefwetenschap gegronde uit spraken kunnen doen over archief. Daarmee is nog niets gezegd over het beroeps profiel van archivarissen, over hun zelfbeeld en hun imago in de buitenwereld, over hun professionele identiteit. De afgelopen decennia hebben archivarissen over hun professionele identiteit regelmatig het hoofd gebroken. De discussie hierover werd gestimuleerd door de herprofilering van de archiefopleidingen. In 1991 beschreef Fred Verbeek van het PROFESSIONALISERING Nesmith, 37. 314

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 316