bedrijfsleven als bij de overheid. Het was in het bedrijfsleven dat in ons land de eerste Chief Information Officers (CIO's) verschenen, maar ook bij de overheid vindt die functionaris nu ingang. De aanzet daartoe werd gegeven door een geza menlijk advies van de Raad voor Cultuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur in 2008.35 Daarin wezen zij op het grote belang van een goede overheidsinforma tiehuishouding voor goed bestuur en voor het naar behoren functioneren van de rechtsstaat. In hun advies pleitten de Raden voor een hogere status van informa tie zowel bij de politiek als op alle ambtelijke niveaus en drongen zij aan op de aanstelling van een Chief Information Officer (CIO) bij de rijksoverheid.36 In een reactie op dit advies creëerde het kabinet nog datzelfde jaar de functies CIO Rijk en CIO voor elk ministerie. Deze CIO is onder meer verantwoordelijk voor de departementale strategie voor informatievoorziening en ICT en moet de toepas sing van rijksbrede kaders bewaken.37Ook op gemeentelijk niveau zijn de eerste CIO's verschenen, Amsterdam beet het spits af, gevolgd door Rotterdam (beide in 2009).38 Invulling door archivarissen van deze en andere functies in het informa tiemanagement bij overheid of bedrijfsleven is goed denkbaar. De archivaris kan er met zijn bagage voor zorgen dat behalve aan technische aspecten van dit management ook aandacht wordt gegeven aan authenticiteit, betrouwbaarheid en blijvende toegankelijkheid van informatie. Voorwaarde is en blijft, zoals ik al aangaf, een open houding van de archivaris die verder durft te zien dan de wereld van archief en records management. In het licht van de nieuwe einders zullen de beroepsprofielen deels opnieuw gefor muleerd moeten worden. De bestaande profielen zijn immers nog volledig ver bonden met de taken van de archivaris binnen een archiefinstelling en die van de records manager binnen de documentaire informatievoorziening. Van de gelegen heid kan dan gebruik worden gemaakt om tot één profiel te komen voor de archi varis (records manager). Daar waar de profielen de basis vormen voor het beroepsregister is deze herformulering ook van belang om ervoor te waken dat ook bij een bredere opvatting van de professie dit register open staat voor alle professionals. De kerncompetenties zijn tot nu toe archief gerelateerd. Maar die band moet los gelaten worden. Daarmee is niet gezegd dat archieven niet het eerste object zijn waarop archivarissen zich richten, maar die band mag geen andere relaties uit sluiten. In het aangaan van die andere relaties moeten de archivistische uitgangs punten die Ketelaar in navolging van Gilliland-Swetland formuleerde wel behouden blijven: 1. De onschendbaarheid van de bewijswaarde van archieven; 2. Het records continuum; FRED VAN KAN DE ARCHIVARIS MOET EMANCIPEREN 37 Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tweede Kamer, vergaderjaar 2008- 2009 ('s-Gravenhage, 2008) kamerstuk 26 643, nr. 135 en brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010 ('s-Gravenhage, 2009) kamerstuk 29 362, nr. 156; beide geraadpleegd via www.parlando.sdu.nl (december 2009). 38 O.m. www.computable.nl/artikel/ict_topics/beleid/3119025, geraadpleegd december 2009. 283

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 285