Het is niet altijd in één oogopslag te bepalen waar jouw activiteit thuis hoort. Een
lezing geven en een artikel schrijven zijn verwante activiteiten. Voor de een ligt
het accent op de kennisoverdracht "leren", voor de ander op kritische beschou
wing "reflecteren". Uit het portfolio zal blijken welke keus de kandidaat maakt.
Sommige activiteiten uit de lijst doe je als professionalisering naast je dagelijkse
werk. Andere activiteiten zijn dagelijkse werkzaamheden. Wanneer zijn ze deel
van je beroepsuitoefening (rubriek 2) en wanneer van je professionalisering?
Stelregel: ze vallen in rubriek 2 als ze tot je functie of takenpakket horen. Ben je
als gemeentearchivaris qualitate qua lid van de lokale historische vereniging, dan
is het rubriek 2. Je verantwoordt je bij je baas en je rol houdt op als je een andere
functie krijgt. Geef je als gemeentearchivaris stagebegeleiding aan een student
hbo of wo (een toekomstige beroepsgenoot), dan verwacht NARM dat je daardoor
zelf ook reflecteert op je eigen werk (rubriek 4). Een vergadering van het convent
is werk, een studiemiddag is leren. Lid zijn van een werkverband als dat van de
gemeentelijke archiefinspecteurs (WGA) is werk, bestuurslid is profileren.
Inzet in uren
We gaan uit van 90 registerpunten voor professionalisering over vier jaar. Hoeveel
uren inzet zijn dat? Als vuistregel hanteren we 4 uur per registerpunt. Nu zijn niet
alle activiteiten terug te rekenen naar uren. Een proefschrift levert de volle 30
punten in rubriek 5, maar daar zit beduidend meer werk in dan 120 uur. De vuist
regel is van toepassing op een aantal basisactiviteiten. De andere activiteiten zijn
naar relatieve zwaarte hieraan gerelateerd. De werkgroep heeft daarbij allerlei
voorbeelden onderzocht en gewichten toegekend.
De vuistregel levert ook een soort van basisinspanning op van 90 uur per jaar
voor allerlei vormen van professionalisering. Dat is ongeveer 5% van een fulltime
baan. Bedenk dat de activiteiten niet allemaal in werktijd gebeuren. Het rapport
Bakker15 bepleit een half maandsalaris voor een persoonsgebonden scholingsbud
get. Dit is ongeveer 4% van de loonsom, voor het gemak ook van de werktijd. Dit
geldt echter alleen voor activiteiten in rubriek 3 "leren". Met 5% voor de drie
rubrieken samen hebben we geen irreële verwachtingen van haalbaarheid en
werkbaarheid. Het gaat om een basis. Voor deeltijders gelden aangepaste eisen.
THIJS LAEVEN ARCHIVISTISCH IJKPUNT: HET REGISTER VOOR ACTIEVE PROFESSIONALS
Rubriek
Activiteit
Punten Per
Voorbeelden
leren
cursus volgen
1
dagdeel cursus, training, workshop,
studiedag, themadag
cyclus stage- of werkbegeleding in
zes sessies
product gepubliceerde norm,
standaard, richtlijn, tooi,
job-aid
reflecteren mentoraat krijgen 10
profileren ontwikkelgroep 7
helft (De Pers, 12 juni 2007 citeert de Algemene Onderwijsbond). Bedrijven gaven in 2008 1,7 miljard uit
aan opleidingen, in 2007 2 miljard (Het Financiële Dagblad 7 april 2009). Overheden gaven in 2007 gemid
deld €1215 per werknemer uit aan scholing. Alles bij elkaar voor 315.000 ambtenaren nog geen 0,4 miljard
(PM, 17 april 2009).
221