De mededeling van OCW dat NA, Archiefschool en archiefveld "nieuwe
diploma-eisen formuleren om een opleiding te creëren die beter aansluit
bij de eisen van de praktijk." (kamerstuk 5 mei 2005).
De verwachting van OCW dat de branche (met name KVAN en DIVA) de
kwaliteitseisen aan beroepsbeoefenaars en opleidingen zal gaan opstellen
(kamerstuk 29 juni 2006).
De KVAN die de behoefte uitdrukt aan een samenhangend stelsel van initiële
en postinitiële opleidingen, waarin lerend werken en werkend leren een plaats
hebben (brief aan de staatssecretaris 17 oktober 2005).
De KVAN die het als zijn taak ziet het "stellen van kwaliteitseisen aan de pro
fessie en dus aan de daarvoor benodigde opleiding" en deze laatste ook formu
leert (januari 2007).
De zelfregulering door certificering van beroepsbeoefenaren en als "einddoel"
accreditatie van opleidingen (door de RvC bepleit in juli 2003 en april 2004,
met urgentie overgenomen door de KVAN in januari 2007).
De versterking van de binding tussen archiefsector en documentaire informa
tievoorziening (RvC advies inzake DIVA, april 2004 en juni 2005).
De opheffing van de beperking tot twee aangewezen opleidingen die
Archivistiek diploma's mogen afgeven (kamerstuk OCW 29 juni 2006).
De "kwaliteitseisen" van de KVAN die een kader bieden om de (vakinhoudelij
ke) kwaliteit van opleidingen te beoordelen (25 januari 2007).
De totstandkoming van twee beroepsprofielen voor de hoger opgeleide profes
sional (2004 en 2007)
De geruisloze publicatie daarvan op eerst op de www.divaprofielen.nl website
(bij de uitbreiding hiervan in 2005) en later op de KVAN website (september
2009).
De roep om education permanente voor archiefprofessionals met in één adem
het voornemen om een beroepsregister te ontwikkelen (visie KVAN januari
2007 en visie KVAN en BRAIN juni 2009).
Aansluitingsproblematiek wordt toegespitst op de (initiële) opleidingen en accre
ditatie wordt als mogelijke oplossing gezien. Het besef dringt door dat aansluiting
niet ophoudt met een diploma, maar een opdracht inhoudt van een leven-lang-
leren, met certificering als erkenning.
In het spraakgebruik lopen de begrippen "certificering" en "accreditatie" wel eens
door elkaar. Deze bijdrage sluit aan bij de min of meer officiële terminologie in
opleidingenland. Deze reserveert "accreditatie" (soms ook "accreditering") voor
de erkenning van opleidingen (instellingen of programma's). Het begrip "certifi
cering" heeft betrekking op de erkenning van individuele beroepsbeoefenaren.6
Het blijkt dat de aansluiting leren-werken langs twee lijnen kan worden gestimu
leerd: 1) door het opstellen van beroeps- en competentieprofielen en 2) door
certificering en accreditatie.
THIJS LAEVEN ARCHIVISTISCH IJKPUNT: HET REGISTER VOOR ACTIEVE PROFESSIONALS
6 Buiten opleidingenland gelden andere definities, zie bijvoorbeeld de Raad voor Accreditatie http://www.
rva.nl/home/. In 2003-5 heeft het kabinet beleid terzake voorgesteld. Certificering is "het geheel van
activiteiten op grond waarvan een onafhankelijke, deskundige en betrouwbare instelling vaststelt en schrif
telijk kenbaar maakt dat er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat een duidelijk omschreven object
(een product, proces, systeem of de vakbekwaamheid van een persoon) voldoet aan vooraf gestelde eisen."
Kamerstuk 29304.
211