2. medewerkers kennis te laten opdoen op de een aantal nader gedefinieerde
gebieden die van belang zijn om goed te kunnen functioneren in een digitaal
Nationaal Archief.
3. te bewerkstelligen dat de aanwezige kennis in de organisatie beter wordt
gewaarborgd, onderhouden en uitgebouwd. Dat betekent van elkaar leren en
kennis delen.
4. te bewerkstelligen dat iedere medewerker zijn of haar eigen verantwoordelijk
heid als professional draagt voor het onderhouden van kennis en vaardig
heden nodig voor de uitoefening van een functie. Het management heeft dan
de rol om dat te faciliteren.
5. te bevorderen dat opleiding en training niet langer incidenteel zijn, maar
continu aandacht vereisen en consequent worden ingepland om zo bij
te blijven.
Daarmee is ook het streven van de organisatie benoemd om kennisontwikkeling
en training als een vanzelfsprekend iets in te bouwen. Dat begint al met de
indiensttreding van medewerkers, wanneer ze een introductieprogramma door
lopen, zet zich voort in voortdurende kennisdeling tijdens het dienstverband, en
omvat een 'exit'-gesprek wanneer deskundige medewerkers de dienst verlaten om
zo een belangrijk deel van hun kennis en ervaring te behouden voor de organisa
tie. Aan deze 'ideale' situatie moet echter in de praktijk nog het nodige gedaan
worden om dat ook werkelijk te bereiken.
Het trainingsprogramma: opzet
Hoe kom je tot een trainingprogramma? Daartoe is zoals aangegeven een extern
bureau ingehuurd.2 De ontwikkeling van het trainingsprogramma is via verschil
lende stappen tot stand gekomen. Om een goed beeld van de behoeften, maar ook
van de bestaande ideeën te krijgen zijn interviews met sleutelfiguren in de organi
satie gehouden en is verder een werkconferentie georganiseerd. De deelnemers
van deze conferentie zijn zo geselecteerd dat zij een goede representatie van de
verschillende onderdelen van het Nationaal Archief vormden. Tijdens twee inten
sieve dagen is ingegaan op de volgende vragen:
hoe verandert het werk onder invloed van de nieuwe digitale ontwikkelingen?
wat moet men kunnen om het werk uit te voeren?
hoe bereiken we dat?
Als introductie voor de discussie werden enkele lopende projecten gepresenteerd,
waarbij de deelnemers onder andere moesten bedenken welke uitdagingen deze
met zich mee brachten, wat de invloed ervan op hun werk zou zijn, welke obsta
kels en belemmeringen voor goede invoering men dacht te zien en hoe men
die zou kunnen wegnemen en natuurlijk welke competenties en vaardigheden
nodig zijn om succesvol in een digitale omgeving te kunnen werken? De resulta
ten zijn vervolgens samen met die van de interviews verwerkt in de rapportage
aan het MT.
PROFESSIONAL
2 Dit bureau is Laeven O&O (coördinatie en didactische inbreng) in nauwe samenwerking met de (voorma
lige) Archiefschool, inmiddels Hogeschool van Amsterdam, en de Universiteit van Amsterdam (archivisti-
sche inbreng) en Oryon (digitale leeromgeving).
156