waren in 2000 aanleiding om een kwaliteitsslag in de documentaire informatie voorziening te bewerkstelligen. De gemeente Den Haag riep, met de toenmalige gemeentearchivaris als trekker, het "Concernproject Archieven" in het leven. Het Concernproject Archieven bestond uit een tweetal deelprojecten. Het eerste deelproject betrof de aanpak van de geconstateerde bewerkingsachterstand in de semi-statische archieven van de verschillende gemeentelijke diensten. Dit deel project werd met de inzet van verschillende archiefbewerkingsbureaus tot een goed einde gebracht. Het tweede deelproject betrof het werven en opleiden van Documentair Trainees. Het eerste deelproject keek naar het verleden, het tweede was gericht op de toekomst. Doel Doel van het project was de DIV-functie binnen de verschillende gemeentelijke diensten op een hoger plan te tillen om zo een kwaliteitsimpuls te realiseren. De gedachte was dat tien te werven Documentair Trainees na een gedegen (om) scholing hiertoe in staat moesten zijn. De beoogde kwaliteitsimpuls moest er ook voor zorgen dat achterstanden, zoals deze in het verleden waren opgelopen, zich in de toekomst niet meer zouden voordoen. Waarom is de keuze gemaakt om hiervoor Documentair Trainees in te zetten? Ten tijde van de start van het project was sprake van krapte op de arbeidsmarkt op het gebied van voldoende opgeleide DIV-ers. Bovendien was er behoefte aan specifieke competenties, die in het reguliere opleidingaanbod niet of niet voldoende werden belicht. Dit laatste gold met name ten aanzien van de toenemende digitalisering binnen het vakgebied. Verder leefde het idee dat het nodig was om binnen de gemeente een brug te slaan tussen het dynamisch en semi-statisch archiefbeheer aan de ene kant en het statisch archiefbeheer aan de andere kant. Zo ontstond tevens de mogelijkheid om aan te sluiten op de theorie van het Records Continuum. Om het gewenste niveau te waarborgen, is er voor gekozen om tien trainees te werven die minimaal in het bezit waren van een afgeronde HBO-opleiding. Opzet van het project De gemeentearchivaris sloot met de hoofden van de gemeentelijke diensten een convenant. Hierin was bepaald dat het betreffende diensthoofd zich garant stelde voor de afname van een trainee na afloop van de driejarige traineeperiode. De trainee zou dan een functie met daaraan gekoppeld een vaste aanstelling worden aangebo den. De hoofden DIV van de deelnemende diensten traden op als mentor voor de trainees. Er was voorzien in een strak roulatieschema, zodat de trainees kennis zouden maken met de verschillende onderdelen van de gemeente Den Haag en zo de organisatie goed zouden leren kennen. De helft van de salariskosten van de trainee moest worden opgebracht door deelnemende gemeentelijke dienst. De resterende kosten kwamen ten laste van de concernmiddelen. De trainees kregen een tijdelijke aanstelling voor een jaar. Bij gebleken geschiktheid en het met goed gevolg afronden van de opleidingsonderdelen zou dit hierna nog twee keer herhaald worden. PROFESSIONAL 142

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 144