De eerste competentie (archiveringssysteem ontwerpen) komt overal (behalve in Zwitserland) wel voor. In Canada ligt meer nadruk (dan elders) op vernieu wing van het archiveringssysteem (1.4); de Canadese profielen leggen wat minder accent op bestaande ei sen/wetgeving, maar kijken naar toekomstige ontwikkelingen. Beoordelen van een archiveringssysteem (2) behoort in Australië, Canada, Italië en Zwitserland tot de competenties, zij het dat inspectie (2.6) in Australië niet tot de taak van een archiefbeherende instelling behoort. De derde competentie Opnemen (vaststellen archiefwaardigheid documenten en garanderen binding document aan werkproces door toekennen metadata) krijgt veel nadruk in Australië en geen of nauwelijks aandacht in Vlaanderen; in Spanje is het contextelement ondervertegenwoordigd. Toegankelijk maken (4) komt in de profielen in Italië, Oostenrijk en Spanje pro minent voor, niet in Australië; elders in ongeveer gelijke mate als in Nederland. Ook waarderen, selectie en acquisitie (5) komen overal in dezelfde mate als in Nederland in de profielen voor. Aan beheren en bewaren (6) d.w.z. het handhaven van de band tussen archieven en hun bestaanscontext door de tijd heen, in intellectuele en materiële zin, wordt in Italië en ook wel in Spanje en Oostenrijk veel aandacht gegeven, in Frankrijk wat minder dan in Nederland. Aan beschikbaar stellen (7) besteden de Australische, Franse, Italiaanse en Oostenrijkse profielen minder aandacht, in Spanje is dit juist heel belangrijk. Het verrichten van onderzoek in en over archieven (8) is voor de Franse archiva ris belangrijk, voor de collegae in Spanje, Vlaanderen en Zwitserland juist minder belangrijk dan in Nederland. Educatie en voorlichting (9) komen niet of nauwe lijks aan bod als competentie in Australië, Frankrijk, Italië en Vlaanderen, maar juist wel in Canada en (minder sterk) in Oostenrijk en Spanje. Van de taakoverstijgende competenties is het beredeneerd toepassen van de beroepscode (0.1) heel nadrukkelijk in de Australische competenties opgenomen; ook voor de Franse en de Spaanse archivarissen behoort dit tot de competenties. In Italië en Oostenrijk valt veel nadruk op het zich eigen maken van de relevante geschiedenis (0.2.2), het lezen van schrift en taal (0.2.4) en het interpreteren, verklaren en toepassen van vigerende wet- en regelgeving (0.3). In Australië scoort het benutten, beheren en bijdragen aan verbeteringen van (elektronische) hulpmiddelen en systemen (0.4) hoger dan elders. Conclusie De Vergelijkende archiefwetenschap leert de beoefenaar een archiefbestel in het buitenland (of aspecten daarvan) te analyseren, het te vergelijken met een ander archiefbestel en het te waarderen. Verder leer je welke waarden de vorming, gebruik, selectie en bewaring van archieven beïnvloeden en hoe deze naar tijd en plaats kunnen verschillen. Dat leidt niet alleen tot een beter begrip van de toe stand in het buitenland, maar scherpt ook het zicht op de mogelijkheden (en beperkingen) van het eigen nationale, regionale of lokale bestel. Het onderzoek naar beroepsprofielen deed ons met andere ogen kijken naar de in Nederland ontwikkelde profielen. Bij de noodzakelijke herziening van de PROFESSIONAL 120

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 122