Openbaar' heid, v., g. mv., 1. het Openbaar'making, v., g. mv., het openbaar het algemeen-bekend-zijn: openbaarheid aan iets geven; de openbaarheid zoeken; in de openbaarheid treden, m.n. in de zin van: een geschrift onder zijn naam publiceren; iets in de openbaarheid brengen, het publiekelijk bekend maken; -2 het toegankelijk -zijn voor het publiek: de openbaarheid van de zittingen, van de adviezen. algemeen-bekend-maken, het ruchtbaar-maken, publikatie: geschikt voor openbaarmaking Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 94