Zoals boven aangegeven nauw betrokken, minister-president Drees. Als minister president ministerieel verantwoordelijk en als Minister van Algemene zaken politiek verantwoordelijk voor de bemoeienissen van dat ministerie met de zaak. Vooral C.L.W. Fock, secretaris-generaal op genoemd ministerie, is nadrukkelijk betrokken. Actief of passief betrokken leden van regering en kabinet, kopstukken der politiek of anderszins. Om er een paar te noemen: G.J. Lammers toenmalig directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst; M.A. Tellegen directeur van het Kabinet der Koningin; J.M.A.H. Luns, in 1956 als (demissionair) minister zonder Portefeuille werkzaam bij het Ministerie van Buitenlandse zaken; J. W. Beyen (demissionair) Minister van Buitenlandse zaken; J.A. van Hamel, adviseur van koningin Juliana en C.P.M Romme leider van de Katholieke Volkspartij KVP. De lijst met actoren kan worden doorgetrokken naar het heden. Buiten huidige politici, kamerleden en minister-president J.P. Balkenende, is dat mevrouw Beatrix van Amsberg-van Lippe-Biesterfeld al dan niet in haar hoedanigheid als Koningin der Nederlanden. Het bestuur van de in 1966 opgerichte 'Stichting Archief van het Huis Oranje-Nassau', een stichting bij privaatrecht opgericht met ondermeer als taak het beheer van het Koninklijk Huisarchief, alwaar, zo staat in het reglement, worden "bewaard en geadministreerd de zaken, welke behoren tot de stichting 'Stichting archief van het Huis Oranje Nassau'". Daarnaast de directeur van het Koninklijk Huisarchief. Van alle actoren en betrokkenen is het de vraag wat in relatie tot de Hofaffaire hun functie is. In welke hoedanigheid hebben zij iets te maken met het rapport, vanuit welke kaders opereren of opereerden zij: als natuurlijke persoon, bestuurs orgaan of overheidsorgaan? In het verlengde van deze vragen, wat is de status van het rapport zelf. Stel dat een of meer van de betrokkenen naar toenmalig of huidig begrip is aan te merken als bestuursorgaan of overheidsorgaan? Stel dat zo'n betrokkene een exemplaar van het rapport 'ambtshalve' heeft ontvangen? Dan kan het rapport worden aangemerkt als archief in de zin van de Archiefwet. Een gevolg daarvan kan zijn dat het rapport op een andere plaats dan het Koninklijk Huisarchief hoort te berusten, en daarmee onder een ander openbaarheidregime hoort te vallen dan de geslotenheid van het private domein. Indien het antwoord bevesti gend is, betekent dat geenszins dat het rapport daarmee automatisch en direct openbaar zou worden. Er zijn voldoende mogelijkheden om archiefstukken die bij instellingen van het openbare archiefwezen berusten, gesloten, geheim te houden, dan wel terughoudendheid te betrachten bij het verlenen van inzage. Een geheim rapport2 In dit artikel gaat het niet om de politieke situatie rondom het onderzoek dat de 'Commissie-Beel' verricht, maar om de neerslag daarvan. Het rapport van de commissie. Het rapport berust in het Koninklijk Huisarchief en blijft formeel tot 2056 verzegeld en gesloten. Gesloten en dus niet openbaar, want het berust in OPENBAARHEID IN JURIDISCHE PERSPECTIEF 2 De onderliggende stukken van 'het rapport' worden beschouwd als daarmee onlosmakelijk verbonden. 3 Zie voor een uiteenzetting daarover de bijdrage van Harry Veenendaal in dit jaarboek. 4 Hans Daalder, Drees en Soestdijk. De zaak-Hofmans en andere crises 1948-1958 (z.p. [Amsterdam], 20062) p. 137. 5 De WOB spreekt over documenten in de betekenis van "bij bestuursorganen berustende schriftelijke stukken of andere materialen die gegevens bevatten" (strekking artikel 1 onderdeel a WOB), tegenover AW 1995 die als informatieobject archiefbescheiden kent, zijnde 'bescheiden of reproducties van 80

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 82