KHA). Giebels wendt zich tot dit instituut. Ook hier wordt inzage geweigerd.
Er volgt een hevige discussie hierover, niet alleen in de media maar ook in de
politiek. De Koningin had historicus Cees Fasseur namelijk aangewezen om
onderzoek te doen naar het rapport dat de commissie-Beel uitbracht in verband
met de Greet Hofmans-affaire. De algemene opinie was dat het rapport-Beel
openbaar moest zijn voor iedere onderzoeker. In het verlengde daarvan werd
gesuggereerd dat alle stukken die het openbaar belang raken en die bij het
Koninklijk Huisarchief berusten, overgedragen zouden moeten worden aan het
Nationaal Archief. Dan zou AW 1995 tenminste van kracht zijn. Er werd veel over
gedebatteerd in de Tweede Kamer en er kwam zelfs een kamermeerderheid voor
de motie-Kalsbeek: "Volledige toegankelijkheid van alle archiefstukken die gaan
over de uitoefening van de functie van het staatshoofd moeten naar het NA
zodat de Archiefwet van toepassing wordt."
Giebels meent dat zowel de Directeur van het KHA als de Algemeen Secretaris van
Hare Majesteit gezien kunnen worden als een bestuursorgaan in de zin van de
artikel la lid 1 WOB:
"a. Onze Ministers; b. de bestuursorganen van provincies, gemeenten, water
schappen en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie; c. bestuursorganen die onder
de verantwoordelijkheid van de onder a en b genoemde organen werkzaam zijn;
d. andere bestuursorganen, voor zover niet bij algemene maatregel van bestuur
uitgezonderd."
Art 1:1 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (AWB) geeft de volgende definitie van
een bestuursorgaan: "a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiek
recht is ingesteld, of b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag
bekleed". Dit is ook de letterlijke definitie die de artikel 1 onder b onderdeel 1 en
2 AW 1995 geeft van het begrip "overheidsorgaan".
Giebels wendt zich tot de bestuursrechter die zich niet bevoegd acht om van het
beroep kennis te nemen, omdat het KHA een particulier archief is. De Directeur
en de Algemeen Secretaris zijn dus geen bestuursorgaan in de zin van de AWB
en vallen dus niet onder het bestuursrecht.42 Giebels gaat in verzet tegen de
afdoening van zijn beroep. De rechter die dit moet beoordelen, mag zich alleen
baseren op de gegevens die op het tijdstip van beroep aanwezig waren en waarop
de uitspraak is gebaseerd. Er kunnen dus geen nieuwe argumenten worden aan
gevoerd tijdens een verzetsprocedure. In dit geval oordeelt de verzetrechter dat de
bestuursrechter zich terecht niet bevoegd achtte om van het beroep kennis te
nemen. Daarbij wordt dezelfde redenering gevolgd als hierboven.43
Giebels gaat in beroep tegen deze uitspraak. Hij wil ook de mogelijkheid krijgen
om de kwestie voor te leggen aan de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad
van State. Echter ook deze keer acht de rechter zich niet bevoegd om van het
beroep kennis te nemen. Dezelfde gronden als hiervoor worden daarvoor aan
gevoerd.44 Giebels gaat weer in verzet. De verzetrechter oordeelt deze keer dat er
vooronderzoek gedaan had moeten worden naar de exacte status van het KHA.
Omdat dit nog niet gedaan is, wordt daar alsnog opdracht toe gegeven.45 De vraag
dient beantwoord te worden hoe het bestuur is samengesteld van de "Stichting
Archief van het Huis Oranje-Nassau" (hierna: stichting) Deze stichting is
61
BARBARA MEIBOOM OPENBAARHEID VAN ARCHIEVEN: WET- EN REGELGEVING EN JURISPRUDENTIE
42 Rb Breda, 22 maart 2003, LJN AU2269.
43 Rb Breda, 27 juli 2003, LJN AU2270.
44 Rb Breda, 24 mei 2005, LJN AU2273.
45 Rb Breda, 19 september2005, LJN AU4024.