ook ten aanzien van de persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren, 35 jaar geleden, wordt door de RvS verworpen. Louis van Gasteren33 Louis van Gasteren heeft in 1943 de joodse onderduiker Walter Oettinger om het leven gebracht. Volgens Van Gasteren deed hij dat om het verzet te beschermen, volgens anderen was het een roofmoord. Hij werd voor moord veroordeeld en in 1947 is gratie verleend op voorspraak van de Grote Adviescommissie der Illegalliteit (GACI). In een interview in NRC Handelsblad zegt van Gasteren een film te willen maken over moord en over zijn gevangenschap. Dagblad Het Parool wijdt drie artikelen aan Van Gasteren, waarvan de tendens is dat het niet om een verzetsdaad maar om een ordinaire roofmoord ging. Van Gasteren voelt zich in zijn eer en goede naam aangetast en maakt de zaak aanhangig bij het Gerechtshof. Het Gerechtshof stelt Van Gasteren in het gelijk. Het Parool gaat na de uitspraak van het Hof in cassatie bij de Hoge Raad. Deze oordeelt, zoals het Hof daarvoor, dat iemand die is gestraft en gratie heeft gekregen, na veertig jaar gevrijwaard moet zijn tegen aantijgingen, waarvan tijdens het destijds gevoerde proces niet voldoende is gebleken dat ze waar zijn. Het Parool is, volgens de Hoge Raad, niet zorgvuldig genoeg te werk is gegaan. Hoor en wederhoor is door het dagblad niet voldoende toegepast. Dit juridische muisje kreeg nog een behoorlijke staart. Journaliste Pamela Hemelrijk publiceerde in november 1998 een open brief aan de Hoge Raad. Deze open brief werd overgenomen door landelijke dagbladen en op de website van Pamela Hemelrijk zelf. Hierin stelt zij dat het blijkbaar aan Van Gasteren zelf wel mogelijk is om in de publiciteit te treden met zijn verhaal, maar dat het aan journalisten niet toegestaan is om het verhaal in twijfel te trekken; een en ander concludeert zij uit de uitspraak en het optreden van Van Gasteren zelf in de media. Tijdens een tv-uitzending doet Van Gasteren uitspraken over de omstan digheden van de dood van de joodse onderduiker. Hemelrijk betwijfelt in de open brief het waarheidsgehalte van de beweringen. Tijdens de twee daarop volgende zaken die Van Gasteren aanspant tegen Hemelrijk, wordt hij in het ongelijk gesteld.34 "Verrader van Putten" Madeion de Keizer publiceert haar boek Putten, de razzia en de herinnering.36 Hierin duidt ze L. als verrader aan. Nabestaanden van L. eisen rectificatie hiervan. De Keizer weigert rectificatie. De nabestaanden van L. voelen zich in hun eer en goede naam aangetast, zeker omdat in de Puttense gemeenschap veel over de gewraakte passage wordt gesproken. Tijdens de rechtszaak bleek wel van belang dat er een zo groot aantal gedetineerden was na de oorlog, dat het enige jaren later beleid werd om dat grote aantal zo snel mogelijk te verminderen.37 Men kon zich dan richten op de 'zware'gevallen.38 De Procureur-Fiscaal (PF) oordeelde BARBARA MEIBOOM OPENBAARHEID VAN ARCHIEVEN: WET- EN REGELGEVING EN JURISPRUDENTIE 34 NRC Handelsblad 1 december 1989. 35 Rechtbank (Rb) Amsterdam, 16 juli 2003, LJN AI0400 en GHOF Amsterdam, 9 maart 2006, LJN AV4203. 36 Dr. M. de Keizer, historica en werkzaam bij het NIOD. 37 De juridische vervolging speelde zich af in het kader van de Bijzondere Rechtspleging, dat is de naoorlogse berechting van diegenen die verdacht werden van collaboratie, verraad en oorlogsmisdaden. Voor de definitie van verraad zie artikel 1 van het Tribunaalbesluit van 17 september 1944, Stb. E 101. 59

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 61