Het recht de ouders te kennen Biologische ouders: Moederheil/Valkenhorst In het Nederlands recht zijn dit inmiddels overbekende zaken. De eerste zaak om informatie uit het dossier dateert uit 1989 en de laatste werd afgedaan in 1997. Moederheil is een rooms-katholieke stichting die hulp verleent aan de ongehuwde moeder en haar kind. Een van de gegevens die de stichting in het moederdossier opneemt is de naam van de verwekker van het kind. Die naam wordt door de moeder bekend gemaakt door druk op haar uit te oefenen. Het is van belang de naam van de verwekker te kennen, ondermeer om deze te laten meebetalen aan de opvoeding van het kind. Moederheil geeft zowel zorg als begeleiding aan moeder en kind en het gezin, waarin het kind terecht komt. De biologische moeder is namelijk verplicht om de baby af te staan. Alle dossiers - van moeder en kind - vanaf 1921 bestaan nog. Stichting Valkenhorst (hierna: Valkenhorst) is de rechtsopvolger van Moederheil. In 1920 werd er heel anders gedacht over ongehuwde moeders dan in 1989. In 1920 werd het als groot schandaal gezien. Het moederschap moest dus geheim gehouden worden; dan was er nog een kans om een maatschappelijk aanvaarde positie te verwerven. In 1989 kende men inmiddels het BOM-fenomeen.16 Deze maatschappelijke verandering werd als - niet zwaarwegend - argument meegenomen in deze zaken. In de onderstaande op Moederheil/Valkenhorst betrekking hebbende zaken zijn verschillende eisers. Voor het gemak gebruik ik de letters van het alfabet voor hun namen. De zaken worden behandeld in chronologische volgorde. Vanwege het grote belang zullen alle zaken behandeld worden. De stijgende lijn van het weigeren van inzage tot de huidige stand van zaken is hiermee duidelijk te volgen. Mw. A. is geboren in 1927 in de kraamkliniek Moederheil. Zij wil weten wie haar biologische vader is ("verwekker" in de stukken genoemd). Dit zou moeten (of kunnen) staan in het dossier van haar moeder. Valkenhorst voert aan dat het dossier vertrouwelijk en niet openbaar is. Zij beroept zich op haar geheimhoud ingsplicht. Mw. A voert aan dat na 62 jaar het vertrouwelijke karakter van het dossier met de tijd verminderd is. Mw. A voert ook aan dat het dossier van haar moeder ook informatie over haar als kind bevat. Daarom eist zij inzage in het dossier. Het gerechtshof laat het volgende zwaar meewegen: "de handhaving van deze (geheimhoudings)plicht wordt gerechtvaardigd door het algemene belang dat mensen in existentiële nood zich moeten kunnen wenden tot een bepaalde categorie van hulpverleners op wier geheimhouding zij moeten kunnen blijven rekenen." Het gerechtshof wijst de vordering af.17 Deze zaak krijgt een vervolg in 1991. Kinderen B t/m F willen inzage in "dossiers, registerboeken en overige registraties waarin zich gegevens bevinden met betrekking tot ieders afzonderlijke afstam ming." Allen zijn geboren en verpleegd in Moederheil tussen 1935-1944. Er wordt BARBARA MEIBOOM OPENBAARHEID VAN ARCHIEVEN: WET- EN REGELGEVING EN JURISPRUDENTIE 15 De Nederlandse versie is te vinden op www.kvan.nl/ethischecode_vervolg.php?id=18 (geraadpleegd op 27 april 2008). 16 BOM Bewust Ongehuwde Moeder. 17 Arrondissementsrechtbank (ArrRb) Breda 20 juni 1989, LJN AD0820, Nederlandse Jurisprudentie (1991) p. 370. 55

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 57