Openbaarheid van archieven:
wet- en regelgeving en jurisprudentie
Inleiding
De Archiefwet 1995 heeft de overbrengingstermijn van archiefbescheiden verkort
van vijftig naar twintig jaar. Dat betekent dat de huidige archivaris meer te maken
krijgt met problemen op het gebied van openbaarheid van overgebrachte archief
bescheiden. Er kunnen dus ook meer vragen ontstaan over de openbaarheid van
die archiefbescheiden.
De invalshoek voor dit artikel betreft met name artikel 15 lid 1 onder a tot en met
c van de Archiefwet 1995. Bij de overbrenging van archiefbescheiden kan de
zorgdrager slechts beperkingen aan de openbaarheid stellen voor een bepaalde
termijn en met het oog op: a. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
b. het belang van de Staat of zijn bondgenoten; c. het anderszins voorkomen van
onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke personen of
rechtspersonen danwel derden."
Omdat archivarissen, in de meeste gevallen, geen juristen zijn, is het soms lastig
te interpreteren wat wel en niet juist is met betrekking tot openbaarheid.
Gelukkig is er jurisprudentie voorhanden die de basis kan vormen voor een
weloverwogen beslissing.
De beperking van dit artikel is dat, op één uitzondering na, de persoonlijke
levenssfeer c.q. privacy en internet niet besproken worden. De discussie of open
baarheid in een veilige archiefbewaarplaats dezelfde is als openbaarheid op inter
net is nog volop gaande. Een algemene -gevoelsmatige - tendens is te denken dat
openbaarheid op internet 'openbaarder' is dan openbaarheid in de studiezaal.
De e-vorm van openbaarheid staat in het Nederlands openbaar archiefwezen nog
in de kinderschoenen. Er zijn al wel digitale bescheiden overgedragen, maar
nog niet massaal.
Wet- en regelgeving
De wet en regelgeving die hier besproken wordt, betreft vooral de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer en de privacy.1 Handhaving van de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van persoonsgegevens is een
overheidstaak. De Nederlandse en internationale overheden hechten eraan dat
hun burgers beschermd worden tegen inbreuk op hun privacy. De burger kan zich
beroepen op die persoonlijke levenssfeer.
Die bescherming van persoonlijke levenssfeer en van de persoonsgegevens lijkt
een onderwerp waar we ons nu druk over maken. Echt een onderwerp voor de
21ste eeuw. Een typisch Nederlands onderwerp. Niets is echter minder waar.
Het onderwerp is ingebed in het internationale gedachtegoed.
48
BARBARA MEIBOOM