zijn.123 Van veel archieven, ook overheidsarchieven, is geen inventaris beschik
baar.124 De meeste inventarissen die er wel zijn, zijn bovendien alleen in het
Engels of Afrikaans beschikbaar. Ngulube noemt deze hindernissen "a major
infringement of the people's right to information that would be otherwise open to the
public according to the twenty years closed period".125
Politiek-culturele verklaringen
Openbaarheid van overheidsinformatie in Zuid-Afrika is onderdeel van het
constitutionele recht van burgers op alle informatie die zij nodig hebben voor het
handhaven en beschermen van hun rechten. Dit recht heeft vorm gekregen in
een wet die bijna alles tot in de puntjes lijkt te willen regelen. Niet alleen de
verplichte procedures van de manier van aanvraag, behandeling van informatie
verzoeken, manier van toegang en de verplichte informatieverstrekking door over
heidsorganen, maar ook een behoorlijk aantal uitzonderingsgronden worden zeer
gedetailleerd geregeld. Overheidsdocumenten die bij een overheidsarchiefdienst
zijn ondergebracht zijn ook openbaar. Deze vallen onder de jurisdictie van de
NASA Act welke geen principiële uitzonderingsgronden stelt.
Hoe kunnen deze regelingen echter worden verklaard vanuit politiek-culturele
factoren? Op basis van de beschouwingen over openbaarheid in de praktijk, lijkt
het erop dat de openbaarheidsprincipes nog niet echt onderdeel zijn van de
cultuur van de Zuid-Afrikaanse overheidsorganen. Cultuur manifesteert zich
namelijk in waarden en praktijken.126 En een conclusie was dat de manier waarop
openbaarheid momenteel geregeld wordt niet echt tot uiting komt in de bureau
cratische processen en institutionele strategieën in de praktijk. De gewoontes van
geheimhouding lijken nog sterk ingeworteld te zijn.
Het lijkt er verder op dat de bevolking zich niet erg druk maakt over zijn nieuw
verworven recht, hoewel dit wellicht ook komt doordat er weinig bekendheid aan
de wet is gegeven door de overheidsorganen en de media. Zuid-Afrikanen zijn
generaties lang gevormd door een gedachtegoed waarbij het recht op informatie
ontbrak. Dit verandert niet zo snel. Effectieve implementatie van de PAIA zou dus
gehinderd kunnen worden doordat het nog geen weerklank vindt bij de burgers
zelf. Wel zijn er diverse non-profit instanties die zich bezighouden met de
bevordering van het informatierecht. Zonder de SAHA, SAHRC en anderen zoals
de Open Democracy Advice Centre (ODAC) die informatie en training over de wet
aan ambtenaren en bevolking aanbiedt, zou de implementatie van de wet
waarschijnlijk nog stroever lopen.
Ondanks de cultuur en gewoontes bij de overheid en in de samenleving is er toch
een zeer progressieve informatiewet gekomen. De meest directe verklaring
hiervoor is de apartheidsgeschiedenis. De PAIA is een reactie op de donkere dagen
waarin bijvoorbeeld overheidsdocumenten op bevel van presidenten als P. W.
Botha en F.W. de Klerk vernietigd werden en archiefbescheiden van het ministerie
van Defensie zelfs voor het parlement geheim bleven. Het is een resultaat van het
verlangen naar de waarborging van mensenrechten en een open en democra-
OPENBAARHEID IN DE PRAKTIJK
123 P. Ngulube, Preservation and access to public records and archives in South Africa
(Universiteit van Natal 2003).
124 Ibidem, p. 335.
125 Ibidem, p. 337.
162