GROOT-BRITTANNIË Totstandkoming openbaarheidswetgeving De kernbegrippen 'openbaarheid' en 'overheidsinformatie' hebben een moeizame relatie in Groot-Brittannië, bezien in het licht van de politieke geschiedenis van de laatste vijftig jaar. Het jaar 2000 luidde voor Groot-Brittannië niet alleen het oude millennium uit, maar ging ook de geschiedenis in als een transitieperiode tussen twee openbaarheidsregimes. In dat jaar werd de Freedom of Information Act 2000 (kortweg FOIA) geïntroduceerd, hoewel het tot 2005 zou duren voordat alle bepalingen van kracht waren. De politieke achtergrond van de FOIA 2000 begon volgens Dingle en Miller (2005) met de herziening van het constitutionele systeem in 1997. De Lord Chancellor verwoordde de politieke situatie aan het eind van 1998 als volgt: "We have embarked on a major programme of constitutional change realigning the most fundamental relationships between the state and the individual in ways that command the consent of the people affected".8 Om deze uitspraak op waarde te schatten, is een korte beschouwing van het juridische en politieke toneel van de afgelopen vijfentwintig jaar noodzakelijk. Er wordt vaak beweerd dat Groot-Brittannië geen geschreven grondwet heeft. Volgens Dingle en Miller (2005) is dat slechts gedeeltelijk waar. Groot-Brittannië heeft inderdaad geen document waarin het juridische kader wordt uiteengezet, samen met functies van overheidsorganen en de regels hiervoor. Maar je zou het hele systeem van de overheid, samen met de collectie van regels die deze vorm geven en reguleren een grondwet kunnen noemen. Deze collectie van regels is vastgelegd in Bills en Acts die zijn goedgekeurd door het parlement. Dit parlement bestaat uit twee 'huizen', namelijk het House of Commons (Lagerhuis) en het House of Lords (Hogerhuis). Voor wat betreft de openbaarheid van overheidsinformatie is de wetgeving in de jaren tachtig van de vorige eeuw nogal restrictief: vooral de beperkingen en uitzonderingsgronden worden benoemd. Hoewel overheidsdocumenten op grond van de Public Records Act uit 1967 na dertig jaar openbaar worden (daarvoor was dat vijftig jaar) kan deze Act worden overruled door andere Acts. Om een voorbeeld te noemen: de Official Secrets Act noemt een aantal uitzonderingen waardoor documenten langer uit de openbaarheid kunnen worden gehouden. En ook de Lord Chancellor9 heeft de bevoegdheid om de periode te verlengen. In 1984 werd de Data Protection Act (DPA) van kracht, waarin een raamwerk werd opgezet voor het bewaren en veiligstellen van persoonlijke informatie in elektronische gegevenssystemen.10 Deze Act is het gevolg van een nieuw wettelijk raamwerk voor de bescherming van data als gevolg van het toetreden van Groot-Brittannië tot de Europese Gemeenschap in 1973. De lange periode tussen 1973 en 1998 geeft een indicatie hoe wetgeving vertraagd kan worden door bureaucratie. Voor Groot-Brittannië stond de Europese samenwerking namelijk niet op de eerste plaats. De relatie met de Verenigde Staten genoot prioriteit. Dit zorgde tot ver in de jaren tachtig voor moeizame onderhandelingen tussen de EG en Groot-Brittannië, ook op het gebied van openbaarheid van overheids informatie. MAAIKE BERGMANS, EVERT FLORIJN, MARIS KA HEI J MANS-VAN BRUGGEN, JULIA ROM IJN-WIXLEY, ARON DE VRIES VOORBIJ GEHEIMHOUDING IN HET GEMENEBEST 139

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 141