Het hoeft geen betoog dat er een grote spanning bestaat tussen de vraag om transparantie en controleerbaarheid van een inlichtingen- en veiligheidsdienst en de mate van geheimhouding die nodig is voor het uitvoeren van de veiligheids taken. De informatie die zich in de archieven bevindt kan behalve voor privé- personen echter in hoge mate interessant zijn voor journalistiek of historisch onderzoek. De vragen die voor dit artikel gesteld zijn, zijn de volgende: Hoe verhoudt zich de openbaarheid van AIVD-informatie tot de openbaarheid van overheidsinformatie in het algemeen? Is het voor een particulier en/of onderzoek er mogelijk om toegang tot informatie of documenten te krijgen die bij de AIVD berusten? Is de situatie anders als de archieven zijn overgebracht? Hoewel 'openbaarheid' in feite een absoluut begrip is zijn er toch gradaties in aan te brengen: a) volledige openbaarheid: informatie is publiek gemaakt en voor iedereen raadpleegbaar b) gedeeltelijke openbaarheid: informatie is buiten de AIVD gebracht en gedeeld of beschikbaargesteld aan diensten als politie, justitie, gemeente of andere instellingen ten behoeve van bijvoorbeeld opsporing of gebruik in strafzaken4 c) selectieve openbaarheid: informatie is alleen ter beschikking gesteld van de aanvrager, zoals in het geval van WOB-verzoeken. d) 'onbedoelde openbaarheid' van AIVD-informatie: dit is bijvoorbeeld voor gekomen door het bewust lekken van informatie naar de pers of een belang hebbende, het te loslippig zijn op sociale netwerksites als Linkedln of door het slordige achterlaten van diskettes en usb-sticks in dienstauto's. Als deze informatie uiteindelijk in handen van de pers komt wordt over het algemeen wel het feit van de verloren informatie uitgebreid belicht, maar de inhoud van documenten niet aan het publiek prijsgegeven. In dit artikel zullen gedeeltelijke en onbedoelde openbaarheid evenals de spanningsvelden tussen privacyaantasting en nationale veiligheid verder buiten beschouwing blijven. De grote beperkingen van het onderzoek liggen zoals verwacht in alle geldende openbaarheidsbeperkingen rond AIVD-informatie - de vrij strikte geheimhouding omtrent de bronnen, de werkwijze en het actuele kennisniveau van de AIVD. Het is niet bekend hoeveel en precies welke informatie zich bij de AIVD bevindt en het is niet bekend hoeveel informatie daarvan naar buiten wordt gebracht. Hoe meet je welke en hoeveel informatie er niet openbaar is? Echte toetsing is om deze redenen onmogelijk. Wel mogelijk is om in een beschrijvend onderzoek de wijzen van openbaarmaking (uit eigen beweging en op verzoek) te schetsen en daarbij te kijken naar de verschillen tussen de informatie die de AIVD blijkbaar als actueel ziet PAULINE VAN DEN HEUVEL OPENBAARHEID VAN INFORMATIE BIJ DE NEDERLANDSE GEHEIME DIENSTEN 2005 nog veel juridische onduidelijkheden over dit instrument voor multidisciplinaire analyses van ver schillende instanties aangeleverde gegevens. Zo achtte het College Bescherming Persoonsgegevens het ontoelaatbaar dat medewerkers van de IND toegang konden krijgen tot alle relevante gegevensbestanden van de deelnemende diensten aan de CT Infobox, terwijl zij op grond van de WIVD 2002 daartoe niet gere chtigd zijn. Inmiddels zou, na wat aanpassingen, de Commissie van Toezicht hebben ingestemd met het convenant en het niet strijdig achten met de WIVD 2002. Zie: Kamerstukken II 2004/05, 2329291, 01 (18 maart 2005) (Brief Remkes aan Tweede Kamer) en Kamerstukken II 2005/06, 29754, 29 (26 september 2005) en Brief CBP aan de vaste commissies voor BZK en voor Justitie z2005-0437 (29 september 2005) op www.cbpweb.nl/downloads_uit/z2005-0437.pdf. 5 Zie hiervoor: A. Vedder, e.a., Van privacyparadijs tot controlestaat? Misdaad- en terreurbestrijding in Nederland aan het begin van de 21ste eeuw. (Den Haag 2007). 121

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 123