Openbaarheid van informatie bij de Nederlandse geheime diensten1 Inleiding Openbaarheid van informatie bij de geheime dienst - het lijkt de contradictio in terminis bij uitstek. Toch is, alle romantiek, geheimzinnigheid en complot theorieën ten spijt, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in beginsel een overheidsdienst als alle andere en heeft ook zij te maken met verschuivende inzichten inzake transparantie van bestuur, druk van de media en het belang van vertrouwen van de burger. Het begrip openbaarheid bij de AIVD heeft in 2006 een volledig andere invulling dan tijdens de Koude Oorlog of kort erna. Vóór en ook nog tijdens de Koude Oorlog opereerde de dienst volledig in het geheim; de grondslag lag in 1972 nog in een geheim koninklijk besluit. Met de verandering in machtsverhoudingen groeide echter ook het besef dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten niet langer volledig buiten beeld konden blijven bij het publiek. In december 1985 legde het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD; de voorloper van de AIVD), Pieter de Haan, tot ieders verbazing een interview af in het tv-programma van Sonja Barend. Het tv-optreden zorgde voor veel ophef in het land. Vooral de linkse partijen toonden zich geschokt over de onthulling dat de Communistische Partij Nederland (CPN), die toen al jaren een parlementaire koers voer, nog altijd scherp in de gaten werd gehouden. De toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken, Van Thijn, moest in de Kamer beloven dat hier een eind aan zou komen.2 Voor het eerst werd onder druk van de publieke opinie het beleid aangepast. In 1987 trad de eerste Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in werking, gevolgd door een voorlichtingsfolder met de titel: Hoezo, BVDVanaf 1991 werden er gedeeltelijk openbare jaarverslagen gepubliceerd die aan politiek, bestuur en samenleving meer openheid moesten geven omtrent de werkzaam heden van de veiligheidsdienst; het adagium was voortaan 'open waar het kan, geheim waar het moet'.3 In 1993 volgde Een boekje open over de BVD. Vanaf de jaren 2000 organiseert de dienst debatten en publiceert persberichten en open bare rapporten op een eigen website. PAULINE VAN DEN HEUVEL 1 Dit artikel is een bewerking van het eindpaper voor de door Eric Ketelaar verzorgde module 'Maatschappelijke context van archieven', onderdeel van de master Archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, studiejaar 2006-2007. 2 P.H.A.M. Abels en R. Willemse (stafmedewerkers van de AIVD). 'Veiligheidsdienst in verandering; de BVD/AIVD sinds het einde van de Koude Oorlog', Justitiële verkenningen, 30/3 (2004) p. 88-90; Hoekstra, F. (BVD-medewerker van 1971-1987). 'Infiltratie in de praktijk. BVD en CPN tijdens de Koude OorlogJustitiële verkenningen, 30/3 (2004) p. 99. 3 B. de Graaff, 'Wie wint de 'War on Terrorism'?', Justitiële verkenningen 30/3 (2004) p. 64 e.v. 4 Daarnaast wordt informatie gedeeld in de Raad voor de Nationale Veiligheid, Gezamenlijk Comité Terrorismebestrijding en Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland. Gegevens van politie, justitie, MIVD, IND en FIOD/ECD worden verzameld in de Contra-Terrorisme (CT)-Infobox. Er bestonden in 120

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 122