inzake de rechten van het kind toen nog niet geratificeerd. De zaak kreeg een jaar na de kwestie-Kemp echter navolging in de Nederlandse jurisprudentie, alhoewel er geen direct verband tussen beide bestaat (de kwestie-Kemp werd niet voor de rechter uitgevochten). In 1994 werd in verband met het Valkenhorst-arrest namelijk bepaald dat een meerderjarig geworden natuurlijk kind het recht heeft om te weten door wie hij of zij is verwekt.41 Bij het Nationaal Archief kon men dezelfde methode blijven hanteren als reeds was opgesteld na de de kwestie-Kemp (een uittreksel met de gegevens die tot identificatie zouden kunnen leiden). Het Valkenhorst-arrest heeft direct gevolg gehad voor de beslissingspraktijk van de archivaris. Ook bij het Stadsarchief werd in navolging van dit arrest toestemming tot inzage in de dossiers verleend. Zo werd daar in oktober 2004 door een man een verzoek gedaan tot inzage in het dossier van zijn moeder, terwijl zij daartoe geen toestemming kon geven omdat zij vooralsnog niet opgespoord was. Het Stadsarchief besloot in deze dat zij naar aanleiding van het Valkenhorst-arrest én na het maken van de noodzakelijke belangenafweging (de man had psychische problemen), toestemming tot inzage konden verlenen. Gegevens van nog in leven zijnde personen zouden echter worden geanonimiseerd, inclusief de gegevens van zijn moeder. Wel bood het archief aan om hulp te verlenen bij de opsporing van nog in leven zijnde personen. De moeder van de man is uiteindelijk schriftelijk door het archief benaderd met de vraag of zij in contact wilde komen met haar zoon, welke vraag positief werd beantwoord. Met betrekking tot deze laatste zaak is in de interne besluitformulieren van het Stadsarchief goed zichtbaar dat ook het archief een risicobepaling voor zichzelf opstelt. Er komen vragen aan de orde als: 'Wat als wij de man volledige inzage verlenen, kunnen wij dan door de moeder voor de rechter worden gesleept?' 'Als we geen inzage verlenen, kan de man ons dan voor de rechter slepen?' 'Geven we gehele toestemming als we de moeder niet kunnen vinden?' Etc.42 Zoals eerder gesteld, de archivaris moet soms keuzes maken, en het archief moet zijn positie bepalen. Psychiatrische problemen Een tweede geval waarin 'grijs gebied' te bespeuren is, is met betrekking tot psychiatrische of psychologische problemen. Dit is vooral terug te vinden bij de verzoeken om inzage in het CABR. Het komt daar bijvoorbeeld voor dat een ouder dementis, waardoor geen toestemming voor inzage gegeven kan worden. De medewerkers van het Nationaal Archief hebben dit probleem na overleg met het Ministerie van Justitie op een praktische manier opgelost. Omdat demente personen meestal onder curatele staan (vaak één van de kinderen), is ervoor gekozen dat in dit geval de curator toestemming tot inzage kan verlenen.43 Een moeilijkere kwestie is als een volwassen geworden kind onder psychiatrische of psychologische behandeling van een specialist staat, deze specialist verklaart dat inzage zeer bevorderlijk is voor het genezingsproces, maar de ouder toestem ming weigert te geven. Vaak is dit omdat de kinderen 'on non-speaking terms' NICO VRIEND REGELS EN MENSELIJKHEID 41 F. Peeters, 'Je afkomst achter slot en grendel', Het Parool (1993). Ministerie van Justitie: Directoraat- Generaal Politie en Criminaliteitsbestrijding, Directie Staats- en Strafrecht. Brief aan het Nationaal Archief, kenmerk Ministerie van Justitie: 405835/293 (2 november 1993). Hoge Raad 15 april 1994 (Valkenhorst), Nederlandse Jurisprudentie, nr. 608 (1994). 42 Zie besluit 2004-010 (Stadsarchief Amsterdam, Dossiers dispensaties 2000-heden, nummer AZ 991) en het advies daartoe in de map Adviezen dispensatie openbaarheid, nummer AZ 991. 43 Plantinga, 'Het 'Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging", p. 59. 115

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2006 | | pagina 117