4 Ontwaarding
Door het gemak van de reproduceerbaarheid van een film op DVD verandert ook
de kwalitatieve aard van het kunstwerk essentieel. In blik heeft de film uniciteit
en is die afgeschermd van misbruik op grote schaal, omdat maar weinig mensen
over 35 mm projectoren of montagetafels beschikken. De fysieke hoedanigheid
van een DVD is te goedkoop om zorgvuldig mee om te gaan en iedereen kan de
films op computer naar eigen inzicht manipuleren, waardoor het kunstwerk
vogelvrij is voor aantasting. De vervlakking van de kunstwaarde, het verlies aan
'aura' van het kunstwerk, heeft Walter Benjamin al in 1936 gesignaleerd in zijn
tekst over het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaar
heid.21 De DVD is een democratisch gebruiksartikel in handen van de massa, ver
gelijkbaar met de 6 miljard foto's die jaarlijks met digitale fotocamera's worden
geschoten. Film wordt een gebruiksartikel, dat we niet, zoals in een bioscoop in
stilte en met een groep, ervaren en beleven, maar consumeren, al zappend,
tussen andere vormen van vrije tijd.
Anderzijds zal de digitale revolutie uiteindelijk onvermijdelijk de waarde van de
masters, van de 'vintage prints' op nitraat en acetaat, aanmerkelijk verhogen,
temeer daar Kodak op termijn geen 35mm of 16mm materiaal meer zal produce
ren. Nu al wordt er door filmmakers zelf meer digitaal gedraaid en op termijn zal
het filmen op 35 mm materiaal (en vertoningen in filmtheaters) verdwijnen. De
nitraat en acetaat masters worden de waardevolle en duurzame incunabelen van
de film, die blijkens onderzoek van de laatste jaren, mits onder ideale omstandig
heden bewaard (-5 C., 35 RH), 500 jaar lang in goede staat kunnen blijven 22
Hiermee vervalt de acute noodzaak collecties onverwijld te digitaliseren. Zolang
er geen zekerheid bestaat over een digitale conserveringsstandaard en zowel
formaten, technieken en apparatuur een bijzonder korte levenscyclus hebben,
zijn de kapitale investeringen bijzonder risicovol. De Ivens-DVD box is dan ook
niet bedoeld als conserveringsproject, de films worden niet gedigitaliseerd om
deze te conserveren. Integendeel, tijdens het selecteren van het bronmateriaal is
er door het Filmmuseum besloten diverse films opnieuw op film te conserveren
om zo over beter uitgangsmateriaal te beschikken. Film blijft de basis en het
uitgangspunt voor conserveringen en restauratie. De door de productie van de
DVD ontstane digitale conserverings- en restauratiegeschiedenis mag die van
film nooit geheel vervangen, omdat dit veel te riskant is.
5 Digitale tekortkomingen
Film op DVD heeft nog steeds een aantal bekende technische beperkingen. Een
digitaal beeld dat opgebouwd is met bits en bytes zal nooit de warmte, diepte,
textuur of definitie in zwarting verkrijgen als een 35 mm print. Een naar MPEG-
2 geëncodeerd beeld laat niet alle vierentwintig frames zien van de film, maar
slechts twee tot vier. Het systeem berekent zelf alle tussenliggende beelden, waar
door er essentiële informatie verloren kan gaan. Sommige camerabewegingen
zijn te complex en overschrijden de bitrate, waardoor er schokkerige beelden ont
staan. Een pan - een panoramische horizontale camerabeweging - uit Pour le
Mistral (1965) over een veld met wuivend graan, dus een dubbele beweging van
zowel camera als gefilmd object, levert om die reden een schokkerig beeld op.
Kleur is ook zo'n probleem, het kleurengamma op DVD is namelijk veel kleiner
dan op film. De kleuren van Pour le Mistral zijn verschoten en digitaal aangepast
aan het hedendaagse kleurgevoel, maar daarmee zijn fijne kleurentinten verloren
gegaan. Elke kleurverandering is subjectief en arbitrair. De ratio van de diverse
filmformaten uit het verleden komen vaak in conflict met de DVD formaten,
waardoor er gedeelten van de film wegvallen of een zwart kader krijgen. De film
Borinage (1934) is een compilatie van vol- en normaalbeeld (twee verschillende
kaderformaten uit de zwijgende en geluidsfilmperiode), waardoor kaders ver
springen. Op de computer zouden de kadersprongen, indien gewenst, eenvoudig
kunnen worden aangepast. Een bijzonder geval is de overgang van 16 mm naar
cinemascope formaat in Pour le Mistral. Met een analoge filmprojector wordt de
plotselinge verbreding naar een panoramisch filmbeeld gerealiseerd met een
lenswisseling, waarna het filmscherm een stuk breder wordt. Op een gefixeerd
beeldscherm kan dat niet worden nagebootst, anders dan met verkleiningen en
het spelen met zwarte kaders, waardoor het juist een tegenovergesteld effect
krijgt. De filmsnelheden, in de tijd van de zwijgende film, wisselend van 16-21.5
naar de huidige 24 beeldjes per seconde komt niet overeen met de 25 beelden van
de DVD, om nog niet te spreken over de verschillen tussen NTSC (29,97 fps) en
PAL, of de regiocodes. Technische vernieuwing vindt voortdurend plaats, en wat
nu standaard is, is morgen achterhaald. De Ivens-films zijn gescand op 2k of
lager, maar 4 K wordt in de nabije toekomst de standaard. In het digitale labyrint
vindt een ratrace van marktspelers plaats, waarvan een cinefiel beter niet in
paniek raakt.
Ten slotte
'Film won't have a second century', stelde filmmaker Chris Marker in 1991.23
De twintigste eeuw was de eeuw van de film, maar in de 21e eeuw zijn de nieuwe
media al hard op weg 'de moeder aller bewegende beelden' te verdringen. Nieuwe
media kunnen echter hun voorlopers, de filmklassiekers, zonder blikken of
blozen, een kans op een tweede, derde of zoveelste leven bieden, zodat nieuwe
generaties kunnen blijven genieten van de pioniers van de filmkunst.
TOEGANG
21 Walter Benjamin, 'Das Kunstwerk im Zeitalter seinen technischen Reproduzierbarkeit', in Zeitschrift für
Sozialforschung, Berlijn 1936.
22 Met dank aan Paul Read, die deze gegevens ter beschikking stelde van zijn presentatie op het FIRST
symposium 'European Film Heritage on theTreshold of the Digital Era', 1 juni 2004, Brussel. Gebaseerd
op het onderzoek van het Danske Filminstitut Preserve then Show, 2002 en het Archimedia Seminar in
Kopenhagen, november 2001.
186
ANDRÉ STUFKENS ZONDER BLIKKEN OF DOZEN: JORIS IVENS DIGITAAL
23 Chris Marker, aangehaald in: Thomas Tode, Film - That Was Last Century. Chris Marker's CD-ROM
IMMEMORY ONE, in Martin Loiperdinger (ed.), zie noot 4, p. 39.
187