Zoeken Navigeren Vinden! Over zoekers, zoekgedrag, zoekmachines en hun interfaces bij het zoeken naar audiovisuele content Hoe gaan gebruikers om met zoeksystemen en hoe kan men die systemen ver beteren? Dat is een belangrijke vraag die (audiovisuele) archieven en systeem ontwikkelaars zich steeds opnieuw weer stellen. Ze willen zo dicht mogelijk aansluiten bij de behoeften van hun klanten. Hieronder kijken we naar de stand van zaken op het terrein van onderzoek naar geschikte zoekmachines en zoek interfaces. Wat zijn de ontwikkelingen van dit moment, waar liggen de uitdagin gen en waar de valkuilen? Zeker is dat de mogelijkheden om audiovisueel materiaal en de bijbehorende metadata via geautomatiseerde systemen op te vragen almaar toenemen. Het onderzoek naar de zoekinterfaces van de multi- mediacatalogus iMMix van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is hier een goed voorbeeld van. Zoekers en zoekgedrag De laatste jaren hebben leveranciers en exploitanten van zoekmachines en ICT- onderzoeksbureaus, zoals Gartner, IDC en Ovum, regelmatig onderzoek gedaan naar verschillende soorten zoekers en hun zoekgedrag. Dergelijke onderzoeken zijn vaak generiek van karakter. Ze leveren dan ook niet direct de specificaties voor de implementatie van nieuwe zoekmachines op, maar ze geven wel een rich ting aan. Uit de resultaten zijn conclusies te trekken die in elk geval iets over zoekgedrag in het algemeen zeggen. Daarbij moet in het achterhoofd worden gehouden dat deze onderzoeken bijna altijd betrekking hebben op zoekmachines van internetsites en intranetsystemen, waar gezocht kan worden naar met name tekstuele informatie. Ze gaan dus niet over zoekmachines voor multimedia- archieven; daar is nog geen grootschalig praktijkonderzoek naar gedaan. Nagenoeg alle onderzochte web-zoekmachines kennen wel grote gebruikers aantallen en verwerken grote hoeveelheden zoekvragen per dag. De onderzoeksresultaten laten allereerst zien dat de meeste zoeksessies uit meer dan één zoekvraag bestaan. Gemiddeld stelt de bezoeker van een website 1,56 zoekvragen per sessie. Hieruit valt af te leiden dat gebruikers bereid zijn om hun benadering te wijzigen om de informatie te krijgen die zij wensen. Opvallend is daarnaast dat 52% van de zoekvragen uit niet meer dan één term blijkt te bestaan, terwijl slechts 12% drie woorden of meer omvat - niet veel tekst voor een zoekmachine om te interpreteren. En dat terwijl zoekmachines, net als mensen, in principe zoveel mogelijk aanwijzingen willen om een vraag werkelijk te kunnen begrijpen. Een vraag die uit één enkel woord bestaat, is hetzelfde als tegen iemand 'bank' te zeggen en er vervolgens van uit gaan dat de ander begrijpt of je een zitbank of een financiële instelling bedoelt. Verder laten de onderzoeken zien dat slechts één op de twintig gebruikers naar de tweede pagina van de getoonde zoekresultaten gaat. Dit geeft de noodzaak aan om te zorgen voor een hoge relevantie van de eerste tien documenten die worden getoond. Door het succes van de eigenlijke zoekactie te meten in termen van doorklikken, bleek slechts 58,8% van de zoekacties succesvol. In 22% van de gevallen leverden de zoekvragen zelfs helemaal geen resultaat op. Door daarop juist deze mislukte zoekacties te onderzoeken vonden de onderzoekers als belang rijkste probleem dat daar geen informatie te vinden was die bij de vraag paste. Met andere woorden, de gebruikers realiseerden zich niet dat zij om informatie vroegen die niet bestond, althans niet op die plaats. Ze hadden op een andere plaats om die informatie moeten vragen. Blijkbaar denken gebruikers vaak dat op een willekeurige plaats op het web letterlijk alles te vinden is. Een laatste reden voor het uitblijven van resultaten bij zoeken op het internet is gelegen in verwar ring over taal en begrippen. De gebruiker die 'hoge bloeddruk' zoekt kan ook documenten over 'hypertensie' krijgen. Dat moet hij maar begrijpen. En als hij spelfouten maakt, dan levert dat meestal weer helemaal niets op. Uit de beschreven onderzoeksresultaten kan ten minste worden opgemaakt dat een groot deel van de zoekers nogal wat moeite heeft met het gebruik van zoek machines. Om dat probleem te ondervangen moet in de eerste plaats de inter face van die zoekmachines beter gaan aansluiten op het gedrag van de gebruikers. Om dat te bereiken moet eerst weer in kaart worden gebracht welke verschillende gebruikersgroepen zijn te onderscheiden, wat hun specifieke behoeften zijn en hoe het daarbij behorende zoekgedrag in elkaar zit. Dat kan eruit zien als in dit voorbeeld: TIMO KOUWENHOVEN 116 TIMO KOUWENHOVEN/ ZOEKEN NAVIGEREN VINDEN doelgroep informatie behoefte WAT zoekgedrag HOE bronnen WAAR zoekvraag formulering eisen resultaatlijst Analisten Hoog Hoog Hoog Gebruikt domein jargon en query-taal Mogen niets missen (high recall) Onderwerp specialisten Hoog Laag Gemiddeld Gebruikt domeinjargon, meestal geen query-taal (gebrek aan kennis) Kan relevante1 resultaten herkennen, zelfs uit beknopte beschrijvingen Informatie specialisten Laag Hoog Hoog Heeft moeite met domeinjargon. Kan complexe queries formuleren Heeft precies gerangschikte resultaatlijst nodig met lange beschrijvingen om keuze moeilijkheid te beperken 'De massa' Laag Laag Laag Gebruikt 'onduidelijk' jargon. Formuleert queries van 1 a 2 termen Heeft gedetailleerde resul taten nodig om relevante resultaten te selecteren Tabel 1. Doelgroepen en zoekmachinegebruik 1 Relevantie van een ontsloten document betekent in dit perspectief: hoe goed het document beantwoordt aan de informatiebehoefte (of vraag). 117

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2005 | | pagina 60