Over de auteurs
ren van beschrijvingen hoort daar niet bij. De reden daarvan is, dat de grote
hoeveelheid data, die door het publiek naar verwachting zal worden aangeleverd,
zou leiden tot enorme vergroting van de werklast van het personeel. Alle door het
publiek gemaakte beschrijvingen en opmerkingen zijn niet alleen direct online
raadpleegbaar, maar worden ook gesorteerd in een beheermodule. Het Haags
Gemeentearchief zal vrijwilligers, die over de nodige kennis en vaardigheden
beschikken, autoriseren om deze beschrijvingen te verwijderen, te wijzigen of
goed te keuren.
De scope
Het project 'de virtuele studiezaal' is er op gericht om alles, wat nu in zelfbedie
ning op de studiezaal geraadpleegd kan worden, online af te wikkelen. Helemaal
zal dat niet lukken, want met name het auteursrecht werkt in dat opzicht belem
merend. De prognose is, dat in een beperkt aantal jaren in ieder geval alle micro
fiches en -films in het systeem zijn opgenomen. Dat schept tevens ruimte voor
modernisering van de studiezaal. De technische mogelijkheden voor het kunnen
maken van correcties en annotaties zullen successievelijk ook op andere collec
ties worden toegepast. Ook daar zal de online consument gestimuleerd worden
om als producent van informatie te fungeren.
Conclusie
Het online brengen van collecties schept nieuwe mogelijkheden voor participatie
door het publiek. Dit kan op verschillende niveaus, zoals door het nader beschrij
ven van collecties en het toevoegen van aanvullende informatie. Daarmee wordt
de waarde van de collecties aanzienlijk vergroot. Van belang hierbij zijn aspecten
als autorisatie en controle. Ook hierin ligt een taak voor het publiek. Eén van de
belangrijkste gevolgen van het online aanbieden van het materiaal is de exponen
tiële groei van het aantal bezoekers en dus ook de exponentiële groei van online
beschrijvingen en annotaties. Te voorzien valt daarnaast dat de rol van de archi
varis onder invloed van de geschetste ontwikkelingen deels verschuift van het
traditionele beschrijven van het materiaal naar het modereren van anderen, met
name vrijwilligers, en de (indirecte) supervisie over de kwaliteit van het resul
taat.
Het Haags Gemeentearchief heeft ook een uitgebreide en goed geoutilleerde
audiovisuele afdeling maar deze is nog niet betrokken bij de nieuwste ontwikke
lingen. Het is in principe goed voorstelbaar dat een vergelijkbare aanpak voor het
onderhavige materiaal eveneens veel aanvullende informatie en een interessante
groei van het aantal bezoekers zou opleveren. Maar voorlopig zijn er nog prakti
sche belemmeringen. Bewegend beeld en geluid wordt online het best door
middel van een stream aangeboden. Streaming materiaal is echter lastig stil te
zetten, wat identificatie bemoeilijkt, je kunt het niet printen en er is een tijdcode
nodig. En hoe een stream te koppelen aan geschreven commentaar? De techni
sche ontwikkelingen gaan snel echter. De kans is daarom groot dat in de toe
komst de online bezoeker ook ten aanzien van dit materiaal van een consument
in een direct participerende producent verandert.
CONTEXT
204
Carien van Boxtel is juriste, gespecialiseerd in het recht van de intellectuele eigendom,
mediarecht en telecommunicatierecht. Van 1990 tot medio 2003 was ze advocaat in
Amsterdam. Zij heeft diverse publicaties op haar naam staan en was onder meer co-auteur van
de Beeldrechtwijzer (SDU 1997). Momenteel is zij als projectonderzoeker werkzaam bij het
Instituut voor Informatierecht (IVIR) van de Universiteit van Amsterdam waar zij werkt aan
een auteursrechtelijke studie voor de Koninklijke Bibliotheek.
Karei Dibbets is als universitair docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn
proefschrift ging over de komst van de geluidsfilm in Nederland, de reacties op de nieuwe techniek en
de internationale rol van Nederlandse financiers in dit proces van technologische innovatie. Hij is
een van de medewerkers aan het door NWO gefinancierd onderzoeksprogramma, 'Cinema, modern
life and cultural identity, 1896-1940'. Onder zijn leiding is een onderzoeksinstrument ontwikkeld
voor het beschrijven en analyseren van de filmcultuur in het verleden, via internet toegankelijk op
CinemaContext.nl.
Henk Duits studeerde Boek-, Archief- en Informatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.
Na diverse functies op het gebied van Records Management bij de provincie Noord-Holland is hij
sinds 2000 hoofd afdeling concerntaken bij het Haags Gemeentearchief.
Pieter van der Heijden studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en werkte daarna
in verschillende musea en bij een educatieve uitgeverij. Hij is nu sectormanager Presentaties bij het
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Media
Experience, die in 2006 zijn deuren opent.
Giovanna Fossati is Curator at the Filmmuseum in Amsterdam. She is responsible for restoration
projects and activities in the research and development area. She is author of numerous articles on
colour in early cinema and on film preservation, and a website on film restoration and projection.
She also teaches at the University of Amsterdam, within the MA programme 'Preservation and
Presentation of the Moving Image'
Bert Hogenkamp is mediahistoricus bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en tevens
bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van film, radio en televisie in Nederland aan de Universiteit
Utrecht. Hij heeft verschillende boeken en talloze artikelen gepubliceerd over de geschiedenis van de
film, met name die van de documentaire. Zijn jongste boek De documentaire film 1945-1965. De bloei
van een filmgenre in Nederland verscheen in 2003 bij Uitgeverij 010.
Annemieke de Jong is als Hoofd Informatiebeleid bij het Nederlands Instituut voor Beeld en
Geluid verantwoordelijk voor het strategisch beleid inzake de ontsluiting en beschikbaarstelling
van (digitaal) audiovisueel materiaal. De Jong is lid van diverse nationale en internationale
av-expertcommissies. Als projectleider namens Beeld en Geluid is zij verbonden aan het NWO
project CATCH (Continuous Access to Cultural Heritage) en aan MultimediaN, het nationale
research-programma voor automatische indexeringstechnologie.
205