functies van de scheppers van materiaal is gericht, op interessante informatie processen. Deze moderne aanpak heeftin Nederland een goede voortgang. De uitvoering De archivarissen hebben natuurlijk niet de theoretische beschouwingen afge wacht. Er moest hard gewerkt worden en veel theorie is al verwerkt in de toepas singspraktijk. Noor Schreuder weegt met de vraag 'Historisch of administratief?' de selectie van archieven in de afgelopen decennia. De rumoerige jaren negentig van de vorige eeuw nemen een belangrijke plaats in haar betoog in. Nico van Egmond laat zien hoe de praktijk van selectie en verwerven in het Nationaal Archief thans vorm gekregen heeft. Een goed plan, afgewogen keuzes en een con sistent beleid zijn daarin essentieel. Jelle Bosma bevestigt dat in zijn zoektocht naar Noord-Hollands verleden. Hierin gaat hij na hoe het Rijksarchief in Noord- Holland tot een acquisitieplan kwam. En dan de nieuwste tijd: de digitale eeuw. Hoe gaan wij om met digitale archie ven? Carolien Schoenfeld doet verslag van een Amsterdams project op dit terrein en probeert de ervaringen te verbreden tot een beleid. Agnes Jonker gaat al dieper in op de materie en zoekt naar de eisen die voor selectie van digitaal archief gesteld worden. Het op de oude voet doorvoeren van selectie is onmogelijk: macro-selectie - het waarderen van de context van ontstaan in plaats van het waarderen van de afzonderlijke inhoud van de bescheiden- lijkt onontkoombaar. Het behoud van digitaal archief vraagt op voorhand om regels voor het vastleg gen van gegevens, systematische registratie, zorgvuldige bewaring en bescher ming tegen teloorgang en geknoei. En zij waarschuwt: kantoorautomatisering brengt méér regels en zorgen met zich mee teneinde de volledigheid en betrouw baarheid van archief te waarborgen. Regels die voorschrijven hoe het wél moet en wat beslist niet mag. Discipline met betrekking tot het aanmaken en opslaan van documenten moet een basishouding zijn. Directe toekomst Zoals Horsman in 1988 dagdroomde over de toekomst, zo doet hij dat nu ook in zijn artikel 'Weet van waarde'. Want nieuwe instrumenten en inzichten zijn nodig. De centrale vraag in zijn artikel is of de kennis in kaart is te brengen die nodig is om de criteria voor selectie vast te stellen en toe te passen. In de eerste plaats kan het proces van waardering en selectie transparanter en beter contro leerbaar worden en in de tweede plaats zouden op den duur technologische hulp middelen ontwikkeld kunnen worden ter ondersteuning van de selecteur. Hij maakt daarbij gebruik van concepten en methoden uit kennismanagement en kennistechnologie. Horsman concludeert dat waardering en selectie handelin gen zijn die niet alleen zorgvuldig, maar evenzeer gedocumenteerd moeten gebeuren. Ook een archivaris moet verantwoording afleggen van zijn handelen. Een model van het proces zoals door InterPARES is ontwikkeld kan daarbij goede diensten bewijzen als conceptueel raamwerk. InterPARES was een groot interna tionaal project met als doel de voorwaarden en eisen te formuleren voor de lan- getermijnbewaring van authentieke digitale archiefbestanden. Duidelijk wordt dat het veld al druk bezig is met de implementatie van nieuwe selectiemethoden. Ook Hans Waalwijk zoekt de theoretische onderbouwing van waardering, selectie en verwijdering. Waarderen en selecteren van archiefdocumenten is één van de moeilijkste en belangrijkste taken van de archivaris. Wil deze zich verder kunnen bekwamen op dit gebied, dan zal meer aandacht moeten worden geschonken dan nu het geval is aan de inventarisatie en analyse van de proces sen, handelingen, taken en werkzaamheden die archiefdocumenten genereren. Waalwijk laat zien dat waardering, selectie en verwijdering niet één lineair proces is dat op maar enkele aanwijsbare momenten binnen de levenscyclus van een document plaatsvindt. Hij nodigt de lezer uit te ontdekken dat de archiefstukken die voor uiteindelijke raadpleging over blijven, maar een fractie zijn van dat wat allemaal (niet) is vastgelegd. Alom wordt erkend dat voorafgaand onderzoek naar ontwikkelingen, personen en gebeurtenissen in de samenleving nodig is om goed te kunnen selecteren en om goede selectievoorschriften te formuleren. Ton Kappelhof constateert dat voor de beoordeling van de informatiewaarde van archieven nog geen systeem bestaat dat zich zelf heeft bewezen, al experimenteert het Nationaal Archief met de zogenaamde Historisch-Maatschappelijke Analyse en Archiefanalyse. De resultaten van deze veelbelovende, nieuwe instrumenten om de informatie- waarde van archieven te meten en tot een verantwoorde selectie te komen had hij heel goed kunnen gebruiken bij zijn onderzoek in persoonsdossiers. Nu geldt bij de selectie van en in persoonsdossiers: eerst kijken, dan oordelen en pas daarna beslissen of het de moeite loont ze te bewaren. Maar juist die beslissing is vaak zo lastig te nemen. Het historisch veld en de archivarissen zoeken gezamenlijk naar nieuwe selectiedoelstellingen. Wie over vijftien jaar dit jaarboek ter hand neemt, zal ongetwijfeld met enig leed vermaak beschouwen waarover wij ons thans druk maken. De snelle veranderin gen die wij de afgelopen jaren hebben geconstateerd, zullen in de nabije toekomst ongetwijfeld doorgaan. Redactie WOORD VOORAF 8 9

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2004 | | pagina 6