Selectie en verwerven
voor het nationaal archief
Inleiding
Als ik aan collega-archivarissen vraag of het Nationaal Archief er goed aan
heeft gedaan om het archief van Hans Wiegel in zijn collectie op te nemen, zal
er niemand zijn die zegt dat we dat niet hadden moeten doen. Hans Wiegel is
immers een algemeen bekende Nederlander. Hij is de man die in de jaren '70 en
het begin van de jaren '80 van de vorige eeuw, eerst als kamerlid en fractieleider
van de VVD, later als vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken, samen
met Joop den Uyl en Dries van Agt, een stempel heeft gedrukt op de Nederlandse
samenleving. En ook daarna heeft hij meer dan eens, maar dan vanaf de zijlijn,
van zich laten horen. Hans Wiegel is in de Nederlandse verhoudingen een
'big shot', een 'man van statuur'. Een man ook waar de geschiedschrijver van de
moderne tijd niet omheen kan. En omdat het Nationaal Archief de geschied
schrijver - één van onze klanten - graag ter wille wil zijn, nemen we Wiegels
archief op in onze collectie.
Als ik een zelfde vraag stel over het archief van Theo Hendriks zal deze waar
schijnlijk al heel wat minder eenduidig worden beantwoord. Want, laten we
eerlijk zijn, wie kent nou Theo Hendriks? Theo Hendriks is - en zo staat het ook
op zijn visitekaartje - voormalig lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
In 1994 werd hij daarin gekozen via de lijst van het Algemeen Ouderen Verbond
(AOV). Hendriks was vervolgens één van de hoofdrolspelers in de ruzie die daar
na enkele maanden (of waren het weken?) uitbrak. Gevolg daarvan was dat hij
zich afscheidde van het AOV (dat zegt hij zelf) dan wel uit het AOV werd gegooid
(dat zeggen anderen). Hendriks bleef wel in de Kamer, nu als onafhankelijk
kamerlid. Tot 1998. Want in dat jaar liep zijn mandaat af en stelde hij zich niet
opnieuw kandidaat. In de Kamer was Hendriks een typische back-bencher.
In 1998 bood Hendriks zijn politieke archief over de jaren 1994-1998 aan het
Algemeen Rijksarchief aan. En hoewel hij in de Nederlandse politiek - in tegen
stelling tot Wiegel - slechts een bescheiden rol heeft gespeeld, hebben we het
toch geaccepteerd. Tenminste, aanvankelijk. Want inmiddels is het archief terug
naar de eigenaar! Op het hoe en waarom daarvan kom ik later terug.
Uit bovenstaande voorbeelden wordt niet duidelijk welke factor nu precies de
doorslag geeft bij het beantwoorden van de vraag of een archief in de collectie
van een archiefinstelling - in dit geval het Nationaal Archief - moet worden
opgenomen. De betekenis van de archiefvormer of zijn bekendheid bij het grote
publiek is dat blijkbaar niet, want die zijn in beide voorbeelden totaal verschil
lend. En ook de te verwachten vraag is niet doorslaggevend, want daarvoor geldt
eigenlijk hetzelfde. Maar wat dan wel?
Bij het verwerven van archieven spelen waardering en selectie een belangrijke
rol. Vraag is nu welke criteria je daarbij aanlegt en hoe hard die criteria dan
kunnen en moeten zijn? En als je eenmaal hebt vastgesteld welke categorieën van
archieven voor verwerving in aanmerking komen, wat doe je dan? Wacht je op
wat je aangeboden wordt, of ga je actief op zoek? Stel je zelf je prioriteiten of laat
je je door anderen leiden? En tenslotte, welke concrete acties kun je ondernemen
als je voor een actieve opstelling kiest?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden, moet ik teruggrijpen op de praktijk.
En mijn praktijk is die van het Nationaal Archief. Het vraagstuk van waardering
en selectie zal ik vanuit dat perspectief bekijken. In een afsluitende alinea zal ik
proberen wat meer algemene conclusies te trekken.
Waardering en selectie
Om een samenhangend selectie- en verwervingsbeleid te kunnen voeren dient
een archiefbeherende instelling een helder beeld te hebben van zijn eigen doel
stelling en missie.
doelstelling en missie van het Nationaal Archief
In zijn beleidsverkenning voor de periode 2002-20051 zegt het Nationaal Archief
de nationale cultuurhistorie zichtbaar te willen maken. Het wil aan een breed en
gevarieerd publiek inzicht verschaffen in de geschiedenis van Nederland en de
cultuurbeleving stimuleren door op basis van de collectie (inter)actief informa
tie te verschaffen en activiteiten te organiseren. Om doelstelling en missie te
realiseren verwerft en beheert het Nationaal Archief archieven van landelijke
betekenis, afkomstig van de nationale overheid en van particuliere personen en
instellingen.
collectie centraal
In doelstelling en missie van het Nationaal Archief staat de collectie centraal.
Deze moet naar inhoud, omvang en kwaliteit van 'nationaal belang' zijn en moet
tenminste informatie bieden over de hoge, nationale bestuurs- en politieke
organen, de daarmee verbonden personen en instellingen, en hun beleid. Met
een dergelijke collectie kan het Nationaal Archief een belangrijk - misschien wel
het belangrijkste - informatiecentrum zijn voor de nationale geschiedenis en
voor de historische rol van Nederland in de wereld.
collectie is dynamisch geheel
Om de rol van informatiecentrum voor de Nederlandse geschiedenis ook in de
toekomst naar behoren te kunnen vervullen, en om aan de steeds veranderende
vraag van de gebruikers blijvend tegemoet te kunnen komen, moet de collectie
van het Nationaal Archief steeds worden aangevuld. De collectie mag geen
statisch geheel worden, zij moet zich dynamisch ontwikkelen. Het beleid van het
NICO VAN EGMOND
130
NICO VAN EGMOND SELECTIE EN VERWERVEN VOOR HET NATIONAAL ARCHIEF
1 Beleidsverkenning Nationaal Archief 2002-2005: geschiedenis binnen handbereik (Den Haag, 2002).
131