value of [electronic] records(A222) Beoordeel de authenticiteit Assess authen ticity of [electronic] recordsen (A223) Stel de waarde van de bestanddelen vast (Determine value of [electronic] records). Het eerste van deze drie subprocessen is de kern, de waardering in engere zin (A221). Het InterPARES model doet geen uitspraak over hoe dat plaats vindt. Als control wordt alleen het selectiebeleid gegeven: appraisal strategies. Dit beleid komt uit het besturingsproces (Al) Manage selection function. Iets nauwkeuriger zouden we kunnen vaststellen dat het besturingsproces bestaat uit het opstellen van operationele criteria: de als-dan regels waarvan een vorige paragraaf de syntax beschreef. Hoe het beoordelingsproces verloopt hangt voor een deel af van de gekozen methode: gebaseerd op handelingen of op bestanddelen. Beide kan ook: eerst handelingen voor een eerste waardering, vervolgens een nadere beoor deling van de bestanden zelf. De kennis die voor dit proces wordt gebruikt, leent zich voor een formele syntax is in de vorm van logische beslissingsregels. Voorwaarde is wel dat de beschrij ving van de context en/of de bestanden die elementen bevatten die aansluiten op deze regels. Een simpel voorbeeld moge dit verduidelijken. Als een regel is dat alle blauwe documenten na 1 jaar vernietigd mogen worden, dan zou idealiter uit de beschrijving van de bestanddelen moeten blijken welke kleur de stukken hebben. Eerder onderzoek naar de selectieregels (criteria) en de beschrijving van hande lingen heeft duidelijk gemaakt dat het zeker voor functionele selectie (PIVOT) dat niet zo gemakkelijk is.17 In elk geval bleken destijds, in 1997, de PIVOT criteria onvoldoende op de beschrijvingen van de handelingen aan te sluiten om een expert assistant te ontwikkelen. Ik kom hier aan het eind nog even op terug. Het tweede subproces (A222), Beoordeel de authenticiteit, is min of meer typisch voor InterPARES. Het doel van dat project was immers de voorwaarden te vinden voor de langetermijn bewaring van authentieke digitale archiefbescheiden. Behoud van authenticiteit stond voorop zowel bij selectie als bij preservering. Het doel van dit subproces is vast te stellen welke specifieke authenticiteits kenmer ken de bestanddelen hebben om mede aan de hand daarvan in een volgende stap de uiteindelijke waarde vast te stellen. Voor dit subproces is het dus nodig te weten wat documenten authentiek maakt. Binnen InterPARES was daarvoor een speciale taskforce ingesteld die voort bouwde op onderzoek dat eerder door de University of British Columbia was uitgevoerd.18 Authenticiteit heeft meer van doen met de vorm en functie van de documenten dan met de feitelijke inhoud. De authenticiteit van digitale documenten wordt geborgd in de metadata van de documenten zelf en in de context waarin ze zijn gevormd. Die metadata moeten dus onderdeel uitmaken van de beschrijvingen die het resultaat zijn van deelproces (A21) Verzamel informatie over de bestanddelen. Authenticiteitskenmerken laten zich goed vastleggen in de vorm van templates. Overigens verdient het aanbeveling dit subproces verder te detailleren, dat wil zeggen niet alleen naar authenticiteit te kijken, maar naar de kwaliteit van de documenten in ruimere zin.19 Inhoud (A221) en vorm (A222) bepalen samen voor een belangrijk deel de kwaliteit en dus de toekomstige gebruikswaarde van de bescheiden. Daaraan is toe te voegen de verwachtingen ten aanzien van gebruik, hetzij door de archief vormer zelf (voor het afleggen van verantwoording bijvoorbeeld), hetzij door toekomstige onderzoekers. Kennis daarover - eerder gekenschetst als kennis over de klanten - vormt mede de input voor het derde subproces (A223) Bepaal de waarde. Een mogelijke vorm van vastlegging van die kennis is een lijst van thema's, die zouden moeten matchen met de inhoud van de documenten of de beschrijving van de handeling waarin ze zijn gevormd en gebruikt. Het resultaat van de drie subprocessen (A221, A222 en A223), die tesamen het deelproces (A22) Beoordeel de waarde van bestanddelen vormen, is een min of meer op zichzelf staande waardering, nog niet de uiteindelijke selectiebeslissing; die volgt pas na het bepalen van de haalbaarheid van de bewaring. Over de wijze waarop de resultaten van de drie processen tegen elkaar worden afgewogen, laat InterPARES zich niet uit. In een ideale selectieprocedure wordt dat wel expliciet vermeld, zodat een debat met gebruikersgroepen ook daarover kan plaatsvinden. Selectie: proces en kennis Op de waardering volgt de formele selectie. Het InterPARES model suggereert dat de selectiebeslissing kan afwijken van de waardering. Men zou kunnen zeggen dat waardering een voorstel doet en selectie uiteindelijk beslist en daarbij argumenten hanteert die buiten de waardering vallen. InterPARES analyseerde de waardering en selectie van elektronische documenten en gebruikt dus argumen ten die ogenschijnlijk alleen daarvoor opgaan. We zullen echter zien dat de aanpak ook een bredere geldigheid heeft. Voorlopig volgen we de InterPARES redenering. NIEUWE INSTRUMENTEN EN INZICHTEN 16 Al aan het begin van het PIVOT project bepleitte Klep een dergelijke benadering, waarvoor hij ook wel steun vond in de Commissie voor archieven. P.M.M. Klep, Archieven bewaren: cultureel investeren in de toekomst. Discussienota over selectie en vernietiging van archiefbescheiden ten behoeve van de Rijkscommissie voor de Archieven. (Nijmegen, 1992). Idem, 'Selectie en vernietiging van archiefmateriaal. Waar blijft het stand punt van de historici en van het Nederlands Historisch Genootschap', in: Bijdragen en Mededelingen voor de Geschiedenis der Nederlanden 108:1 (1993), pp. 190-197. 202 PETER HORSMAN WEET VAN WAARDE 17 Peter Horsman, The Application of Knowledge Engineering in Archival Appraisal. Ongepubliceerde master- thesis, London, Middlesex University, 1997. Op deze scriptie is dit artikel goeddeels gebaseerd. 18 Luciana Duranti, Terence Eastwood and Heather MacNeil, Preserving the Integrity of the Archival Fonds (Dordrecht, 2002). 19 Peter Horsman, 'Archiefsystemen en kwaliteit', in: P.J. Horsman, F.C.J. Ketelaar en T.H.P.M. Thomassen, Naar een nieuw paradigma in de archivistiek. ('s-Gravenhage, 1999), pp. 85-105. 203

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2004 | | pagina 103