De grootste knelpunten bij het zoeken naar informatie doen zich voor in het Gemeentearchief Het stellen van ongerichte vragen door bezoekers is er een van. "Doet u mij iets over en dan volgt een onderwerp waar hele boekenkas ten over zijn volgeschreven. Op de studiezaalmedewerker rust dan de taak om net zolang door te vragen tot een specifieke of concrete vraagstelling wordt bereikt. Een enkele keer is de vaagheid van de vraagstelling te wijten aan gêne, bijvoor beeld bij bezoekers die op zoek zijn naar hun onbekende ouders of analfabeten die niet graag toegeven dat zij niet kunnen lezen. Een ander knelpunt dat tot zoekproblemen leidt, is de wens van sommige bezoekers dat informatie waarnaar zij op zoek zijn in een keurig afgerond dossier staat. Dit wordt veroorzaakt door onbekendheid met de aard van de instelling en de bronnen die daar aanwezig zijn. Een goed voorbeeld hiervan is het huizen- onderzoek. Het Gemeentearchief beschikt niet over dossiers waar alles te vinden is over één adres waarnaar een bezoeker op zoek is; gegevens over dat ene adres zijn in velerlei verschillende bronnen te vinden. Hetzelfde soort gebrek aan ervaring leidt bij sommige bezoekers tot verbazing dat niet alles wordt bewaard maar dat bepaalde documenten blijkbaar worden vernietigd. Een meer algemeen probleem is, dat het voor de studiezaalmedewerker soms moeilijk in te schatten is of bezoekers komen voor informatie waarvan men al weet dat het aanwezig is of voor informatie waarvan men dat niet weet. Bezoe kers komen met een bepaalde vraag in hun hoofd en zijn hierop zo gefixeerd dat zij vergeten deze vraag goed te stellen. En hoewel de studiezaalmedewerkers zich bewust zijn van het feit dat zij bezoekers sturen als ze hen naar een bepaalde informatiebron doorverwijzen, is het nauwelijks te voorkomen dat deze sturing plaats vindt. In het Gemeentearchief zijn talloze hulpmiddelen voor het zoeken naar infor matie aanwezig. De bezoeker werd gevraagd welke van deze hulpmiddelen hij gebruikt en welke hij bovendien kent. Uit de antwoorden op de vraag naar het feitelijke gebruik van hulpmiddelen blijkt dat de klappers op registers en DTB- boeken het meest worden geraadpleegd (34,6%), gevolgd door de studiezaal medewerker (31,8%) en het Overzicht archieven en collecties (26,8%). De vraag naar bekendheid met de hulpmiddelen in het Gemeentearchief levert naast te verwachten resultaten (45,9% van de respondenten kent de klappers op registers en DTB-boeken, 41,8% het Overzicht archieven en collecties) ook verrassende resultaten op: de fotoladen zijn slechts bij een kwart van de bezoekers bekend, iets meer dan een kwart kent de bibliotheekcatalogus. Een van de recent ontwikkelde hulpmiddelen bij het zoeken naar informatie is de website van het Gemeentearchief. Tweederde van de respondenten blijkt de website minstens éénmaal bezocht te hebben, tegen eenderde die dit nooit heeft gedaan. Van deze virtuele bezoekers bezocht tweederde het digitale Overzicht van archieven en collecties en bijna eenzelfde percentage de digitale index op de gezinskaarten. Het minst bezocht werd de rubriek 'Veel gestelde vragen' waar sommige archiefbezoekers nu juist het antwoord op hun vraag zouden kunnen vinden. Als men tevens naar leeftijd en geslacht van de respondenten kijkt bij deze vraag, zien we een opvallende uitkomst: van de mannen onder de 30 jaar hebben de minste respondenten de website een keer bezocht, van vrouwen in de leeftijd van 31 tot 55 jaar de meeste. Over alle leeftijdscategorieën samen blijken meer vrouwen dan mannen de website minstens eenmaal bezocht te hebben. Naast informatiebronnen in het Gemeentearchief, blijkt ruim 90% van de respondenten ook informatiebronnen buiten het Gemeentearchief te gebruiken. Voor meer dan de helft van hen zijn internet en andere archiefinstellingen een belangrijke informatiebron. Vakbibliotheken en de openbare bibliotheek scoren ook hoog, terwijl een kwart aan informatie komt via het lidmaatschap van een vereniging. Het kleine aantal respondenten dat voor zijn onderzoek geen informatie buiten het Gemeentearchief gebruikt doet voor een aanzienlijk deel onderzoek naar de eigen stamboom. Bezoekmotieven De vraag naar het bezoekmotief van de archiefbezoeker komt in alle boven genoemde onderzoeken voor en is dus een mooi onderwerp voor vergelijking van de verschillende archiefinstellingen. In de enquête van afgelopen zomer in het Gemeentearchief Amsterdam konden de respondenten kiezen uit vier motieven: hobby/zelfstudie werd aangekruist door 53,5% van de respondenten, weten schappelijk onderzoek door 25,2%, werk (anders dan wetenschappelijk onder zoek) door 12,4% en school of opleiding door 6,9%. De resterende 2% gaf aan zowel voor werk als voor hobby te komen. Hiermee lijkt het Gemeentearchief Amsterdam een beduidend diverser publiek te trekken dan andere archiefinstel lingen. In het reeds aangehaalde onderzoek onder de bezoekers van de rijks archieven in 1994 bleek gemiddeld ca. 70% van de bezoekers voor hobby en zelfstudie te komen en 12% in verband met werk of beroepsuitoefening.7 Volgens de Kwaliteitsmonitor van de DIVA over het jaar 2002 komt 60% van de respon denten naar de onderzochte archiefinstellingen met een genealogisch bezoek motief en 40% met een andere reden. In de tabel hieronder zijn de meest recente onderzoeksgegevens uitgesplitst naar leeftijdscategorie. Men dient zich hierbij wel te realiseren dat de bezoekmotieven hobby/zelfstudie aan de ene kant en genealogie aan de andere kant elkaar niet geheel overlappen. De percentages tussen haakjes geven het aandeel weer van de desbetreffende leeftijdscategorie in het totaal aantal bezoekers. ONDERZOEKERS IN DE STUDIEZAAL 108 HERMAN BONGENAAR KENNIS EN KUNNIS Enquête GAA 2003 DIVA Kwaliteitsmonitor8 2002 2003 30- jaar (20,5%) 34- jaar (12%) (10%) hobby/zelfstudie 4,0% genealogie 3% 4% andere categorieën 16,5% anders 8% 7% 31-55 jaar (3 5,5%) 35-49 jaar (20%) (19%) hobby/zelfstudie 20,5% genealogie 10% 11% andere categorieën 15,0% anders 11% 9% 55+ jaar (44,0%) 50-64 jaar (40%) (38%) hobby/zelfstudie 29,0% genealogie 27% 28% andere categorieën 15,0% anders 14% 14% 65+ jaar (28%) (33%) genealogie 20% 27% anders 8% 8% Totaal leeftijd (100%) Totaal leeftijd (100%) (100%) Totaal hobby andere cat. 100% Totaal genealogie anders 101% 108% 7 H.G. Oost, "De bezoekers van de Rijksarchiefdienst in Nederland", in: Miscellanea Archivistica Studia 79 (Brussel 1996) 30. 109

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2002 | | pagina 56