Het goed structureren van de zoektocht naar gegevens bleek ook een competentie
die onderzoekers gaandeweg door schade en schande geleerd hadden. Sommigen
waren gewoon "maar begonnen" en hadden daarbij maar lukraak alle gegevens
genoteerd die er over een bepaalde naam te vinden waren. Dit leidde uiteindelijk
tot onbevredigende resultaten.
Bepaalde problemen die onderzoekers tegen het lijf hepen zijn helaas ook voor
een archiefdienst onoplosbaar. Voorbeelden hiervan zijn het ontbreken van
bepaalde bronnen (omdat deze verloren zijn gegaan) en een heel praktisch pro
bleem als de lichtsterkte in de studiezaal (die nu eenmaal niet boven een bepaal
de waarde uit mag gaan vanwege het feit dat er in de zaal ook originelen ter
beschikking worden gesteld).
Studiezaalmedewerkers geven aan dat veel van de door genealogen gestelde
vragen met name betrekking hebben op de vindplaats en werking van de diverse
bronnen, het interpreteren van gegevens en hele praktische zaken, zoals of men
kopieën kan maken en wat dit kost.
Conclusie
Vergelijking van de onderzoeksresultaten per dienst
Na het vergelijken van de conclusies en aanbevelingen die uit onze beide onder
zoeken voortkwamen, kwamen we tot de ontdekking dat de resultaten elkaar
nauwelijks ontliepen. Van tevoren hadden we verwacht dat er op zijn minst een
aantal grotere en kleinere verschillen zouden zijn tussen onze beide diensten.
De mate waarin onze resultaten overeenkwamen was voor ons dan ook een
verrassing.
Het lijkt dan ook niet zinvol om hier nog een aparte opsomming te geven van de
onderzoeksresultaten per dienst. In plaats daarvan zal een totaaloverzicht
worden gegeven van de competenties die blijkens onze beide onderzoeken nood
zakelijk zijn voor het doen van genealogisch onderzoek. Tenslotte volgt een lijst
van aanbevelingen voor de beide onderzochte diensten en zal worden ingegaan
op het belang van dit onderzoek voor andere archiefdiensten.
Enkele kleine verschillen tussen onze resultaten waren er uiteraard wel. Zo
noemden de ondervraagde genealogen in Waalwijk expliciet het goed documen
teren van de onderzoeksresultaten, terwijl dit in Zutphen niet ter sprake is
gekomen. Een ander verschil tussen beide onderzoeken was verder dat in beide
onderzoeksverslagen dezelfde competenties op een andere manier zijn benoemd.
Na vergelijking bleek dat we beiden in feite hetzelfde bedoelden, maar daarvoor
een andere term gebruikten. Hieronder is dan ook gekozen voor een meer een
duidige formulering van de resultaten.
Benodigde competenties voor het doen van genealogisch onderzoek
Een van de doelstellingen van ons onderzoek was te komen tot een formulering
van benodigde competenties voor het doen van genealogisch onderzoek. Een
overzicht van deze competenties is hieronder in tabelvorm weergegeven. Steeds
zijn ter verduidelijking per competentie ook één of enkele voorbeelden opgeno
men. Welke competenties in welke gevallen noodzakelijk zijn hangt uiteraard af
van het soort genealogisch onderzoek dat wordt verricht en de soorten bronnen
die daarbij worden gebruikt. Zo zal een genealoog die uitsluitend onderzoek doet
in de registers van de burgerlijke stand geen oud schrift hoeven te beheersen.
Het is dus niet zo dat alle onderstaande competenties bij iedere genealoog aan
wezig dienen te zijn.
ONDERZOEKERS IN DE STUDIEZAAL
100
CHRISTIAN VAN DER VEN, JOOST SALVERDA DE WEG NAAR HAMELEN: ZELF LATEN ZOEKEN OF DIRECT VERTELLEN?
Competentiegebied Benodigde competenties
Kennis Kennis van het bestaan van de beschikbare soorten bronnen,
hulpmiddelen en eventuele aanvullende bronnen.
Kennis van de vindplaats van de benodigde bronnen en hulpmiddelen
(op de studiezaal danwel in het depot via een op de studiezaal
aanwezige toegang).
Kennis van de administratieve geschiedenis van de gebruikte bronnen
(hoe werden ze ingevuld en gebruikt, welke eigenaardigheden zijn er
ontstaan, met welk doel is de betreffende bron ontstaan).
Kennis van methoden en technieken van genealogisch onderzoek
(zoekstrategieën, noteren van gegevens, oplossen van problemen e.d.).
Kennis van de lokale en/of regionale geschiedenis (onder andere
noodzakelijk voor het kunnen plaatsen van gegevens in de
omstandigheden van de betreffende tijd).
Kennis van de huisregels en het omgaan met (originele) stukken
(in verband met het aanvragen, raadplegen en kopiëren van stukken).
Inzicht Inzicht in de inhoud en de werking van de bronnen en bijbehorende
toegangen en hulpmiddelen.
Het leggen van logische verbanden (bijvoorbeeld tussen gevonden
informatie alsmede tussen gezochte informatie en de mogelijkheden
die de diverse bronnen bieden).
Vaardigheden Communicatieve vaardigheden (aan anderen duidelijk kunnen
maken welke gegevens gezocht worden, kunnen formuleren van een
probleem, discussiëren over mogelijke oplossingen).
Het kunnen lezen en begrijpen van oude handschriften, Latijn, Frans
en eventuele andere talen.
Het kunnen afbakenen van het onderzoek.
Associatief kunnen zoeken.
Systematisch kunnen zoeken.
Kunnen bedienen van de benodigde apparatuur.
Ervaring hebben in het doen van genealogisch onderzoek
(men leert het het beste door het te doen).
Systematisch documenteren van het onderzoek (alleen de relevante
gegevens op een geordende, overzichtelijke manier noteren).
Kunnen zoeken in digitale zoeksystemen.2
Houding Zelfstandigheid.
Geduld en doorzettingsvermogen.
2 Deze competentie is geen absoluut noodzakelijke voorwaarde, maar gezien de stand van de techniek en de
toename van de hoeveelheid bronnen en hulpmiddelen die op digitale wijze beschikbaar worden gesteld
neemt het belang ervan wel duidelijk toe.
101