Van kaartenbak tot multimediale encyclopedie op internet Een verhaal van realiteit tot ideaal. Inleiding Zoals alle bibliotheken, archieven en musea maakte ook Theater Instituut Nederland zijn collecties lange tijd alleen toegankelijk met behulp van kaarten bakken met beschrijvingen van de boeken, de documentatie en de museum collectie. En zoals zoveel instellingen met diverse collecties had het voor elk collectieonderdeel een aparte kaartcatalogus en voor bijna elk onderdeel een aparte toegang. De grote diversiteit van de collecties (zie tabel 1) zorgde voor een grote diversiteit in toegangen. Zocht je een specifiek object (bijvoorbeeld een affiche van een bepaalde voorstelling) dan was dat geen probleem. Maar als je informatie zocht over een bepaald thema was je gedwongen verscheidene kaartenbakken te doorlopen en dan moest je nog maar afwachten in hoeverre de catalogi verder gingen dan ontsluiting op naam of titel. In dit artikel wil ik beschrijven hoe met de komst van de computer die scheiding tussen de materialen bij gebruikmaking van een databank eigenlijk is opgeheven en hoe met het toevoegen van links, illustraties, aanvullende teksten en in de nabije toekomst beeld en geluid, deze databank zal evolueren van de kaartenbak als toegang op de collectie tot een online encyclopedie met links naar de materialen, maar ook naar andere kennisbronnen. Het is geen handleiding om uw eigen collectie op een dergelijke manier toegan kelijk te maken, maar misschien wel een aanleiding om eens op een andere manier naar deze materie te kijken. Tabel 1: De collectie van het TIN bestaat uit 20 deelcollecties: Tabel 2 Gegevensbestanden van het TIN: Algemene ontwikkelingen Na de introductie van de computer in de bibliotheek- en museumwereld duurde het niet lang voordat de meeste instellingen een eigen database hadden, die geen van alle erg flexibel waren. Al snel zag men mogelijkheden om door samenwer king te komen tot een grote efficiencyslag. Het toekomstbeeld was een grote database waarin de samenwerkende instellingen hun beschrijvingen zouden invoeren of aan konden ontlenen. Het bibliotheekprogramma (en de gelijk namige organisatie) PICA is een goed voorbeeld van deze benadering. Maar niet iedereen sloot zich aan bij dit soort samenwerkingsverbanden, enerzijds vanwege de kosten, anderzijds vanwege het feit dat door de geringe flexibiliteit en biblio theekgerichtheid van dat soort systemen niet aan alle specifieke eisen van de instellingen voldaan kon worden. De databases werden in de loop der jaren steeds flexibeler, waardoor integrale ontsluiting van meerdere collecties steeds beter mogelijk was. Daarnaast werd door de mogelijkheden die internet bood het model van de 'schillen' ontwikkeld: zoekmachines die tegelijk konden zoeken in meerdere aangesloten databases. Voorwaarde was wel dat die databases enigszins voldeden aan een standaard. Door verdergaande zoekmogelijkheden, zoals toegepast bij webbrowsers als Google, en meer toegankelijkheid van de datasets door toepassing van moderne re internettalen als XML en opvolgers, worden deze decentrale databases steeds toegankelijker voor de zoekers op internet. Het beeld van een centrale database voor meerdere instellingen leek daarmee achterhaald. Maar toch lijken meer centraal opererende databases toekomst te hebben. Doordat de databases steeds flexibeler worden, is het mogelijk om met meer instellingen die deels dezelfde informatie invoeren en gebruiken, in dezelfde database te werken, ook al beheren zij verschillende materialen en informatie en werken ze met uiteenlopende speci ficaties en verschillende doelstellingen. Wat gaat dit betekenen voor de archief wereld? Ontwikkelingen als De Woonomgeving'1 zijn in dat verband interessant. PAUL POST Boeken 80.000 Tijdschriften 250 meter Bladmuziek 20.000 Documentatie (Programmaboekjes, knipsels, recensies) 375 meter Archieven 327 Brieven 10.000 Foto's 160.000 Video's 8.000 Geluidsdragers 24.000 Schilderijen 124 Sculpturen 138 70 PAUL POST VAN KAARTENBAK TOT MULTIMEDIALE ENCYCLOPEDIE OP INTERNET Prenten en tekeningen 22.000 Affiches 20.000 Kostuums 1500 Maquettes 3 50 Achterdoeken 34 Poppen en marionetten 2.500 Maskers 185 Miniatuur en papierentheaters 80 Diversen en curiosa 500 Productiebeschrijvingen 38.500 Adresgegevens (incl. mail en webadressen) [check] Materiaalbeschrijvingen 190.000 1 Zie het artikel van Christian van der Ven in dit jaarboek p. 226 71

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2002 | | pagina 37