Wat verwacht je op de tentoonstelling te zien? Waarom? Wat zou je van dit onderwerp willen zien? Waarom? Wat wil je over onderwerp te weten komen? Wil je dingen horen die je al weet? Wil je iets nieuws leren, en zo ja wat? Na een dergelijk onderzoek is een museum beter in staat te achterhalen of het onderwerp van de tentoonstelling de moeite waard is. En of de plannen die het museum heeft, bijvoorbeeld ter plekke chocola maken -inclusief stank-, aan dacht voor chocoladeletters, voor de erotische betekenis van chocola en opdrach ten aan kunstenaars om chocoladewerken te maken wel goede ideeën zijn. Het geeft het tentoonstellingsteam een idee of ze op de goede weg zijn. Foto's of voorwerpen kunnen gebruikt worden om bezoekers gerichte vragen te stellen. Naturalis, het nationaal natuurhistorisch museum in Leiden, is bezig met het ontwikkelen van een tentoonstelling over planten en dieren die leven in extreme omstandigheden. De opening is gepland in herfst 2006. In het front-end onderzoek ten behoeve van deze tentoonstelling is de bezoekers een aantal foto's getoond van extreme leefomstandigheden. Bij het tonen van de foto's zijn vragen gesteld als: "Kunt u een dier noemen, dat hier leeft?", "Kunnen mensen hier overleven?" en "Welke aanpassingen zou een mens moeten ondergaan voordat hij in deze omgeving kan leven?" Met antwoorden op onder andere deze vragen wordt duidelijk met welke kennis bezoekers het museum binnenkomen. Testen van de verhaallijn De volgende stap is de analyse van de voorziene verhaallijn. Ook hierbij wordt de hulp ingeroepen van potentiële bezoekers. Het museum wil van hen weten: Wat vind je van de verhaallijn van de tentoonstelling? Wat denk je wat we je willen vertellen Wat vind je hier goed en niet goed of onjuist aan? Museum Naturalis opende in 1998. Een van de openingstentoonstellingen was getiteld Leven en had de intentie het verhaal te vertellen van het ontstaan van het leven. Het museum twijfelde tussen twee opties. Een optie was de tentoonstelling te laten beginnen bij het begin van leven op aarde. De andere optie was in het hier en nu te beginnen en terug te gaan in de tijd. Welke optie was de beste voor de tentoonstelling en voor de bezoeker? Het museum testte de verhaallijn om van de bezoekers een advies te krijgen. Het resultaat was dat de helft van de bezoekers er de voorkeur aan gaf te beginnen in het verleden, terwijl de andere helft de omgekeerde volgorde prefereerde. Wat deed het museum met de resultaten? Er is een tentoonstelling gerealiseerd waarbij geen sprake was van een gedwongen route, wat aanvankelijk wel een idee was.10 Consultaties Een voorbeeld van het testen van een product in een vroeg stadium van ontwik keling komt uit het Amsterdams Historisch Museum. Om een tentoonstelling over mode voor te bereiden werd er een bijeenkomst georganiseerd met het tentoon stellingsteam, andere stafleden en een externe adviseur, afkomstig van een onderzoeksbureau.11 Een van de doelen van de bijeenkomst was het voorgestelde tentoonstellingsconcept en de lijst van ten toon te stellen objecten te bediscus siëren, vanuit het idee dat een nieuwe doelgroep moest worden aangetrokken. Als een van de doelgroepen was al de lezersgroep van een glossy damesblad uitge kozen. Zich baserend op de database van het onderzoeksbureau vertelde de externe adviseur de verbaasde museummedewerkers dat de gekozen doelgroep reeds tot de museumbezoekers behoorde. En de specialist ging verder met het beschrijven van de doelgroep, hun lifestyle, naar welke televisieprogramma's zij keken, welke kranten en tijdschriften zij lazen. Gestimuleerd door deze informatie ontstond een brainstorm hoe het museum een aantrekkelijke tentoonstelling over mode voor vrouwen kon maken. Als resultaat van de discussie werd het originele tentoonstellingsconcept van de tentoonstelling aangepast. Later bleken niet alle hemelbestormende ideeën realiseerbaar, maar de les van deze sessie was helder. Je kunt het beste een tentoonstelling voor een doelgroep maken als je een heel helder beeld hebt van de doelgroep. Alleen dan ontstaat er een product dat aansluit. Soms kan hulp van buiten helpen om meer gedetailleerde informatie te verschaffen. Een andere vorm van consultatie is de collegiale consultatie waarbij collega's met een zelfde achtergrond of discipline gevraagd wordt om advies, soms eenmalig, soms vaker. Zo had Naturalis bij de ontwikkeling van het nieuwe museum feed back van een groep deskundigen ten aanzien van de wetenschappelijke aspecten, de vormgeving, de educatie en public relations en marketing. Al deze groepen bestonden uit specialisten uit het veld. Zij ontmoetten elkaar meerdere malen tijdens de conceptuele fase en de bouwfase om de ideeën en plannen van de museumstaf te bespreken en van hun deskundig advies en mening te voorzien. Niet alle adviezen werden overigens overgenomen. Formatieve evaluatie Formatieve evaluatie vindt plaats tijdens de ontwikkeling van een product en in dit geval bij de ontwikkeling van tentoonstellingen. Meestal worden daarbij mock-ups gebruikt die bijvoorbeeld gemaakt zijn van karton. Formatieve evaluatie is een integraal onderdeel van het ontwikkelingsproces, voordat het definitieve ontwerp vaststaat. Het hoofddoel van formatieve evaluatie is vast te stellen hoe goed de onderdelen van een tentoonstelling de bedoelde inhoud communiceren. Soms in algemene zin, soms ten aanzien van een specifieke doelgroep. Een eenvoudig voorbeeld is de grootte van een tekstbordje en het gebruikte letter type. Aan een groep bezoekers wordt gevraagd hierop te reageren. Naar aanlei ding van hun reactie worden de grootte van het bordje en het lettertype aangepast. Dan worden er nieuwe groepen om een reactie gevraagd, net zolang tot er een bevredigend product is. Veel commerciële producten worden eerst getest met beoogde gebruikers voordat deze producten daadwerkelijk in productie wordt genomen of juist niet. Niet alleen kunnen losse elementen van een tentoonstelling worden getest, ook een tentoonstelling als geheel kan onderwerp van formatief evaluatieonderzoek zijn. In december 1999 opende het Amsterdams Historisch Museum zijn nieuwe permanente tentoonstelling. Ter voorbereiding van de nieuw te ontwikkelen zalen gewijd aan de 19e en 20ste eeuw hield het museum in 1998 een pilot door DE ERFGOEDINSTELLING EN HAAR PUBLIEK 10 Jan Sas, 'Storyline testing in het NNM. Testen voor de toekomst', Museumvisie 20 (1996) 3, 4-8. 48 JAN SAS KEN UW PUBLIEK! DE MUSEUMWERELD ALS VOORBEELD 11 Motivaction. Bureau voor onderzoek en strategie ontwikkeling, http://www.motivaction.nl 49

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2002 | | pagina 26