In verschillende provincies wordt samengewerkt bij de invoering van het hand vest. Dit met als resultaat een provinciebreed handvest met daarin een gezamen lijk publieksaanbod. Dat kan in een folder worden opgenomen en ook op een gemeenschappelijke internetsite worden gezet met directe verbindingen met de eigen sites van de instellingen. Die zijn nu voor een bezoeker soms zeer moeilijk te vinden omdat ze onderdeel uitmaken van gemeentelijke sites. Ook in provinciaal verband blijft naast het realiseren van gemeenschappelijke doelen belangrijk om eigen doelen te realiseren. Wanneer tegelijkertijd wordt gewerkt aan een provinciebreed handvest en een eigen handvest dan vullen beide sporen elkaar aan en versterken elkaar. Leren van elkaar en meer uniformiteit naar de gebruiker gaan op die manier hand in hand. Keurmerk Archieven Er zou net als bij de bibliotheken en musea een systeem van certificering moeten komen waarbij instelling die voldoen aan (gezamenlijk) bepaalde normen een keurmerk krijgen. Voor ieder onderdeel in het handvest dienstverlening kan voor zover het eigen handvest de minimumnormen haalt door DIVA een ster worden toegekend. Nederlandse Hotel Classificatie met vijf sterren De komende twee jaar komen er nieuwe bordjes op de hotels waarop staat hoeveel sterren ze bezitten. Na bijna twintig jaar is de tijd daar voor een nieuw hotelclassificatiesysteem. De nieuwe normen zijn eind 2003 gezamenlijk vastgesteld door de branche organisatie, de ANWB en het Bedrijfschap Horeca. Het grote verschil met het oude systeem is dat er minder aandacht is voor de zichtbare voorzieningen en er meer oog komt voor kwaliteit en service. Consumenten krijgen op die manier o.a. via internet een beter overzicht van de voor hen meest geschikte hotels. Op basis van een zelf ingevulde vragenlijst worden de sterren voorlopig toe gekend. Pas na controle mag de hotelier het nieuwe donkerrode NHC-schildje aan de muur schroeven. Dit keurmerk kan bij archieven worden ingevoerd wanneer een groot aantal archieven een eigen handvest heeft gepubliceerd en geregeld is hoe de controle moet plaatsvinden. Kwa liteitssysteem Succesvolle vormen van samenwerking vormen de basis om op voort te bouwen. Naast het handvest en de kwaliteitsmonitor zijn dit audits, workshops, studie dagen en bedrijfsbezoeken die in DIVA-verband worden georganiseerd. Door deze instrumenten te integreren in de planning controlcyclus van een archiefinstel ling wordt het een kwaliteitssysteem! Op die manier komt er structureel aan dacht voor kwaliteit binnen een organisatie. Organisaties die bestaan uit losse specialistische onderdelen groeien toe naar integrale organisaties. Op basis van klantenwensen worden processen op elkaar afgestemd en er wordt gestuurd met prestatie-indicatoren. Op die manier kunnen de met geldverschaffers in dienst verleningsovereenkomsten afgesproken prestaties worden nageleefd. De ontwikkeling naar integrale organisaties wordt afgeremd door de Industriële Revolutie en de ideeën van Taylor. Deze hebben nog steeds een grote invloed op de wijze waarop organisaties zijn gestructureerd en processen verlopen. Vaak hebben organisaties nog een functionele indeling waarbij de werkzaamheden ver deeld zijn naar specialisaties. Gezien de problemen die dit in het primaire proces dagelijks oplevert worden de muren tussen afdelingen door steeds meer organisa ties geslecht. Kengetallen In 2002 heeft DIVA in het rapport 'Van trends volgen naar trends zetten' de mogelijkheden in beeld gebracht om met kengetallen de branche te profileren, tussen archiefinstellingen te benchmarken en normen te ontwikkelen over de volle breedte van een archiefinstelling. De aanbevelingen in het rapport volgend zouden archieven structureel (cijfermatig) materiaal moeten verzamelen over hun organisatie en dienstverlening waardoor onderlinge vergelijking mogelijk wordt. Om te kunnen beschikken over voldoende actuele gegevens zou dit tweejaarlijks moeten gebeuren. Het CBS publiceerde tot voor kort om de vijf jaar de statistiek archieven maar is daartoe wegens bezuinigingen niet meer in staat. Nu door overheden en archiefinstellingen samen wordt ingezet op de vergroting van publieksgerichtheid van archieven is een betrouwbare statistiek waarin de resul taten van deze inzet wordt weergegeven voor alle partijen essentieel. Hierdoor wordt voor het publiek tevens transparanter welke prestaties archief instellingen voor de beschikbaar gestelde middelen leveren. Landelijke kengetallen zijn zeker nodig om het corporate image van archieven en RHC's te verbeteren en de sector meer profiel te geven. Immers, een branche zonder kengetallen bestaat niet! Kennis delen De omgeving waarin archiefinstellingen opereren vertoont een ongekende dyna miek. Om te kunnen sturen op kwaliteit, dat een bewegend doel is, gaan organi saties zich steeds flexibeler organiseren. Of een organisatie succesvol is, hangt in toenemende mate af van de wijze waarop men van de beschikbare informatie en kennis gebruik weet te maken. Het belang ervan is zo groot geworden dat Peter Senge spreekt over de vierde productiefactor. Kennis is de bepalende factor geworden voor het competitief vermogen van een organisatie. Deze kennis is complex van aard en samengesteld uit een scala van specialismen. Het verwerven en ontwikkelen van deze 'competitieve' kennis stelt hoge eisen aan de organisatie en aan het kennismanagement in het bijzonder. De steeds dynamischer wordende archiefinstellingen doen er goed aan om hun kennis niet alleen te delen binnen de eigen organisatie, maar ook met andere organisaties. Om te kunnen komen tot kennismanagement is een stevig netwerk nodig. Dit kan door het kwaliteitsplatform van DIVA verder uit te bouwen. Daarnaast kunnen de resultaten van gezamenlijke leerprocessen via de kennis bank op de site van DIVA voor een ieder toegankelijk gemaakt worden. Dit vraagt tevens van de instellingen een actieve inbreng van de ervaringen met toegepaste kwaliteitsinstrumenten. DE ERFGOEDINSTELLING EN HAAR PUBLIEK 38 FRED SCHOT VAN KLANTGERICHT NAAR KLANTGESTUURD 39

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2002 | | pagina 21