Om kwaliteit te kunnen garanderen ontstonden er keurmerken. Deze keurmer ken kregen steeds meer een gebruikersgeorienteerde invulling. Na de tweede wereldoorlog werden in Nederland het Kemakeurmerk en dat van de Vereniging van huisvrouwen de meest bekende. Na 1965 begonnen fabrikanten zich de afstand tussen klant en producent steeds meer te realiseren en brak een nieuwe fase in de ontwikkeling van kwaliteitszorg aan. De Amerikaan Philip Crosby benadrukte in de zeventiger jaren dat ook voldaan moest worden aan de verwach tingen van de klant. Bedrijven moesten producten en diensten leveren die aan sluiten bij behoeften en wensen van de klant. Hij introduceert de prestatienorm Zero defects. Kwaliteit en marketing gaan vanaf dat moment hand in hand. Juran: 'Quality is fitness for use' Crosby: 'Quality is fitness to user expectations' De vier peilers van het kwaliteitsproces volgens Crosby.3 1. Definitie van kwaliteit Onder kwaliteit verstaat Crosby het voldoen aan vereisten. Hieraan kan alleen worden voldaan wanneer medewerkers weten wat deze in houden. 2. Het systeem van kwaliteit Om aan de vereisten van kwaliteit te kunnen voldoen zullen processen en goederen voortdurend moeten worden gecontroleerd en beoordeeld. 3. De prestatienorm Er zal een norm moeten worden gesteld om de prestaties mee te vergelijken. Daartoe moeten prestatieindicatoren worden ontwikkeld. De prestatienorm is 'zero defects'. 4. Het meten van kwaliteit Kwaliteit kan het beste worden gemeten door te berekenen wat het kost wanneer niet aan de norm wordt voldaan zoals fouten herstellen, retourzendingen en onvoorziene service. De fabrikant gaat zich steeds meer richten op zijn afnemers en de manier waarop het product wordt aangeboden. De klant komt net als voor de industriële revolu tie weer centraal te staan. Fouten die worden gemaakt blijken meestal niet aan het tekort schieten van het dienstbetoon te liggen, maarr worden veroorzaakt door tekortkomingen in de organisatie Uit onderzoek van Deming kwam naar voren dat zeker 80% van de fouten veroorzaakt wordt door systemen waarvoor het managemen verant woordelijk zijnt. Niet meer dan 20% komt voor rekening van de medewerkers. Ook hier gaat de 80-20 regel op. In 1976 nam de toenmalige minister van EZ Lubbers het initiatief om de indus triële innovatie en de kwaliteitszorg een impuls te geven. Door een koppeling van technologie en bedrijfskunde zou de kwaliteit van productieprocessen en daarmee de prestaties van bedrijven moeten verbeteren. In 1978 werd in een kwaliteitsplan gesteld, dat kwaliteitssystemen dusdanig moesten worden ver- beterd dat sprake zou zijn van kwaliteitsborging. Een groot aantal onder- nemeningen waaronder Philips, Akzo en Hoogovens namen de handschoen op. In 1987 lanceerde de Stichting Kwaliteitsdienst (KDI) het actieprogramma Kwaliteit op alle Fronten (KOAF) om te stimuleren dat er door organisaties meer met kwaliteitssystemen gewerkt zou gaan worden.4 Een misverstand dat de KDI bijvoorbeeld uit de weg wilde ruimen is dat een klant altijd iemand buiten de organisatie is. Ook binnen een organisatie zijn afdelingen die aan elkaar produc ten of diensten leveren klanten van elkaar. De relatie klant-leverancier verschaft een handvat om systematische kwaliteitszorg te introduceren. Op alle fronten betekent dat betere kwaliteit alleen gezamenlijk kan worden bereikt. Er moeten passende methoden en technieken worden toegepast om een hoger kwaliteitsni veau te kunnen bereiken. De structuur van Kwaliteit op alle Fronten heeft de vorm van een 8 waarbij twee circuits aan elkaar verbonden zijn. eerste circuit tweede circuit Het vinden van oplossingen Opsporen van oorzaken Het op peil houden Diagnose van symptomen Marketing Ontwerp en onwikkeling Opslag en distributie Organisatie van de uitvoering 10 Produktie- en dienst- verlen ingsprocessen Verwerven van materiaal, materieel, diensten en personeel Cijfers als stuurmiddel Het kan altijd beter - Verkoop en service Het eerste circuit is gericht op het oplossen van frequent voorkomende en meteen voelbare problemen; het tweede op het ontdekken van knelpunten in het systeem van procesvoering. In 1989 bracht de KDI het opleidingspakket 'Verbeter de Service en Ondersteunende processen' uit.5 Meer dan duizend medewerkers kregen bij de KDI een opleiding. Dit markeert de omslag in het denken over kwa liteitszorg van een technische naar een bedrijfskundige benadering. De verande ring van verkopersmarkt naar kopersmarkt heeft zich daarna ook binnen sectoren als het onderwijs, de gezondheidszorg en niet te vergeten de overheid voltrokken. Het aanbod is niet langer dominant maar de vraag. DE ERFGOEDINSTELLING EN HAAR PUBLIEK 3 C.G. Bakker: Leerboek integrale kwaliteitszorg (Leiden, 1992). 18 FRED SCHOT VAN KLANTGERICHT NAAR KLANTGESTUURD 4 Stichting Kwaliteitsdienst KDI: Kwaliteit op alle fronten (Rotterdam 1987). 19

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2002 | | pagina 11