Automatisering is altijd een goede reden om de informatie in systemen weer eens te controleren op bijvoorbeeld inconsequent gebruik van namen of verwijderen van overbodige synoniemen. Het soort van stroomlijnen van dergelijke gegevens wordt al helemaal van belang wanneer verschillende instellingen, zoals bij Flevoland Boven Water het geval, eenzelfde systeem gaan gebruiken. Wat dat betreft lijken sommige van de hier beschreven ondervindingen slechts kleinigheden -en er kunnen best doelbewuste keuzes aan ten grondslag liggen- maar voor de gebruiker frustreren zij soms het zoekproces of laten slechts een fractie zien van wat het eigenlijke resultaat van een zoekactie had kunnen zijn. Het is dan ook goed om hieraan de nodige aandacht te schenken en te bezien op welke wijze keuzes ten aanzien van de zoekfuncties en onderliggende informatie de mogelijkheden van die functies beïnvloeden. De verwachting van de gebruiker ten aanzien van deze functies en mogelijkheden zijn in mijn ogen daarbij van groot belang. Het zoeken van kaarten en gegevens bestaat binnen De Woonomgeving voor een groot deel uit navigeren, bijvoorbeeld door delen van de kaart van een provincie te vergroten en te bewegen naar een specifieke gemeente, en door te zoeken op een meer gebruikelijke manier, zoals door middel van zoekvelden en keuzelijstjes. Het is vanzelfsprekend lastig om iets als een minuutplan op een beeldscherm goed weer te geven, zodat er eenvoudig door te bewegen is en bepaalde percelen snel kunnen worden gevonden. Slechts een klein deel van het scherm is beschik baar voor de kaart, wat inhoudt dat er veel heen en weer geklikt moet worden -wat telkens in een laadactie van de computer resulteert- om bij een gezocht perceel te komen. In een volledig scherm kan wel een volledige kaart worden getoond, maar dit kost veel laadtijd. Met een breedbandverbinding is dat echter geen probleem. Bij De Woonomgeving is ervoor gekozen om scans van de originele bronnen beschikbaar te stellen en dus niet een digitale kaart of een databank met perceel- gegevens. Natuurlijk heeft dit een aantal voordelen. Het brengt in de eerste plaats iets terug wat wel eens wordt aangeduid als de historische sensatie, maar ten tweede wordt de gebruiker de mogelijkheid geboden om zélf de bron te raadplegen, dus zonder eventuele typfouten zoals die onvermijdelijk in de meeste databanken voorkomen. Tevens kent deze manier van beschikbaarstellen een groot nadeel: een specifiek perceel op een minuutplan is voor het systeem niet herkenbaar, evenals de bij behorende gegevens in de OAT. Per scan is opgegeven welke percelen zich daarop bevinden en wanneer ik één van deze percelen zoek -en daar gaat het vaak toch om- krijg ik in de meest gunstige situatie slechts de kaart te zien waarop dat perceel ligt. Ik zal zélf de kaart moeten doorzoeken op het eigenlijke perceel. De enige manier om dat op een prettige manier te doen is door de gehele minuut plan te laten tonen, maar daar is met een gewoon modem enig geduld voor vereist. Eigenlijk geldt hetzelfde voor de gegevens van de OAT: ik krijg van het systeem de scan te zien van de bladzijde uit het register waarop de gegevens bij dat specifieke perceel staan, maar die bladzijde zal ik zelf verder dienen te bekijken. Vanuit een databank kunnen dit soort gegevens direct worden weergegeven. Zoals ik eerder al zei kennen beide manieren van beschikbaarstellen, door middel van scans van de originele bronnen of door middel van digitale bronbewerkin gen, zowel voor- als nadelen. Bij het project dat leidde tot De Woonomgeving heeft men dus een keuze gemaakt. Dat is natuurlijk geen probleem en geeft de gebruikers van deze website vele mogelijkheden. Het is echter goed om te weten welke verschillende manieren van beschikbaarstellen er zijn, welke voordelen en nadelen deze hebben en welke manier tenslotte aansluit bij het doel van een project. De meest ultieme vorm is wel een uitgekiende combinatie van beide mogelijkheden, zodat bijvoorbeeld over de scan van de minuutplans een digitale laag is geplaatst waarop voor de zoekfunctie van het systeem alle afzonderlijke percelen identificeerbaar zijn. Naast de OAT zou een databank geplaatst kunnen worden. Misschien kan dan ook wat meer aan bepaalde verwachtingen van gebruikers worden voldaan. Wanneer geklikt wordt op een specifiek perceel op de minuutplan, zou een gebruiker de reële verwachting kunnen hebben dat hij of zij nu de perceelgegevens uit de OAT te zien krijgt, maar dit blijft op dit moment nog uit.9 Overigens kun je als je op internet gegevensbestanden doorzoekt al bij verschil lende sites bij de originele bron terecht komen. Een goed voorbeeld daarvan zijn de notariële akten op de website van Het Utrechts Archief.10 Op internet kun je talloze soorten zoeksystemen aantreffen. De bekendste zijn wel de systemen van de grotere zoekmachines, die soortgelijk ook in Flevoland Boven Water worden gebruikt. Daarnaast zijn er speciale zoekfuncties in gebruik voor specifieke bronnen, zoals de kadastrale kaarten uit De Woonomgeving. Tegenwoordig worden gebruikers ook vaak geconfronteerd met functies die het midden houden tussen zoekfunctie en digitale presentatie. Een voorbeeld is de tijdbalk die Flevoland Boven Water biedt, maar bijvoorbeeld ook de leuke Tilburgse Tijdmachine, te vinden op de website van het Regionaal Archief Tilburg11 of de Schatkamer van het Gemeentearchief Amsterdam.12 Bezoekers van deze websites kunnen op een andere, beperkte manier bladeren door de collectie, maar soms is deze functie in samenhang gebracht met een overkoepelende zoekfunctie, die de bezoekers bijvoorbeeld in staat stelt om bij een bepaald onder werp aanvullende foto's te zoeken. Meer spelenderwijs wordt de bezoeker dan ook naar specifieke delen van de collectie geleidt. Presenteren Bij veel applicaties leveren de zoekwoorden die bij een zoekactie worden ingege ven zóveel treffers op, dat het échte zoeken nog lijkt te moeten beginnen als de zoekresultaten zijn gepresenteerd. Een gebruiker kan dit voorkomen door een betere zoekvraag in te geven, maar een systeem kan door een doordachte weerga ve van de zoekresultaten de gebruiker ook al de helpende hand bieden. Resultaten worden doorgaans voorzien van een aantal kenmerken en gerang schikt in een lijst, eventueel verdeeld over meerdere pagina's. Flevoland Boven Water vormt ook hierop geen uitzondering en laat een keurige resultatenpagina ONDERZOEKERS IN EEN DIGITALE ONDERZOEKSOMGEVING 234 C.J.N. VAN DER VEN VERSTOPT OP HET WEB: OVER ZOEKEN, PRESENTEREN EN OP HALEN 9 Aan de website De Woonomgeving worden zogenoemde pilots gekoppeld. Dit zijn extra projecten die een verrijking betekenen van de huidige gegevens in het systeem. Daaronder vallen dan ook digitale bewerkingen van kaarten en bronnen. 10 http://www.hetutrechtsarchief.nl/notaris.asp. ïi http://rhc.tilburg.nl/tijdmachine. 12 http:/gemeentearchief.amsterdam.nl/schatkamer/index.nl.html. 235

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2002 | | pagina 119