Door Informatie Professional werd parallel aan een websitetest óók al aandacht aan kwaliteitseisen voor websites van archiefdiensten geschonken.6 Er komt dus steeds méér aandacht voor normen ten aanzien van websites van archiefdiensten. Dit is van belang omdat die websites voor een groot deel afhan kelijk zijn van een onderliggend automatiseringssysteem. De vaak relationele opzet van een dergelijk systeem -zonder uitzondering in enige vorm een data banksysteem, waarbinnen dus verschillende gegevens aan elkaar kunnen worden gekoppeld- bepaalt de manier waarop de gebruiker, eventueel via het internet, er gebruik van kan maken. Wanneer een computerprogramma bijvoorbeeld niet voorziet in een invulveld voor de naam van de fotograaf van een foto, dan zal een gebruiker via internet ook nooit specifiek op fotograaf een collectie kunnen doorzoeken. Wanneer we een internetgebruiker die mogelijkheid wél willen geven, dan zullen we daar al meteen bij de keuze voor het eerste automatiseringssysteem rekening mee moeten houden. Dit voorbeeld wordt steeds ingewikkelder naarmate we de specifieke mogelijkheden van een relationele databankstructuur in ogenschouw nemen. De manier waarop gegevens aan elkaar zijn gekoppeld, brengt namelijk mogelijkheden en beperkingen met zich mee ten aanzien van het kunnen zoeken daarin. De meeste mensen hebben echter geen idee van wat er zich onder de motorkap van een website afspeelt, laat staan in de fabriek waar die motoren in elkaar worden gezet. Alleen degenen die wat meer automatiseringservaring hebben en die zelf ook wel eens aan die motoren sleutelen, zullen daar een concreet beeld van hebben. Indirect slaan de normen voor websites van archieven van onder meer DIVA dus ook op de motorenfabriek, namelijk op de systemen die aan die websites ten grondslag liggen. De ontwikkelaars daarvan zullen die normen dus goed in de gaten moeten houden. Communicatie en zoekgedrag Ik keer weer terug naar het zoekgedrag van de gebruiker, dat naar mijn mening bij het ontwikkelen van normen voor websites van archieven één van de centrale uitgangspunten moet vormen. Binnen het archiefwezen wordt steeds meer aan vaard dat de inrichting van de archiveringsprocessen moet beginnen bij de bron, de creatie van het document. Werkprocessen als waardering en selectie worden vanuit dit gezichtspunt aangepast. Hoewel de website van een dienst in zekere zin het sluitstuk is van archiverings processen -het meest duidelijk van beschikbaarstellen- moet bij de inrichting ervan ook worden uitgegaan van het begin van het proces en dus ook van het zoekgedrag van gebruikers. Voor dit artikel laat ik andere aspecten verder buiten beschouwing. Bij een analyse van die gebruiker, zijn of haar zoekgedrag en het gebruikte systeem lijkt communicatie het sleutelwoord. De toegankelijkheid van een collec tie staat of valt met een goede communicatie van de archiefdienst met zijn gebruikers. Die communicatie is extra gecompliceerd als het gaat om gebruikers op afstand zoals bij internetgebruikers. In een zeer eenvoudig schema zou dit als volgt verbeeld kunnen worden: Gebruiker Begrijpelijke vraag Begrijpelijke antwoord Systeem Dit schema maakt meteen al duidelijk dat de gebruiker het vermogen moet hebben om een voor het systeem begrijpelijke vraag te formuleren en in te geven, en dat het systeem bij de verwerking van vragen zo goed mogelijk aan moet sluiten bij de manier waarop gebruikers die vragen kunnen stellen en antwoor den daarop interpreteren. Het zal duidelijk zijn dat de diversiteit aan gebruikers en de verscheidenheid aan mogelijke vragen volledige aansluiting onmogelijk maken, maar een compromis tussen gebruiker en systeem moet toch haalbaar zijn. Aan de hand van het schema kunnen allerlei aspecten worden toegelicht die in de voorgestelde communicatie een rol spelen en daarbij de vraag van de gebruiker en het antwoord van het systeem beïnvloeden. Op twee van die aspecten ga ik hier dieper in, omdat ze van belang zijn voor een goed begrip van mijn beschouwingen over de twee websites die ik heb onderzocht. Beide aspecten betreffen kenmerkende eigenschappen van een systeem: 1. een systeem denkt logisch; 2. een systeem kent een scheiding tussen informatie en presentatie. Een systeem denkt logisch Wij vinden computers al gauw bijzonder intelligent, bijvoorbeeld omdat ze allerlei moeilijke rekensommen op kunnen lossen of bepaalde informatie snel kunnen terugvinden. In wezen zijn het echter nog steeds vrij eenvoudige dingen. De computerprogrammeurs onder ons weten dat en herkennen dit bijvoorbeeld in de programmacode van een door henzelf geschreven programma. Zo'n pro gramma gedraagt zich altijd op een logische wijze of, beter gezegd, volgens een voorspelbaar patroon van door de software uit te voeren stappen. De volgorde van die stappen ligt vast en dat maakt onze systemen bijzonder rechtlijnig in hun 'denken'. Die logica, dat patroon, is bedacht door de ontwikkelaar van de computer en de te gebruiken programmatuur. Deze manier van denken is recht lijniger dan die van de mens. Een systeem zal nooit rare bokkensprongen kunnen maken als hij zijn stappenplan doorloopt -dus als hij antwoord geeft op de vraag van de gebruiker- behalve wanneer die sprong bewust of onbewust is ont wikkeld door de programmeur. Vaak is zo'n sprong echter het gevolg van een programmafout. ONDERZOEKERS IN EEN DIGITALE ONDERZOEKSOMGEVING 6 Marijke Verstappen, John van de Pas et al., 'Websitetest archieven. Er valt nog een wereld te winnen', in: Informatie Professional 6 (2003) 18-37. 228 C.J.N. VAN DER VEN VERSTOPT OP HET WEB: OVER ZOEKEN, PRESENTEREN EN OP HALEN 229

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2002 | | pagina 116