zelf verantwoordelijk voor het functioneren van de software. De Rijksarchief dienst hield het beheer over GenLias in eigen hand, wat echter niet vol te houden was en wat (mede) tot een systeem leidde dat slecht functioneerde. Intussen is het beheer van de hardware van GenLias ook uitbesteed. Archiefdiensten in Nederland zijn te klein om zelf een website met alles daaromheen te kunnen beheren. Door het technisch beheer uit te besteden kunnen storingen 24 uur per dag verholpen worden en kunnen virussen beter bestreden worden. De perikelen rond de slechte bereikbaarheid van GenLias in 2001 en 2002 (de server was vol en overbelast, terwijl tegelijkertijd de beheersorganisatie instortte) hebben een desastreuze uitwerking gehad op het imago van het systeem. De gene alogen spuiden klaagzangen op discussieforums en diverse deelnemers aan het project GenLias besloten zelfs zelfstandige systemen te ontwikkelen, zoals bij voorbeeld de Rijksarchieven in Friesland en Drenthe. Niet alleen het imago liep schade op, maar ook het voortbestaan van het project wankelde. Hieruit blijkt dat beschikbaarheid en continuïteit aspecten zijn die van groot belang zijn voor het al dan slagen van een systeem. Continuïteit en beschikbaarheid zijn echter niet de enige aspecten rond het systeem die belangrijk zijn. Een prima draaiend systeem dat door niemand gebruikt wordt heeft ook geen bestaansrecht. Het is daarom belangrijk dat de gebruikers het systeem kunnen vinden. Hiervoor bestaan verschillende manieren. Het gebruikersonderzoek van het Gemeentearchief Delft geeft de vol gende cijfers: 32% is via een link op de site beland, 28% had een artikel gelezen waarin de site werd vermeld, 19% kwam via een zoekmachine, 12% had de site bij iemand anders gezien en 9% kwam op een andere manier aan het adres.9 Opvallend is wel dat de genealogische database lang niet altijd een prominente plaats inneemt op de website van een archiefdienst. Het Drents Archief (deel nemer aan GenLias) bijvoorbeeld biedt een link op de pagina met "bronnen" en op de linkpagina, maar niet op de pagina met onderzoekstips voor familie geschiedenis. Bij het gebruik van zoekmachines zijn twee problemen: voor de beheerder hoe hij de site zo vermeld krijgt dat deze bovenaan de zoekresultaten krijgt -het doorzet tingsvermogen van een gebruiker neemt immers sterk af na het bekijken van de eerste dertig resultaten10- en voor de gebruiker welke zoektermen hij moet gebruiken voor het beste resultaat. De meeste gebruikers zullen beginnen met het intikken van de gezochte familienaam en van daar uit verder werken. Voor de genealogische zoeksystemen is deze methode echter nutteloos: de databases maken deel uit van het 'hidden internet', de informatie die wel via Internet beschikbaar is maar alleen via de eigen site kan worden gevonden. Gebruikers die een genealogisch zoeksysteem zoeken kunnen alleen via een omweg, met algemene zoektermen, op een site belanden. Kwaliteitsaspecten van de vormgeving De opmaak van een webpagina is als het ware het visitekaartje van de site. Een site die zonder problemen te lezen en te gebruiken is, nodigt uit om langer te blijven. Als een gebruiker niet met een site uit de voeten kan, is de kans groot dat hij snel afhaakt. De vormgeving van een site speelt daarin een belangrijke rol. De vormgever krijgt steeds meer geavanceerde mogelijkheden, maar is gebonden aan de grenzen die het web zelf stelt. Een berucht verschijnsel is bijvoorbeeld het langzame laden van een pagina omdat één of meerdere afbeeldingen een zware last leggen op het dataverkeer naar de gebruiker. Ook Flash-animaties of Javascript worden regel matig gebruikt om een website 'op te leuken'. Op deze manier kan een website heel dynamisch worden, maar dan doemt de vraag op: kunnen gebruikers dit nog wel aan? Een site kan dus te modern zijn. Het gevaar bestaat dan dat mensen deze site gaan mijden: ze kunnen hem immers toch niet gebruiken. In deze tijd van ADSL-verbindingen hoeft dataverkeer voor veel gebruikers geen probleem meer te zijn, maar een aanzienlijk deel van de internetgebruikers gebruikt nog steeds een inbel-verbinding en voor hen maakt het wel uit. Wanneer sites zich op een breed publiek richten -zoals ook de genealogische websites- verdient het aanbeveling de website wat simpeler te houden, zodat een groter deel van de gebruikers bediend wordt. Ook het lettertype- en kleurgebruik speelt een belangrijke rol in de leesbaarheid van een site. Met name de kleur van de achtergrond is sfeerbepalend en zegt hoe de eigenaar wil overkomen. De tekst moet duidelijk met de achtergrond contras teren. Daarnaast moet de vormgeving consistent zijn; dit biedt de gebruiker houvast en maakt de website als geheel herkenbaar. Soms ligt de vormgeving al vast, bijvoorbeeld bij een huisstijl. Wat direct opviel is dat de onderzochte systemen een andere opmaak kennen dan de sites van de beherende archiefdien sten, wat de herkenbaarheid niet direct ten goede zal komen. Verder valt er eigenlijk weinig over de stijlen op te merken: alle systemen kennen een duidelijke opmaak met goed leesbare teksten. Alleen ISIS Tilburg gebruikt soms een donker groen lettertype wat makkelijk wegvalt tegen de achtergrond, en ook de opmaak werkt af en toe onrustig. Meertaligheid is voornamelijk van belang voor de buitenlandse gebruikers. Alle onderzochte systemen hebben ook een Engelse versie van de website. Vaak zijn die Engelse sites complete kopieën van de Nederlandse versies. Het enige wat niet vertaalt wordt, zijn de gegevens uit de database. Dat dit voor buitenlandse gebrui kers af en toe lastig zal zijn, spreekt voor zich. ONDERZOEKERS IN EEN DIGITALE ONDERZOEKSOMGEVING 9 Gemeentearchief Delft, Klanttevredenheid, 25. 10 Helen R. Tibbo en Lokman I. Meho, 'Finding finding aids on the World Wide Web', in: The American Archivist (Spring/Summer 2001) 61-77, aldaar 76. 218 ROBERT VAN VUUREN DE DIGITALE VOOROUDER Aspect Toelichting Opmaak Niet alleen het visitekaartje van de website, maar ook een bepalende factor in het gebruikersgemak Meertaligheid De mate waarin ook buitenlandse gebruikers van de website gebruik kunnen maken 219

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2002 | | pagina 111