omgevingsentiteiten actor-entiteiten functionele entiteiten relaties archiveringsentiteiten 'contents'-entiteiten PIVOT en CRS FUNCTIONELE ONTSLUITING beheren of overdragen), de omgeving (organisaties en families die de actoren ver binden in structuren en functionele of formele verantwoordelijkheden) en func ties.39 Die laatste entiteit heb ik zelf toegevoegd aan het origineel van Hurley. Het archiefbeheer-domein wordt door de twee onderste blokken weergegeven. Ik heb geprobeerd de gebruikte Engelse termen te vertalen in het Nederlands.40 Hoewel Hurley aangeeft dat hij niet weet wat een functie is, geeft hij wel dui delijk aan wat een functie niet is: "A function is not a subject." Op het eerste oog lijken ze op elkaar, maar nadere inspectie leert anders. Hij geeft het voorbeeld van de "legislature;" de taak van de wetgever is 'wetgeven', maar dit kan gebeu ren voor oneindig veel onderwerpen.41 Figuur 2 Uitgebreid CRS-model; origineel van Hurley, door mij aangepast en vertaald organisaties, families, groepen, etc. identiteit code, naam, data, beheersgegevens attributen b.v. geschiedenis, 'archief-makers', afdelingen, personen, etc. identiteit code, naam, data, beheersgegevens attributen b.v. geschiedenis, taken, functies, handelingen, taken, etc. identiteit code, naam, data, beheersgegevens attributen b.v. geschiedenis, activiteit, tussen gelijksoortige entiteiten: bestuurt, bestuurd door, gesteld boven, ondergeschikt aan, anders aan elkaar gerelateerd tussen anderssoortige entiteiten: bezit, eigendom van (b.v. actor die archieven overdraagt, actor die archieven creëert) archiveringssysteem, reeksen, dossiers, etc. identiteit code, naam, data, beheers gegevens attributen b.v. ordening, toegankelijkheid, archiefbestanddelen, documenten, etc. identiteit code, naam, data, beheers gegevens attributen b.v. hoeveelheid, locatie, 162 INGMAR KOCH DRAAIPUNT EN DYNAMIEK Volgens Hurley zijn functions het ideale middel om de relatie tussen contextom schrijvingen, archief en actoren te leggen. Daartoe moeten volgens hem taken niet beschouwd worden als attributen van andere entiteiten (actoren of archief stukken), maar moet informatie over archiefstukken en actoren juist beschouwd worden als attribuut van een taak.42 Op basis van functions zou het archief ook toegankelijk gemaakt kunnen worden, mits de namen in een thesaurus worden opgenomen. Op die manier kunnen archieven toegankelijk gemaakt worden "at any level and thus afford the nearest that archivists may ever get to some thing like a subject approach - one which is based on provenance."43 Hurley wijst in zijn artikel van 1993 ook op de problemen die kunnen ontstaan bij de beschrijving van functions. Een van de problemen is, dat functions niet 'vanzelf' van elkaar onderscheiden worden. Ze worden gedefinieerd door men sen, waardoor een 'objectieve' taxonomie zo goed als onmogelijk is. Daarnaast veranderen taken in de loop der tijd en het is lastig te bepalen wanneer een functie zodanig veranderd is, dat het een andere functie wordt. "To be of any practical use in information retrieval, a functional entity must to some degree misrepresent variant forms as correct and unchanging categories. Functions undergo an evolutionary process of change like organisms, yet we must bind the different forms together as discrete entities, otherwise we confuse and baffle understanding."44 Een derde probleem dat Hurley signaleert is de verandering die de namen van taken in de loop der tijd ondergaan. De omschrijving die 'onthouden' wordt, hoeft niet per se de officiële term voor de functie te zijn. Dit zou overigens ondervangen kunnen worden door een thesaurus met 'alternatieve namen'.45 De belangrijkste overeenkomsten tussen het Commonwealth Records Series system en de MIO is de scheiding die aangebracht wordt tussen de archiefstukken en de context. Uit het voorgaande blijkt dat dit een van de belangrijkste theoretische uitgangspunten van het Series-systeem is. Bij PIVOT wordt deze scheiding, zij het niet zo expliciet geformuleerd, ook als uitgangspunt genomen. Dit leidt in de praktijk tot de RIO's: beschrijvingen van de organisaties en de handelingen die deze op een bepaald beleidsterrein uitvoeren. In de RIO's komt geen enkele verwijzing naar het eventueel gevormde archief voor. Dat gebeurt zelfs niet bij de vaststelling van het Basis Selectie Document. Het is heel goed mogelijk om in het CRS-model het begrip 'beleidsterrein' als entiteit op te nemen. 'Beleidsterrein' maakt dan deel uit van het contextdomein en wordt geplaatst naast entiteiten als functies of actors. Het is eenvoudiger dit voor PIVOT cruciale begrip in het CRS-model te integreren dan in het 'gesloten' model voor Recordkeeping systems dat David Bearman ontwikkeld heeft. 39 C. Hurley, The Australian ('Series') System: An Exposition (1994) http://www.sims.monash.edu.au/rcrg/pu b lications/chtrc.html 40 Hurley, The Australian ('Series') System: An Exposition, http://www.sims.monash.edu.au/rcrg/publica- tions/chfig2.gif. 41 C. Hurley, 'What, if anything is a function?' In: Archives and Manuscripts 21/2 (1993) 212. 42 Hurley, 'What, if anything is a function?', 217-218. 43 Hurley, The Australian ('Series') System: An Exposition 44 Hurley, 'What, if anything is a function?', 215 45 Hurley, 'What, if anything is a function?', 217 163

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2001 | | pagina 83