Functionele ontsluiting Functionele ontsluiting Klassieke fysieke de logische archief genererende Dergelijke afzonderlijke ontsluitingsstrategieën zijn vooral effectief archieven waar de structuur, dat wii ordening van archiefdocumenten een afbeelding is van structuur,d= structuur van de processen. archieven komen echter archiefwetenschap moet methoden en technieken aanpassen archief, dat te omvangrijk is om inhoud van de documenten te worden beschreven archief, waar niet meer zonder tussenkomst van apparatuur en programmatuur in kan worden gebladerd karakter is - Inleiding Klassieke ontsluitingsstrategieën zijn vooral effectief bij niet al te grote archieven waar de fysieke structuur, dat wil zeggen de ordening van de archiefdocumenten, een afbeelding is van de logische structuur, de structuur van de archiefgenere- rende processen. Dergelijke archieven komen echter steeds minder vaak voor. De archiefwetenschap moet haar methoden en technieken aanpassen aan groot schalig archief, dat te omvangrijk is om op basis van de inhoud van de afzonder lijke documenten te worden beschreven en geanalyseerd, en aan digitaal archief, waar niet meer zonder tussenkomst van apparatuur en programmatuur in kan worden gebladerd en dat veel veranderlijker van karakter is.1 Archieven werden in de industriële samenleving vooral gevormd door organi saties die waren ingericht volgens het klassieke Weberiaanse model: hiërarchi sche, bureaucratische organisaties dus met een formele organisatiestructuur. In dergelijke organisaties komt de formele structuur overeen met de functionele structuur en de functionele structuur met de processtructuur. Afzonderlijke taken worden uitgevoerd door afzonderlijke afdelingen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van hun eigen werkprocessen. Dat is in de informatiemaat schappij in toenemende mate niet meer het geval. Functies gaan van de ene op de andere organisatie over of worden door meer organisaties tegelijkertijd uitge voerd. Werkprocessen worden binnen een organisatie in het kader van meer dan één bedrijfsfunctie uitgevoerd of door meer organisaties in het kader van een gezamenlijke functie. Archief wordt in toenemende mate een product van of pro ductiemiddel voor verschillende opeenvolgende archiefvormers of van verschil lende archiefvormers tegelijk. De organisatiestructuur is veel minder stabiel dan vroeger. Organisaties groeien, fuseren of worden opgedeeld in een hoger tempo dan ooit tevoren. Functies blijken een stabielere factor te zijn dan de formele organisatie. "Functions are independent of organizational structures, more bij niet al te gTOte steeds minder vaak voor. De aan grootschalig op basis van de en geanalyseerd, en aan digitaal en dat veel veranderlijker van 1 Helen Samuels spreekt van "the volume, duplication, dispersal, and transient nature of modern documentation". Helen W. Samuels, Varsity Letters: Documenting Modern Colleges and Universities (Metuchen, N.J. 1992) 1. 151

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2001 | | pagina 77