Toelichting bij Chris Hurley The Australian ('Series') System: An Exposition niet dat er een einde is gekomen aan de bruikbaarheid van de klassieke benade ring. Het nieuwe paradigma schuift het oude niet ruw aan de kant, maar neemt het liefdevol in zich op.64 Ook in het informatietijdperk moeten bij de archief ontsluiting bepaalde principes van Muller, Feith en Fruin worden toegepast, al worden die principes (zoals het herkomstbeginsel) op een andere manier gefor muleerd en gehanteerd. Bovendien is het niet realistisch om te verwachten dat alle klassieke toegangen door de nieuwe generatie toegangen zal worden vervan gen. Archiefgebruikers zullen op grote schaal gebruik blijven maken van klassieke toegangen, of dat nu toegangen zijn in papieren of in digitale vorm. Dat is op zich al een voldoende reden voor archivarissen om zich in de eigenaardigheden van de klassieke ontsluitingsmiddelen te blijven verdiepen. Waarom deze tekst - Achtergronden - Kernpunten De traditie van de vorige jaarboeken voortzettend heeft de redactie opnieuw beslo ten enkele eerder gepubliceerde buitenlandse artikelen op te nemen, waaronder ditmaal Chris Hurley's uiteenzetting over het Australische Series System. Niet iedere lezer zal volledig op de hoogte zijn wat met Series System bedoeld wordt en omdat Hurley zich toch wel richt tot een publiek dat wel redelijk vertrouwd is met het concept is een korte inleidende toelichting niet overbodig. Een eerste vraag die antwoord behoeft is: waarom dit artikel? Waarom zou een Australisch systeem van ordening van belang zijn voor Nederland? Ik zou die vraag kunnen beantwoorden met een wedervraag: waarom zou de Handleiding van Muller, Feith en Fruin van belang zijn voor Noord-Amerika, Duitsland, Brazilië, Italië of China? Dat belang ligt niet zozeer in de directe toepasbaarheid, maar veeleer in de ontwikkelde concepten. Er zijn trouwens meer overeenkom sten te ontdekken tussen de Handleiding en het Series System. De generatie archi varissen van Muller c.s. zocht naar een systeem voor het ordenen en beschrijven van archieven van niet meer bestaande organisaties. Dat systeem vonden ze uit eindelijk in een concept dat later in Nederland het herkomstbeginsel zou gaan heten. Bijna een eeuw later zagen de Australische collega's de beperkingen van dat systeem -althans van een rigide toepassing daarvan- voor het ordenen en beschrijven van archieven die gevormd zijn door twintigste-eeuwse overheids administraties. Deze administraties werden gekenmerkt door voortdurende veranderingen in organisatiestructuur, waardoor ordening naar herkomst (in de zin van archiefvormer) alleen met kunstgrepen te realiseren was. Net zo min als de ontdekkingreis van het Nederlandse driemanschap uniek was, waren de Australiërs de enigen die met de archivistische gevolgen van administratieve ver anderingen te kampen hadden.1 In de Verenigde Staten bijvoorbeeld ontwikkelde Schellenberg het Record Group concept, in feite een pragmatische uitwerking van het traditionele herkomstbeginsel (of beter: principle of provenance). Inderdaad bleef Schellenberg dicht bij het archiefbegrip, al nam hij het minder nauw met de theoretische afbakening ervan. In 1966 opende de Australische archivaris Peter Scott, werkzaam bij het toenmalige Commonwealth Archives Office in Canberra, DE KLASSIEKE ONTSLUITING EN HAAR ONTWIKKELING 64 'Paradigmatische veranderingen in de archiefwetenschap', in: Horsman e.a. Paradigma 69-79. Archief document is hier dus niet zoals bij Den Teuling synoniem met archiefstuk (conceptterminologie 8). 69-79. 126 PETER HORSMAN 1 In Nederland werd de oplossing gezocht in procedures waarin werd vastgelegd hoe moest worden gehandeld met archiefstukken in geval van organisatieverandering. Het heeft zelfs nog tot beginselen geleid: transmis siebeginsel en successiebeginsel. Omwille van de bescheiden ruimte en de loop van het verhaal blijft dat buiten beschouwing. 127

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2001 | | pagina 65