van de belangrijkste relevante publicaties en gedrukte bronnen, (4) een beschrij
ving van de specifieke context bij elk (type) archief dat wordt vermeld, 5gege
vens over de registratuur en (6) een opsomming van de relevante archiefbestand
delen. In deze gidsen is de ordening van de beschrijvingen afgestemd op de orga
nisatie van het archiefwezen en de structuur van de archieven. De beschrijvingen
zelf kunnen bestaan uit de naam en de andere basisgegevens van het archief,
vermeldingen van relevante bestanddelen van dat archief, inclusief de stukken
van algemene aard, vermeldingen van de omvang van dit materiaal in aantal
nummers en strekkende meters en vermeldingen van beschikbare toegangen.
Archiefgidsen zijn er in alle soorten en maten. Naast thematische archiefgidsen
zijn er ook onderzoeksgidsen, die archiefgebruikers duidelijk moeten maken hoe
ze (in een bepaald type archief) onderzoek moeten doen, en broncommentaren
en andere archiefanalyses, die in de volgende paragraaf worden behandeld.
Ontsluiten met behulp van analytische hulpmiddelen
Behalve toegangen en gidsen kunnen archiefgebruikers bij hun onderzoek ook
worden geholpen met analytische hulpmiddelen. Dat kunnen samenvattingen
zijn van akten en brieven die als nadere toegang worden gebruikt, maar ook
commentaren of toelichtingen bij archiefmateriaal die tot doel hebben de
begrijpelijkheid daarvan te bevorderen. Dergelijke hulpmiddelen zijn er in allerlei
vormen: analyses en regesten, NB'sbij archiefbeschrijvingen, kopnotenbij een
afdeling van een inventaris, archiefanalyses, broncommentaren enz.
Een analyse is volgens het Lexicon (112) een beknopte weergave van de
inhoud van de in een archiefbestanddeel voorkomende tekst(en)Een klassieke
analyse bevat gewoonlijk een aanduiding van de verrichte handeling, van het
object van de handeling, van degenen die de handeling verrichtten en van de
plaats en de tijd waarop de handeling is verricht. Analyses worden gewoonlijk
gemaakt van brieven en akten. De analyse van een akte wordt een regest
genoemd. Het bijzondere van een regest is, dat de handeling hier als een rechts
handeling wordt voorgesteld (Lexicon 113). Regesten en andere analyses die
als toegang worden gebruikt hebben meestal de vorm van een lijst.
NB's en kopnoten zijn analytische hulpmiddelen die alleen voorkomen
als onderdeel van een toegang. Dat geldt meestal ook voor archiefanalyses, die
inzicht beogen te verschaffen in de samenstelling en de context van een archief.
Ze zijn meestal geïntegreerd in klassieke inventarissen, in kopnoten of in de
inleiding, maar komen ook voor als zelfstandige gidsen. Een voorbeeld daarvan
is 'De Griffie van Haar Hoog Mogenden', het bekende boek van Van Riemsdijk,
waarin de samenstelling en de structuur van het archief van de Staten-Generaal
en zijn administratieve context worden geanalyseerd en dat weliswaar voor archi
varissen is geschreven, maar ook door onderzoekers wordt gekoesterd.6 Meer
recente voorbeelden hebben betrekking niet op één archief, maar op archieven
van een bepaald type, zoals de kadastergids, de gids voor de diaconiearchieven en
de zoekwijzer voor de gevangenisarchieven.7
Een broncommentaar tenslotte is archiefanalyse die aan specifieke inhoudsei-
sen voldoet. Het geeft een kritisch en instructief commentaar op een archiefbron
van een bepaald type en bij voorkeur op serieel bronnenmateriaal dat in veel
archieven te vinden is en een zekere uniformiteit vertoont.8 Het bestaat uit een
aantal vaste componenten: een historische situering van de bron, de administra
tieve ontstaansgeschiedenis, een visuele kennismaking, een bronkritisch com
mentaar, de mogelijke gebruikswijzen van de bron en bijlagen met vindplaatsen
van de bron en een beredeneerde bibliografie.9
Beschrijvingen niet als toegang bedoeld maar wel als toegang gebruikt
Kenmerkend voor de klassieke benadering van archiefontsluiting is dat ze gericht
is op afgesloten archief dat naar een archiefbewaarplaats is overgebracht. Pas als
het archief bij de archiefdienst in het depot staat komt het in aanmerking om op
wetenschappelijke wijze in een klassieke inventaris geordend en beschreven te
worden. Omdat er meestal enige tijd voorbij gaat voor het zover is, moet de
gebruiker zich eerst behelpen met hulpmiddelen die vervaardigd zijn om de ver
werving en de overdracht te documenteren, zoals veilingcatalogi, processen
verbaal van overdracht en aanwinstenlijsten. Soms hebben deze hulpmiddelen al
de vorm van een plaatsingslijst of een inventaris en kunnen ze dus als volwaardi
ge toegang dienst doen.
Een proces verbaal van overdracht of de verklaring van overdracht geeft meestal
beknopte informatie over de herkomst van het archief en het belang van zijn
bestanddelen. Gewoonlijk gaat zo'n proces verbaal vergezeld van een overdrachts-
lijst, een lijst van stukken die aan de archiefdienst wordt overgedragen (concept
terminologie 177). Zo'n lijst beschrijft alle archiefbestanddelen in de vorm en de
omvang die ze hadden op het moment van overdracht. Hij is in de eerste plaats
een beheersinstrument, maar kan ook als (voorlopige) toegang fungeren.
Een aanwinstenlijst is volgens het Lexicon (106) een lijst van bescheiden die
in een bepaald tijdvak in een archiefbewaarplaats werden opgenomen. De vorm
is in principe vrij: de aanwinsten zijn nu eens gerangschikt in volgorde van ver
werving, dan eens volgens een classificatie van de archieven in de desbetreffende
bewaarplaats. Ook het materiaal is veelal zeer divers. Naast losse handschriften
die zelfstandig zijn ontstaan of uit hun archief van herkomst zijn afgedwaald,
worden ook complete archieven die zijn verworven in zo'n lijst opgenomen.
Twintigste-eeuwse aanwinstenlijsten kunnen daardoor ook complete klassieke
inventarissen bevatten of daar zelfs geheel uit bestaan. Een goed voorbeeld
hiervan vormen de aanwinstenlijsten die zijn opgenomen in de 'Verslagen van
's-Rijks Oude Archieven' (VROA) en in 1929 ten dele zijn voortgezet als de zelf
standige serie 'Inventarissen van 's-Rijks en andere Archieven' (IRA).10
DE KLASSIEKE ONTSLUITING EN HAAR ONTWIKKELING
6 Th. van Riemsdijk, De Griffie van hare Hoog Mogenden. Bijdrage tot de kennis van het archief van de Staten-
Generaal der Vereenigde Nederlanden, 's-Gravenhage 1885; "De Griffie van Hare Hoog Mogenden is niet zo
maar een goed boek. Het is een onmisbaar boek voor iedereen die het archief van de Staten-Generaal wil
gebruiken", A.Th. van Deursen, "Archief en geschiedwetenschap", in: Voor burger en bestuur. Twintig jaar
Nederlands archiefwezen. 1968-1988 (Hilversum 1988) 110-120.
7 F. Keverling Buisman en E. Muller, Kadastergids. Gids voor de raadpleging van hypothecaire en kadastrale
archieven uit de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw, 's-Gravenhage 1979; H. Gras, Diaconiearchieven als
bron, Assen 1988; Y. Welings, Zoekwijzer 7: Gevangenissen. Gevangenisarchieven, Den Haag 1997.
106
THEO THOMASSEN KLASSIEKE TOEGANGEN OP ARCHIEVEN: EEN OVERZICHT
8 In de conceptterminologie (134) is een broncommentaar een 'Uiteenzetting betreffende de gemeenschap
pelijke context en de gebruiksmogelijkheden voor onderzoek van archiefbescheiden met dezelfde functie
en redactionele vorm in de archieven van verschillende archiefvormers.'
9 De 17 broncommentaren die inmiddels zijn verschenen kunnen worden geraadpleegd in openbare biblio
theken en archieven. Voor meer informatie zie http://www.kb.nl/infolev/ing/rgp/eindbest/broncom/
f-tekst.htm en de daar opgegeven litteratuur.
10 Verslagen omtrent 's-Rijks oude archieven, 's-Gravenhage 1866-1969; Inventarissen van Rijks- en andere archie
ven van rijkswege uitgegeven voor zoover zij niet afzonderlijk zijn afgedrukt, 's-Gravenhage v.a. 1929.
11 Theo Thomassen 'Paradigmatische veranderingen in de archiefwetenschap', in: Horsman e.a., Paradigma 69-79.
107