nieuwe omgeving die zelf al betekenis aan het overgebrachte archief toevoegt.29 De naam van het archief moet worden vastgelegd, alsmede de structuur van de organisatie en haar werkprocessen die de structuur van het archief heeft gevormd. Decontextualisering is ook het weglekken van kennis uit het archiveringssys teem, kennis die zich bevond in de hoofden van diegenen die het archief hebben gecreëerd en vormgegeven. Kennis die is weggelekt, moet door de archivaris weer aan het systeem worden toegevoegd en dat houdt weer een recontextualisering van het archief in. Hetzelfde proces van decontextualisering en recontextuali- sering doet zich voor in de relevante maatschappelijke omgeving van het archief. Naarmate het archief ouder wordt en de cultuur meer gaat verschillen van de cultuur waarin het archief is gevormd, moeten archivarissen meer gegevens over die context achterhalen en in het archiveringssysteem opnemen om de interpre teerbaarheid van het archief te handhaven. Decontextualisering en recontextualisering zijn ook het gevolg van verande ringen in het gebruik van archief. Na overbrenging moet de nieuwe beheerder in het archiveringssysteem niet alleen kennis- en contextverlies compenseren en voortdurend onderhoud plegen, maar hij moet het ook nog geschikt maken voor andere gebruikers dan waarvoor hij was gebouwd, gebruikers die wensen dat het ook andere dan de oorspronkelijk voorgeschreven interpretaties kan genereren. Terwijl de interpretatiemachine in zijn actieve leven maar een beperkte hoeveel heid interpretaties mocht genereren, moet het nu, na overbrenging, juist zoveel mogelijk interpretaties mogelijk maken. Decontextualisering en recontextualisering zijn bij de ontsluiting van archie ven onvermijdelijke factoren. Gebrek aan onderhoud van het archief leidt onher roepelijk tot achteruitgang in kwaliteit en zonder speciale maatregelen wordt het archief dus vanzelf ontoegankelijk. Ontsluiten is interpreteren en herinterprete ren, nieuwe keuzes maken, interpretaties mogelijk maken en andere interpreta ties uitsluiten, de ene gebruiker bevoordelen en de ander benadelen. Betekenisgeving door toegangen Ordenen en beschrijven is interpreteren en de interpretatie sturen. Toegangen interpreteren en maken interpretaties mogelijk. De vorm en de ordening van archiefstukken bepalen voor een belangrijk deel hun betekenis en vormen hun interpretatiekader. De archivaris die een archief herordent, stukken beschrijft, een verbaalarchief in een dossierarchief verandert, een register indiceert, een digitale stamboom op het net zet of de Vrede van Munster van de secrete kas van de Staten-Generaal naar een gietijzeren kluis overbrengt, verandert het inter pretatiekader, de interpreteerbaarheid en daarmee de betekenis van de stukken. Als nieuwe toegangen in de plaats worden gesteld van bestaande, vervangen ze oude betekenissen en interpretaties door nieuwe, veranderen ze dus het archief. Als er nieuwe toegangen gemaakt worden naast de bestaande veranderen ze ook het archief doordat ze betekenis toevoegen en de interpretatiemogelijkheden ver groten. In het laatste geval voldoen ze aan de eis van de Handleiding om 'de oude orde' te respecteren, omdat ze die oude orde herkenbaar of kenbaar houden. De archiefgebruiker heeft recht op een zo groot mogelijke interpretatievrij heid, maar zal grenzen moeten accepteren.. Niemand die heeft bijgedragen aan de vorming en de bewerking van het archief heeft zijn fantasie helemaal binnen de perken en buiten het archiveringssysteem kunnen houden, is 100% verdraag zaam geweest tegenover het ogenschijnlijk doelloze, het afwijkende en het onbe grijpelijke, heeft alle oude ordes gerespecteerd die hij niet begreep, heeft zijn behoefte helemaal kunnen bedwingen om oude classificaties door nieuwe te vervangen.30 Dat laatste is voor de interpretatievrijheid van de archiefgebruiker misschien wel de grootste beperking. Culturen kunnen worden herkend aan de verschillen de manieren waarop ze ordenen en met name waarop ze kennis classificeren. De begrijpelijkheid van een classificatie neemt dan ook af naarmate hij de cultuur minder herkenbaar is, dat wil zeggen: ouder is of van verder weg komt. De vol maakte uitdrukking van een cultuur die voor ons, hedendaagse Nederlanders een mysterie is geworden, is wellicht een voor ons onbegrijpelijke contemporaine classificatie. De ordeningen van het ancien régime kunnen wij niet zonder meer begrijpen; we beschouwen ze op z'n minst als afwijkend. Dat komt doordat de overgang van het ancien régime naar de moderne tijd een fundamentele breuk is in onze westerse cultuur.31 Veel gebruikers van de archieven van het ancien régime kunnen de ordening van die archieven merkwaardig goed interpreteren. Dat komt voor een deel doordat ze zijn geïnventariseerd door archivarissen met een negentiende- en twintigste-eeuwse visie op de staat, een visie die ook de onze is. Die archivarissen hebben de oude ordeningen begrijpelijk gemaakt en zo misschien wel het meest eigene van die archieven versluierd. Als hedendaagse archiefgebruikers in die archieven nog het eigene van de tijd willen proeven, dan moeten ze de oorspron kelijke classificatie lezen en in de classificatie de sociale, politieke en filosofische context, "restoring the narratives of conflict and compromise as we do so." 32 Toegang hebben tot de volledige inhoud van een archief: het is een illusie waar archiefgebruikers maar beter niet in kunnen geloven. Toegankelijkheid en de archivaris De archivaris als partij We hebben hierboven bekeken wat in archieven wel en niet kan worden ontslo ten en wat onderzoekers wat dat betreft van archivarissen mogen verwachten. In deze paragraaf komen we te spreken over de rol van de archivaris, die tussen bron en brein zou moeten bemiddelen. 35 TOEGANKELIJK MAKEN: GEBRUIKER, ARCHIEF, ARCHIVARIS 29 Een mooi voorbeeld van betekenisgeving door middel van de fysieke omgeving geeft Ecco in De Naam van de Roos. De indeling van de geheime bibliotheek van de abdij bleek de afspiegeling van de wereld kaart. De boeken waren gerangschikt naar de landen van herkomst of de plaats waar hun schrijvers waren geboren. De grammatici en de retoren stonden in de kamer die Hibernia (Spanje) genoemd was, het land waar ze vandaan kwamen. De inrichters van de bibliotheek hadden bij de grammatici uit Hibernia ook de werken geplaatst van de grammaticus Virgilius uit Toulouse. Zij overwogen dat de grammaticus Virgilius bij vergissing in Toulouse is geboren en hebben de vergissingen van de natuur hersteld. Eco 328-329. 34 THEO THOMASSEN DE VEELVORMIGHEID VAN DE ARC HIEF O NTS LU ITING EN DE ILLUSIE VAN DE TOEGANKELIJKHEID 30 Theo H.P.M. Thomassen, 'De legatiearchieven: een eindeloze zaak' in: Nederlands Archieven Blad 99 nr. 1 (mrt. 1995) 10. 31 Michel Foucault, De woorden en de dingen. Een archeologie van de menswetenschappen. (Baarn z.j.) 21-22 32 Geoffrey C. Bowker en Susan Leigh Star, Sorting things out. Classification and its consequences (London 2000) 55.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2001 | | pagina 19