beperkingen van de toenmalige Oracle report generator- juist de theoretisch cor recte scheiding tussen archief(blok) en archiefvormer, gepaard aan de verschil len in toepassing van het concept binnen de Rijksarchiefdienst.26 De interface voor geautomatiseerd zoeken was verre van gebruiksvriendelijk en deze functie legde bovendien zodanig beslag op de krap bemeten computercapaciteit, dat ze niet aan het publiek ter beschikking gesteld kon worden. Bij een uitdraai op papier was de keuze tussen primaire ordening per archiefvormer (gevolgd door een lijst van archiefblokken waarin deze een aandeel had geleverd) of primaire ordening per archiefblok (gevolgd door een lijst van archiefvormers waarvan in dat blok bestanddelen zaten). Geen van beide opties leidde tot een resultaat dat een schoonheidsprijs verdiende. Juist het gebrek aan een goed ogende uitvoer heeft de toepassing van de beschrijvingsmogelijkheid van de module archieven overzicht belemmerd. Bij het ineenvoegen van ABS en Archeion de afgelopen jaren waren de verschillen in het datamodel -ABS gaat uit van archieven- en de moeizame productie van een archievenoverzicht de voornaamste struikelblokken. Internationaal Een blik in de archiefwereld buiten Nederland moge ertoe bijdragen de bovenge schetste ontwikkelingen in perspectief te zien. Ik streef zeker niet naar volledig heid, dat zou even saai als omvangrijk en onmogelijk zijn. Ik beperk me tot een paar verschillende archiefculturen: Italië, Verenigde Staten, Canada en Australië. Italië Tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de Nederlandse serie Overzichten is de Italiaanse Guida generale degli archivi di stato italiani, die vanaf 1981 begon te verschijnen, al beperkt de gids zich tot staatsarchieven. De serie is ingedeeld per archiefbewaarplaats, die niet per regione zijn gegroepeerd, maar in alfabetische volgorde zijn gerangschikt. Van elke bewaarplaats geeft de gids adres, telefoon nummer en omvang van de bestanden, een inhoudsopgave (althans voor de grotere), gevolgd door een korte historisch-administratieve karakteristiek. De archiefbeschrijvingen zelf zijn per periode ingedeeld. Per groep bij elkaar horende archieven (de Nederlandse Archiefterminologie noemt zo'n groep een fonds27) geeft de gids een korte kopnoot; ook sommige archieven krijgen een dergelijke korte toelichting. Vooral de oudere archieven, die dikwijls door de talrijke staatkundige herindelingen versnipperd zijn geraakt, worden nog al eens op het niveau van de serie beschreven. Het format is beknopt: titel (naam van het archief of de serie), omvang (in eenheden), periode. Het gebruik van afkortingen maakt het over zicht niet gemakkelijk leesbaar, maar het is wel begrijpelijk. Elk van de vijf delen beslaat ruim 1.000 bladzijden. Verenigde Staten Methodisch is het Noord-Amerikaanse archiefwezen sterk beïnvloed door de bibliografische wijze van beschrijven. De beheerders van de kleinere archiefbe waarplaatsen (zoals universiteitsarchieven of manuscript libraries) proberen hun beschrijvingen te integreren in de bibliotheekcatalogus van de instelling waar voor ze werken. Steve Henson bewerkte de toonaangevende Anglo-American Cataloguing Rules (AACR-2) voor archieven28 en in geval van automatisering maakten de meeste archivarissen gebruik van een speciale versie van het MARC- format voor archives and manuscript collections: MARC-AMC. Dit format voor beschrijvingen op het niveau van archieven bevorderde de facto standaardisatie en vormde de basis voor het opzetten van succesvolle geautomatiseerde netwer ken (de RLIN-database bijvoorbeeld). MARC ondersteunt de opname van be- heersgegevens, maar biedt ook de mogelijkheid tot het schrijven van scope and contents notes, voor een nadere toelichting op archief en archiefvormer. MARC- AMC vertoont nogal wat overeenkomsten met het format dat de projectgroep Geautomatiseerd archievenoverzicht ontwikkelde. Zelfs al kende de projectgroep mogelijk MARC niet of nauwelijks, alleen al door de contacten met PICA en RAPIDE (Katholiek Documentatie Centrum), zijn tenminste indirecte invloeden aantoonbaar. Canada Vanaf de jaren '80 heeft het Canadese archiefwezen zich intensief beziggehouden met zowel de archieftheorie als de ontwikkeling van praktische methoden en standaards voor archiefbeschrijving. Voorop stond de vraag wat het hoogste niveau van ordening zou moeten zijn. Dankzij de vertaling van een artikel van de Fransman Michel Duchein in het Engels begonnen archivarissen het fonds (archief) te herontdekken. Daarvoor was de hoogste groepering de record group, die niet altijd een zuivere afspiegeling van de herkomst van de bestanddelen was, maar -naar Amerikaans voorbeeld- nogal eens op pragmatische gronden was samengesteld.29 Beschrijvingen op archiefniveau vormen de top van een hiërar chisch systeem, dat via de serie naar bestanddelen afdaalt. Het archievenover zicht van de Government Archives Division van de National Archives geeft een duidelijk beeld van de wijze van beschrijving: naam met formele code, periode, omvang, gevolgd door twee beknopte toelichtingen: administrative history en arrangement and contents. De eerste toelichting geeft een summiere beschrijving van de archiefvormer, de tweede van structuur (dat wil zeggen van de voornaam ste series) en inhoud van het archief. Een beschrijving neemt ongeveer een bladzijde in beslag.30 ARC HIE F O NT SLUITING IN DE PRAKTIJK 26 De ontwikkeling van een geautomatiseerd informatiesysteem hoort gepaard te gaan met het opstellen van procedures. Dat is bij Archeion wel gebeurd, maar vooral met betrekking tot het archiefbeheer. Er heeft geen methodeontwikkeling voor het beschrijven van archieven plaats gevonden. 27 Lexicon 2, toelichting. Den Teuling vermeldt de term, maar ontraadt het gebruik om verwarring te voorko men met het Franse woord fonds, dat ook in het Engels ingang vindt als equivalent van 'archief. 28 Steve Henson, Archives, Personal Papers and Manuscripts. 240 PETER HORSMAN NAAR EEN NATIONAAL ARCHIEVENOVERZICHT 29 Zie voor de record group het desbetreffende lemma in: 'Engelstalige archieftermen in het Nederlands verklaard', in Horsman e.a. (red.) Paradigma. Interpretatiekaders in de archivistiek, 239 ('s-Gravenhage 1999); ook elders in dit jaarboek mijn inleiding op het artikel van Chris Hurley. 30 Cynthia Lovering (compiler), Government Archives Division. With an introduction by Terry Cook. Ottawa 1991. 241

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2001 | | pagina 122