Eenheid in verscheidenheid: de smalle weg naar een nationaal archievenoverzicht Halverwege de publicatie van de veertiendelige serie Overzichten van Archieven en Verzamelingen drong in het archiefwezen het besef door dat in de toekomst auto matisering betere mogelijkheden zou bieden voor een archievenoverzicht. Nu de technologie ook voor archiefdiensten betaalbaar is geworden en de mogelijkhe den lijkt te bieden tot een grotere verspreiding van het archivistische erfgoed, is de tijd rijp tot actie over te gaan. Tal van archiefdiensten hebben zelf overzich ten ontwikkeld, maar helaas staat gebrek aan standaardisatie een effectieve integratie tot een nieuw nationaal overzicht in de weg. Overeenstemming over wezenlijke, nieuwe theoretische concepten en inzichten is een noodzakelijke voorwaarde voor het bereiken van een resultaat dat vergelijkbaar is met de gedrukte voorganger. Inleiding en vraagstelling De op handen zijnde nieuwe archiefterminologie definieert een archievenover zicht als een 'systematisch ingedeelde staat van archieven en archivistische ken merken en van verzamelingen.' Het Lexicon van Nederlandse archieftermen is onder overzicht van archieven' nog summierder: 'een systematische opsomming van de in één of meer bewaarplaatsen berustende archieven.' Het Lexicon refe reert aan de Nederlandse archiefterminologie: 'Een overzicht van de inhoud van een archiefbewaarplaats is de systematische opsomming van de in een archief bewaarplaats aanwezige archieven en verzamelingen.' Ik houd niet zo heel erg van definities en zeker niet als opening van een artikel, maar dit beknopte lijstje suggereert in elk geval een ontwikkeling in opvattingen. Den Teuling, de eindre dacteur van de nieuwe terminologie, gaat er vanuit dat een archievenoverzicht de inhoud van meer dan één archiefbewaarplaats beschrijft; het Lexicon is wat dat betreft iets ruimer, maar laat -althans in de definitie- verzamelingen buiten beschouwing. De NAT betrekt de verzamelingen er weer wel in, maar beperkt het begrip tot één archiefbewaarplaats.1 In tegenstelling tot de inventaris, het pièce de resistance van de klassieke archivis- tiek, is er in Nederland weinig theorievorming met betrekking tot het archieven overzicht te bespeuren.2 Tot op heden bestaat er geen echte standaard, zelfs geen overeenstemming over welke informatie een archievenoverzicht moet bevatten. De in potentie uniformerende werking die van de veertiendelige serie Overzichten van archieven en verzamelingen in openbare archiefbewaarplaatsen in Nederland uit gaat, heeft zich, alle inspanningen ten spijt, niet voortgezet. Bij nadere beschou wing is de uniformiteit van de serie ook nooit helemaal gelukt. De eindredacteur, Eric Ketelaar, heeft voor zijn arbeid niet alleen de Van Wijn penning gekregen, maar -naar eigen zeggen- ook de eerste grijze haren. Het intellectuele succes van de serie is er niet minder om. De afterlife van de serie, waarin verschillende pogingen een nationaal geautoma tiseerd archievenoverzicht tot stand te brengen, is weinig opwekkend. Tenminste tweemaal heeft de Vereniging van Archivarissen zich aan een poging gewaagd. De tweede maal heeft het niet eens tot een gedrukt verslag geleid. Het heeft weinig zin oude koeien uit de sloot te halen en een analyse van de mislukkingen valt buiten het bestek van deze editie van het Jaarboek, dat over toegankelijkheid moet gaan en dus een positieve benadering kiest. Voor een belangrijk deel was bij de vorige pogingen het falen niet zozeer te wijten aan menselijke tekortkomingen of gebrek aan overeenstemming, maar veeleer aan de beperkingen van de tech nologie die binnen het financiële bereik van het archiefwezen lag.3 Die situatie is nu drastisch anders - niet dat het financieel vermogen van de gezamenlijke archiefdiensten zeer is toegenomen, maar de technologie is beduidend minder kostbaar. De tijd lijkt rijp, nu nog de geesten. In dit artikel wil ik, onder meer voortbouwend op Van Driel, de contouren schet sen van een nationaal archievenoverzicht. Dat ondertussen op verschillende fronten al gewerkt wordt aan deeloverzichten op Europees niveau, maakt een landelijk overzicht nog niet overbodig.4 Op zijn minst heeft het land van Muller, Feith en Fruin een soort van ereplicht te vervullen. Voorafgaand aan het toe komstbeeld schets ik doel en inhoud van een archievenoverzicht, gevolgd door een beknopte ontwikkelingsgang. Ik beperk me vooral tot Nederland, al zal zo nu en dan een blik over de grens geworpen worden. PETER HORSMAN 1 Nog niet gepubliceerd; conceptversie op www.kvan.nl; voor dit artikel heb ik gebruik gemaakt van de versie van juli 2001; Lexicon van Nederlandse archieftermen. 's-Gravenhage: Stichting Archiefpublikaties, 1983; J.L.van der Gouw, H.Hardenberg, W.J.van Hoboken en G.W.A.Panhuysen, Nederlandse Archief terminologie. Zwolle 1962. 2 Het gepubliceerde 'Geautomatiseerd Archievenoverzicht. Eindrapport van de projectgroep (samenvatting)', in: Nederlands Archievenblad 89 (1985) 227-236, bevat weliswaar geen theoretische uiteenzetting, maar het geproduceerde format mag zeker als een bijdrage aan de theorievorming worden beschouwd. Conceptueler, maar met een praktische toetsing, is: Maarten van Driel, 'Traditie en digitaliteit: toegankelijkheid volgens het Proeftuinproject Archiefvormersoverzicht', in: P.J.Horsman, F.C.J.Ketelaar en T.H.P.M.Thomassen, 232 PETER HORSMAN NAAR EEN NATIONAAL ARCHIEVENOVERZICHT Context. Interpretatiekaders in de archivistiek. Jaarboek 2000 van de Stichting Archiefpublicaties, ('s-Gravenhage 2000) 215-243. Zie verder: Theo Thomassen, Klassieke toegangen. Een overzicht, in deze bundel pp. 103-126. 3 Het meeste van wat ik verder schrijf over ideevorming en systeemontwikkeling (archievenoverzicht, GAOS, Archeion) put ik uit eigen herinnering. Ik probeer niet een feitelijke reconstructie van de gebeurtenissen te presenteren. 4 Enkele voorbeelden van Europese projecten: EUAN: European Union Archives Network (National Archives of Scotland, Riksarkivet Zweden, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Sopraintendenza per il Lazio); EVA: European Visual Archives (City Archives London, stadsarchief Antwerpen, Nederlands Historisch Data Archief); DACE: Data model for Archives of Capitals in Europe (archiefdiensten van Europese hoofd steden). Het Zwitserse Bundesarchiv is host voor een netwerk van nationale websites in Europa. 233

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2001 | | pagina 118