Het tekeningenarchief van het ingenieursbureau van de gemeente Den Haag Henk Duits onderzocht het bevragingssysteem van een dynamisch digitaal archief: het digitale tekeningenarchief van de afdeling Verkeer van het gemeente lijke ingenieursbureau Den Haag (IbDH). Dit tekeningenarchief wordt gebruikt door de tekenaars van het IbDH, niet door externen. De toegankelijkheid wordt hier niet zoals in een papieren omgeving gerealiseerd door afzonderlijke toegan gen, maar door de bevragingsopties die binnen het gebruikte applicatieprogram ma zijn gecreëerd. In concreto worden de zoekmogelijkheden vooral bepaald door de mappenstructuur van het archief en de bestandsnamen die aan de tekeningen worden gegeven. Een documentbeheersysteem is niet voorhanden. De uitbreiding van de applicatie MicroStation met een beheermodule naast de applicatiesoft- ware en de database wordt momenteel wel overwogen. De context van de onderzochte archieven Contextonderzoek Voordat per toegangensysteem werd vastgesteld welke contexttermen daadwerke lijk als ontsluitingstermen werden gebruikt, werd eerst in beeld gebracht hoe de archivistische context van de betrokken archieven eruit zag en bij vorming eruit had uitgezien. In de meeste gevallen zijn essentiële gegevens over de ontstaans- context (mandaat, actor, functie en bedrijfsproces) binnen de organisatie voor handen of op te sporen in de literatuur of het archief zelf. Bij contextonderzoek ligt het accent echter van oudsher op documentaire context, en dat komt door dat die documentaire context -en de structuur van het archief in het bijzonder- in meer of mindere mate zichtbaar blijft zolang nog van archief sprake is en doordat de ontstaanscontext althans voor een deel kan worden gereconstrueerd vanuit de documentaire context, die in veel gevallen van die ontstaanscontext is afgeleid. Ondanks de gezamenlijk gehanteerde methodiek van het gebruik van de scorelijst met contextelementen, leidden de vier onderzoeken niet in alle opzich ten tot gelijksoortige resultaten. Deze verschillen werden veroorzaakt door de verschillen in belangstelling van de vier onderzoekers en uit de opvallende eigenaardigheden van de vier archieven. De context van het archief van de Staten van Utrecht7 Muller beschouwde de vergadering van de Staten van Utrecht als de archiefvormer van het hele archief van 1375 tot 1810. Latere archivarissen onderscheidden meer archiefvormers: de Statenvergadering uit de landsheerlijke tijd (tot 1581), de Statenvergadering uit de tijd van de Republiek (1581-1810) en de financiële instel lingen. Blijkens de inrichting van hun inventarissen beschouwden ze de Geëligeerde Raden, 1627-1795; de Ridderschap 1618-1814, en de Commissies van de centrale regering te Brussel betreffende Utrechtse aangelegenheden, 1528-1553, niet als afzonderlijke archiefvormers: hun archieven zijn beschreven in de inventaris van het verzelfstandigde archief van de Staten uit de tijd van de Republiek. De Statenvergadering had wetgevende en bestuurlijke macht en besliste en adviseerde in uiteenlopende zaken. Het baseerde zijn besluiten zo mogelijk op precedenten: elke besluit werd getoetst aan eerdere besluiten. De leden van de vergadering, en in het bijzonder de vertegenwoordigers van de steden, moesten verantwoording afleggen aan hun committenten. Besluiten werden daarom zorg vuldig vastgelegd in resoluties en de toegankelijkheid van de resoluties had bij de ontsluiting de hoogste prioriteit. Het archief van de Staten van Utrecht uit de tijd van de Republiek is gevormd volgens de regels van het resolutiestelsel. De series resoluties (besluiten) vormen de kern van het archief. Men heeft alle stukken die in een bepaalde zaak hebben gediend in verband gebracht met de resolutie die in die zaak is genomen doordat men de datum van die resolutie op die bijlagen heeft vermeld. Hoewel de bijlagen worden bewaard in afzonderlijke series (ingekomen brieven, minuten van uit gaande brieven, ingekomen rapporten en rekeningen enz.) zijn ze via de datum van behandeling altijd met de genomen resolutie en dus ook met elkaar in verband te brengen. De resoluties zelf zijn door indices ontsloten; via de indices kan men de resoluties en via de resoluties kan men de bijlagen vinden. De context van het archief van het Gemeentebestuur te 's-Gravenhage 1937-1952 Onderzoek naar de ontstaanscontext van het archief van het Gemeentebestuur van 's-Gravenhage 1937-1952, datberustin het Haagse Gemeentearchief (HGA), is niet heel complex: de gemeente Den Haag doet en deed wat elke gemeente doet en deed. Bovendien is de gemeentelijke organisatie van Den Haag, inclusief de functies en de structuur van de gemeentelijke organen en diensten uitvoerig beschreven in De Gemeente Georganiseerd, één van de onderzochte toegangen. Vooraf was de aanname dat de inrichting van de registratuur overeen zou komen met die van de archieven van andere gemeenten en dat het archief dus zou zijn geordend met behulp van de code VNG. Bij nader inzien bleek het archief echter niet strikt zaaksgewijs geordend. Slechts een gedeelte was gebrek kig geordend volgens de code VNG en dat had niet eens echte (zaak)dossiers opgeleverd. Alle stukken met één code waren opgeborgen in één omslag, en dat had geresulteerd in een onderwerpsgewijze ordening, met onderwerpen die aan de code VNG waren ontleend. Waarom een aantal afdelingen de code in het geheel niet gebruikte, is niet duidelijk geworden. De organisatorische context is in het archiveringssysteem nauwelijks expli ciet gemaakt. De context van de archieven van de centrale overheid op het beleidsterrein landinrichting Op het beleidsterrein Landinrichting zijn veel actoren actief. Een van die actoren is de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Dit is een uitvoerende dienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, die bestaat uit de DLG Centrale eenheid in Den Haag en 6 DLG's verspreid over het land. De ontstaans context van de betrokken archieven is verder uitputtend beschreven in de toegan gen die hieronder worden behandeld en met name in het RIO. Het archief is zaaksgewijs geordend. In 1990 en 1993 is de functionele analyse zoals deze door PIVOT wordt opgevat uitgangspunt van de archivering. ARC HIE F O NT SLUITING IN DE PRAKTIJK 7 S. Groenveld, "De staatsinstellingen in de Republiek omstreeks 1609", in: S. Groenveld, H. L. Ph. Leeuwenberg, N. Mout en W. M. Zappey, De kogel door de kerk? De opstand in de Nederlanden en de rol van de 214 THEO THOMASSEN EA. ARCH IE F O NTS LUIT ING VANUIT DE CONTEXT Unie van Utrecht (Zutphen 1979) 142- 151 en C. A. Rutgers ea, Van standen tot staten; 600 jaar Staten van Utrecht 1375-1975. Stichting Stichtse Historische Reeks 1 Utrecht 1975. 215

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2001 | | pagina 109