Slotbeschouwingen De Kompetenzenkartei is een goede basis voor archiefwerkzaamheden, zolang het daarbij gaat om inductieve werkprocessen: in dat geval wordt allereerst vanuit het detail gedacht en gehandeld. In dit verband is aan de voorbereiding van inspectiebezoeken, inventarisatieprojecten en antwoorden op inlichtingenbrie- ven te denken. Onvolledige gegevens zijn dan minder problematisch. Ook voor diepergaande onderzoekingen biedt de Kompetenzenkartei een goed vertrekpunt om snel een beeld te krijgen van relevante wet- en regelgeving en van mogelijke interessante schriftelijke neerslag. De onderzoekers kunnen dan zelf eventuele leemten ontdekken, omdat de documenten en dossiers naar elkaar verwijzen, van de bestanden beschrijvende inventarissen bestaan en de wetten en verorde ningen ook door middel van registers cumulatief ontsloten zijn. Alleen al daarom blijft de Kartei een vast onderdeel van het geprojecteerde driedimensionale Erschliessungs- und Findmittelsystem van het Bundesarchiv in de toekomst: een database voor archiefbestanden, voor archiefvormers en voor taken en bevoegdheden. De aantrekkelijkheid van de Kompetenzenkartei voor historisch en rechtshistorisch onderzoek zou zelfs nog versterkt kunnen worden, waardoor het gebruik ongetwijfeld ook zou toenemen. Het geheel is op pragmatische manier ontsloten, waarbij vanuit een grofmazige database, KOMP2, via een uitvoerig kaartsysteem op de primaire documentatie, te weten de parlementaire wetgeving en de verordeningen van de bondsraad sinds 1848, toegang geboden wordt. Nu deze voorschriften ten dele reeds gescand zijn, lijkt het digitaliseren van de Kartei de logische volgende stap. In het Duitse taalgebied zijn andere succesvolle voorbeelden bekend, waarbij door middel van een niet al te gedetailleerde database talloze digitale images van waar devolle of interessante documenten via Internet aan een groter publiek aan geboden worden. De raadplegers benutten in zo'n geval een bestaande of grof aangelegde database als eerste instap en bladeren als het ware vanaf dit punt naar voren of achteren door de images. Deze methode kost vanzelfsprekend extra opzoektijd, is daarentegen voor de beheerder efficiënt en vertoont met het werken in een traditionele kaartenbak veel gelijkenis.19 De Kompetenzenkartei blijkt als basis voor deductieve archiefarbeid, waarbij op grond van generaliserende concepten efficiënt detailbeslissingen kunnen worden genomen, duidelijk minder geschikt. Het systeem was oorspronkelijk vooral als Sicherungs- und Bewertungsinstrument (in het kader van de selectie, vernieti ging en overbrenging) gedacht, veel meer dan als Erschliessungsmittel (in het kader van de ontsluiting), maar het schiet daarvoor methodisch tekort: een teveel aan formele regelgeving, in elk geval een te weinig aan materiële kennis. Het Priorisierungskonzept nam de Kartei niettemin als uitgangspunt. Dit concept is interessant genoeg, toont echter aan de andere kant dat voor concrete selectie- en vernietigingsbeslissingen meer houvast geboden is. Per beleidssector of departementsterrein zou nog bekeken moeten worden, in hoeverre in de geest van het genoemde prioriteringsconcept degelijke Bewertungsbasisinstrumente, analoog aan de PIVOT-basisselectiedocumenten, zinvol zijn.20 Een intelligente keuze uit de wet- en regelgeving in de Kartei, mede met het oog op de mogelijke schriftelijke neerslag, en één uit de Botschaften en jaarlijkse Geschaftsberichte van de bondsraad aan het parlement lijken voldoende voor een juiste bepaling van context en inhoud van de betrokken federale taak vervulling. Abstraktieniveau en concretisering vragen elk hun prijs en houden elkaar op deze wijze in evenwicht. Het Priorisierungskonzept krijgt op deze wijze meer handen en voeten en kan retrospektief tot ongeveer 1960 de selectie en vernietiging van het Zwitserse Bundesarchiv daadwerkelijk rationaliseren. Ook prospectief is hier winst te halen, zolang de departementen met hun diensten en organen nog niet over moderne registratuurplannen beschikken en niettemin een almaar toenemende aanwas van (ook digitale) documenten, dossiers en series produceren. Natuurlijk moeten hierbij offers gebracht worden, maar rigoreuzer te werk gaan hoeft niet per se negatief te zijn. Het Duitse Bundesarchiv zocht, gelet op de achterstanden, in dezelfde richting een oplossing en stelde daarbij: "In noch starkerem Masse als bislang sollten Bewertungsentscheidungen ohne Überprüfung des einzelnen Vorganges zunachst allein auf der Grundlage von vorhandenen (Vor-)bewertun- gen, von (inhaltlich aussagefahigen) Abgabelisten oder von Festlegungen über ganze Aktenplangruppen oder Aktenplanbereiche getroffen werden. Feingliedrige Bewertungsverfahren sind auf Dauer nur noch in Ausnahmefallen realisier- bar." Zelfs voor de historicus (en de geïnteresseerde burger) zitten hieraan wel degelijk positieve kanten. Groteske werkachterstanden brengen ook hem of haar niets en "transparente Überlieferungsstrukturen" bieden "dem Archivar günstige Anknüpfungspunkte zur Klassifikation und dem Benutzer systematisierte Zugriffsmöglichkeiten"21, alsmede contextuele en beleidsinhoudelijke naslag werken. Het is opmerkelijk, dat moderne Akten- und Bewertungsplane (registratuur plannen) grosso modo op dezelfde bronnen moeten steunen als bovenbedoelde sectorale Bewertungsbasisinstrumente. Context en beleidsinhoud dienen daarin eveneens een juiste vertaling en abstractiegraad te krijgen. Zo bezien, kan het Zwitserse Bundesarchiv zijn proactieve werking nog versterken en de departemen ten met hun diensten en organen door de ontwikkeling van deze basis- CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK Vergelijk G. Lutze, H. Schnelling en R. Worch, 'Zettels Traum. Digitalisierung von Zettelkatalogen in der ULB Sachsen-Anhalt und ihre Visualisierung im Internet', Bibliotheksdienst. Organ der Bundesvereinigung deutscher Bibliotheksverbande (BDB) 33 nr. 5 (mei 1999) 785-796; A. Angelus, C. Eichhorn-Berndt en H. Schnelling, 'Digitalisierung des Realkataloges (Hartwig-Katalog) der Universitats- und Landesbibliothek Sachsen-Anhalt und seine Visualisierung im Internet', Bibliotheksdienst. Organ der Bundesvereinigung deut scher Bibliotheksverbande (BDB), 34 nr. 3 (maart 2000) 422-434. Nadere bespreking: www.toebak.ch Leseempfehlungen) 178 PETER TOEBAK DE KOMPETENZENKARTEI VAN HET S C H WE IZ E RIS C H E BUNDESARCHIV 20 Zie bijvoorbeeld ook de Bewertungsdokumentationen van Baden-Württemberg, die ongeveer de rol vervullen van de in de jaren dertig voorgeziene pruisische Motivenberichte (Kretzschmar, 'Spuren zukünftiger Vergangenheit', 220). 21 H.D. Kreikamp, 'Das Bewertungsmodell des Bundesarchivs - Federführung als Bewertungskriterium', in: Wettman, Bilanz und Perspektiven, 83-87. 179

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 90