de laatste bereiden deze voor en voeren ze uit. De regels en voorschriften zijn natuurlijk steeds relevant, het aandeel van de diensten bij de voorbereiding en uitvoering varieert daarentegen in kwaliteit en intensiteit. Hoe sterker deze te beoordelen zijn, wat direct van de toegedeelde bevoegdheden en uitgeoefende functies afhangt, hoe groter het belang van de documentaire neerslag voor over heid en maatschappij (prioriteit A). Hoe zwakker de intensiteit en kwaliteit van het handelen, hoe minder de relevantie voor behoud en archivering (prioriteit C)Een middengroep laat zich minder duidelijk indelen (prioriteit B) Deze evaluatie op macroniveau werd met die op microniveau aangevuld, waarbij de dossiers en series centraal stonden. De microselectie van de dossiers en series vond eveneens naar drie categorieën plaats. Niet de stukken zelf werden geraad pleegd, maar de daaronder liggende registratuurplannen. Deze zijn hiërarchisch en systematisch opgebouwd en zouden in beginsel genoeg houvast moeten bieden voor een juiste beoordeling van inhoud en context van de archiefbestand delen. Welke rubrieken en registratuurnummers bevatten dossiers en series van archiefwaarde (klasse a), welke zonder archiefwaarde (klasse c) en welke zijn twijfelgevallen (klasse b)? De methode bleef grof, maar kon de vaak tegenge stelde principes van Provenienz (context) en Pertinenz (inhoud) in aanmerking nemen. De registratuurplannen zijn namelijk niet enkel naar de bevoegdheden en functies van de archiefvormende diensten en organen opgebouwd, ze geven ook een zeker inzicht in onderwerpen, zaken en thema's. Door beide schema's met elkaar te combineren, ontstaat een matrix van prioriteit A, B en C (macroselectie) en klasse a, b en c (microselectie) (tabel 1). Op basis hiervan kunnen de twijfelgevallen methodisch zuiver gereduceerd worden: klasse b krijgt a priori toch archiefwaarde, indien met prioriteit A samenvallend, klasse b is daarentegen ongezien te vernietigen, indien tot prioriteit C behorend. Slechts de dossiers en series van klasse b met prioriteit B moeten volgens de matrix nog nader bestudeerd worden, want deze van klasse a en c blijven categorisch öf bewaard öf worden vernietigd. Tabel 1 Schematische weergave van het Priorisierungskonzept Het voordeel van dit concept is, althans in theorie, dat het selecteren en vernie tigen van archiefmateriaal sneller voortgang vinden kan. Slechts de dossiers en series met een twijfelachtige waarde (microniveau), afkomstig van de diensten en organen van archivistisch en inhoudelijk onzekere betekenis (macroniveau), moeten gedetailleerd bekeken worden. Het grootste deel van het bestand kan ongezien verwerkt, dit betekent integraal bewaard of vernietigd worden. Het Priorisierungskonzept is vooral op het 'provenance-based structural-function al model on the macro-level' van de National Archives of Canada geïnspireerd, dat eveneens een soort van 'documentation strategy on the micro-level' toelaat.13 Teneinde de diensten, organen en hun onderdelen methodisch objectiever te kunnen differentiëren (macroniveau) zijn bepalende criteria ontwikkeld: aandeel in de voorbereiding van de wet- en regelgeving, formele leiding op een beleidsterrein; uitwerking van de taken en bevoegdheden op samenleving, poli tiek, cultuur, economie en milieu; waardering van de bevoegdheden en functies door de tijdgenoten; mate van beleidsvrijheid, respectievelijk van uitvoerings- dwang of -routine onder toezicht. Deze methode versterkt de waarde van het Priorisierungskonzept, maar verhelpt toch niet de zwakke elementen waarop het noodgedwongen ook steunen moet. Het concept berust nog steeds op een grote dosis aan Fingerspitzengefühl of intuïtie, juist omdat de Kompetenzenkartei alleen onvoldoende inzicht geeft in de materiële of inhoudelijk-historische betekenis van de gevormde archiefbestan den. Meso- en macroselectie vragen om een hoge mate van methodische zeker heid, die alleen door de systematische analyse van ook de relevante Botschaften en Geschaftsberichte bereikt had kunnen worden. Daarbij komt dat een micro selectie ook mank moet gaan wanneer -zoals bijna overal in de Bundesverwal- tung- de vigerende registratuurplannen en de toegepaste dossiervorming kwalitatief nog altijd tekortschieten. De hiervoor geschetste methodische basis en de voorhanden registratuurpraktijk staan een efficiënte retrospectieve selectiemethode voor de bestanden vanaf 1960 in de weg. Het Priorisierungskonzept is bijzonder interessant en creatief bedacht, het is echter kwetsbaar. Dit leidde ertoe, dat de feitelijke selectie en vernietiging in het Zwitserse Bundesarchiv toch weer spoedig op oud-ambachtelijke werk wijzen moesten teruggrijpen (feitelijke inzage van de bestanddelen), waarbij overigens wel de nadruk op de diensten en organen met prioriteit A kwam te liggen. Ook voor het proactieve archieftoezicht op de lopende dossiervorming bij de federale diensten en organen heeft het concept betekenis gekregen. De dien sten en organen met prioriteit A worden veelvuldiger bezocht en ondersteund dan de diensten en organen met prioriteit B en C. Casus: ontwikkelingswerk en humanitaire hulp Is een nog actievere rol van de Kompetenzenkartei ten behoeve van proactief archiefbeheer denkbaar, bijvoorbeeld bij het voorbereiden van een Akten- und Bewertungsplan (registratuurplan met aanwijzingen voor selectie en vernie tiging)? Stellig heeft Scharer in dezelfde richting gedacht14, te meer daar het Bundesarchiv in de jaren tachtig vele registratuurplannen voor de Bundesverwal- tung ontwierp en hij zich op dit terrein meer en meer tot een autoriteit ontwik- CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK klasse a klasse b klasse c prioriteit A archiefwaarde archiefwaarde vernietiging prioriteit B achiefwaarde inzage vernietiging prioriteit C archiefwaarde vernietiging vernietiging 174 PETER TOEBAK DE KO M P ET E N Z E N K ART E I VAN HET S C H WE IZ E RIS C H E BUNDESARCHIV 13 Bijvoorbeeld J.-P. Wallot, 'Free trade in archival ideas: the Canadian perspective on North American archival development', American Archivist 57 (1994) 388-399. 14 Zie Scharer, 'Kompetenzenkartei des Bundesarchivs', 133. 175

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 88