Voor diepergaande studies over bepaalde thema's of taakgebieden is de Kompe- tenzenkcirtei eveneens een handig vertrekpunt om zich snel een beeld te vormen van relevante wet- en regelgeving en van interessante schriftelijke neerslag. Het reeds vermelde subsidiariteitsbeginsel (in beginsel doet of regelt de hogere bestuurslaag slechts datgene wat de lagere bestuurslaag niet kan) maakt het verwerven van voldoende inzicht in het staats- en overheidsbestel niet altijd gemakkelijk. Zwitserland is geen gedecentraliseerde eenheidsstaat, zoals Nederland. Zwaartepunten zijn historisch gegroeid en het accent is er ook nu nog vooral von unten nach oben. Onderzoekers kunnen zelf eventuele leemten ontdekken, omdat de archiefdocu menten en dossiers normaalgesproken naar elkaar verwijzen, van de bestanden beschrijvende inventarissen bestaan en de geldende wetten en verordeningen door middel van registers cumulatief ontsloten zijn.6 Ook historische bronnen kritiek als methode blijft mogelijk en noodzakelijk, want feit en voorschrift komen niet per se overeen. Dit probleem kent bijvoorbeeld iedere mentaliteits historicus, die soms zelfs vanuit het negatieve, vanuit het spiegelbeeld van de normatieve wet- en regelgeving redeneren moet en de materiële werkelijkheid reconstrueren kan.7 De Kompetenzenkartei is zo bezien voor inductieve raadplegingen en onderzoek ingen als komplementares Findmittel zeker waardevol. Maar is het kaartsysteem ook voor deductieve arbeid geschikt, waarbij op grond van generaliserende archiefconcepten efficiënt detailbeslissingen genomen kunnen worden? Het ant woord op deze vraag luidt: neen. Zonder twijfel stonden bij Scharer vereenvoudig de selectie, vernietiging en overbrenging van de bestanden als doel voorop.8 Maar de Kartei is methodisch toch niet zuiver en strak genoeg opgebouwd en voortgezet om het systeem in zijn huidige vorm als basis voor werkinstrumenten of leidraad voor bijvoorbeeld (concrete) selectie en vernietiging of substituut verfilming in te zetten. De ontwerper is aanvankelijk te ver gegaan en heeft te veel details willen op nemen. Scharer sprak in 1976 juist daarom van systematische Kompetenzenkartei in het geciteerde artikel. Anderzijds heeft hij bij nader inzien te royaal van het stelselmatig gebruik van belangrijke bronnen afgezien. Het gaat hierbij ten eerste om de Botschaften, die de bondsraad als regering in het kader van nieuwe wet geving naar het parlement stuurt. Hij licht daarin het waarom van de wetsvoor- bereiding toe en biedt vaak ook materiële of inhoudelijke terugblikken of vooruitzichten. Een tweede, ten dele vergelijkbare belangrijke bron die Scharer niet gebruikte, is de serie jaarlijkse Geschaftsberichte van hetzelfde orgaan, verkorte jaarverslagen van de handelingen van de departementen met hun diensten en organen. Het eerste gebrek (de vele details) is minder bezwaarlijk dan het tweede (de niet- gebruikte bronnen). De Kartei maakt nu een al te logge indruk en dient eigenlijk nog gestroomlijnd te worden, waarbij enkel de hoofdmomenten van de Kompe- tenzenentwicklung in relatie met het belang van de (te verwachten) schriftelijke neerslag reliëf verdienen. Het tweede gebrek is voor de volledige periode vanaf 1848 in de praktijk niet meer op te lossen. Daartoe zou de officieel gepubliceerde wet- en regelgeving betreffende de opbouw van het federale apparaat en de toede ling van de bevoegdheden en taken aan de onderdelen niet enkel gewogen, maar ook met een ruime, verantwoorde selectie van de eveneens gepubliceerde Botschaften9 en Geschaftsberichte10 voor het benodigde formele en materiële over zicht gecombineerd moeten worden. Priorisierungskonzept als toepassing Ondanks de gesignaleerde tekortkomingen heeft de Kompetenzenkartei toch als basis gediend voor een zeer interessant (abstract) archiefconcept. Het kaart systeem brengt de onderscheiden rollen in beeld die verschillende overheidsorga nen, horizontaal en verticaal bezien, op eenzelfde beleidsterrein kunnen spelen: financieel en/of inhoudelijk toezicht, advisering en begeleiding, uitvoering, enz.11 Ook wordt duidelijk, welke overdrachten aan bestanden te eniger tijd te verwachten zijn. Zo wordt virtueel een Gesamtüberlieferung (volledige schrifte lijke neerslag) vanuit kwalitatief en kwantitatief gezichtspunt voor de hele Bundesverwaltung (ten dele zelfs daarbuiten) zichtbaar. Het zogenaamde Priorisierungskonzept baseert zich regelrecht op de Kompetenzen kartei.12 Het concept heeft als doel het selecteren en vernietigen van archief bestanden efficiënter en effectiever te maken, juist door het aantal arbeidsinten sieve handelingen bij de daadwerkelijke selectie van te vernietigen of te bewaren materiaal op voorhand te beperken. Natuurlijk kosten de twijfelgevallen, naar schatting 20% van het bestand, de meeste inzet, naar schatting 80% van de arbeidstijd. Het zijn immers deze, die altijd weer in detail bestudeerd en geanaly seerd moeten worden. De bevoegdheden en taken van de diensten en instellingen vormen de basis voor de macroselectie. Hoe belangrijk zijn deze? Of anders gezegd: in hoeverre documenteert hun schriftelijke neerslag het functioneren van de overheid vanuit administratief, juridisch en/of historisch perspectief en de sociale, economische, culturele en ecologische ontwikkelingen binnen de samenleving? Alle federale diensten en organen zijn met hun registraties en administraties in drie hoofd groepen verdeeld: A, B en C. Het parlement, de bondsregering en de ambtelijke apparaten hebben alle met wet- en regelgeving te doen, zo luidt de primaire gedachtegang. De beide eerste organen vaardigen regels en voorschriften uit, CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK 6 De laatste uitgave gaat tot 11 januari 2000: Amtliche Sammlung des Bundesrechts und Systematische Sammlung des Bundesrechts. Systematisches Register 1999 (Bern 2000). 7 Bijvoorbeeld M. Vovelle, 'De harten en de nieren: is het mogelijk een godsdienstgeschiedenis te schrijven vanuit de sporen?', in: M. Vovelle, Mentaliteitsgeschiedenis: essays over leef- en beeldwereld (Nijmegen 1985) [vert. uit het Frans door P. Klinkenberg] 71-83. 8 Zie onder meer Scharer, 'Kompetenzenkartei des Bundesarchivs', 117. 172 PETER TOEBAK DE KOMPETENZENKARTEI VAN HET S C H W EIZ E RIS C H E BUNDESARCHIV 9 (Schweizerisches) Bundesblatt (Bern 1848-). 10 Geschaftsberichte des Bundesrats (Bern 1848-). 11 Zie bijvoorbeeld in dit verband F.C.J. Ketelaar, 'Moderne ontsluiting van archieven: alternatief voor bronnenpublikaties?', in: Bron en publikatie; voordrachten en opstellen over de ontsluiting van geschiedkundige bronnen uitgegeven bij het 75-jarig bestaan van het Bureau der Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis ('s-Gravenhage 1985), 35-36 (opmerking van G.J. Mentink). 12 Niklaus Bütikofer, 'Bewertung als Priorisierung', Arbido 10 nr. 11 (november 1995) 14-16. 173

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 87