De database KOMP2 biedt als derde element de hoogste abstractiegraad, ver meldt enkel de naam van de bevoegde instantie (departement, dienst of orgaan), geeft de betrokken periode aan en blijft verder bij het middenniveau van de zaaksgewijze juridische rubrieksindeling steken (Gruppentitel) Figuur 1 toont de titelpagina van het Bundesgesetz über die internationale Entwick- lungszusammenarbeit und humanitare Hilfe van 19 maart 1976.3 Figuur 2 laat kaart 4 van een serie van 10 kaarten zien, waarop de zeventien artikelen van de wet van 1976 zijn samengebracht. Op kaart 4 staan niet alle elementen, zoals ze hierboven zijn beschreven. Zo ontbreekt bij dit voorbeeld Gruppentitel 97 voor 'Internationale wirtschaftliche und technische Zusammenarbeit' (in het veld 'Sachsystematische Ordnung'). Per bevoegdheid of taak (Kompetenz) komen meestal meerdere kaarten in het kaartsysteem voor, afhankelijk van omvang, geldingsduur en chronologische ontwikkeling. De records in de database kunnen op hun beurt tot circa vijftig kaarten met onderrubrieksaanduidingen omvatten. De digitale ontsluiting van de Kartei werd op deze wijze aanzienlijk bespoedigd, maar blijft vanzelfsprekend ook erg rudimentair. Figuur 2. Kaart uit de Kompetenzenkartei. Positieve en negatieve beoordeling De Kompetenzenkartei is een typisch product uit een tijd waarin een project nog zonder veel zorgen om de uiteindelijke haalbaarheid begonnen werd (circa 1970). Elk archief heeft wel voorbeelden van zulke producten in het depot of op de stu diezaal staan. De Kompetenzenkartei is overigens wel zo goed als afgerond en dus alles behalve een relict uit een voorbije periode. Erich Scharer en na hem Primus Monn hebben, naast andere werkzaamheden en met secretariële ondersteuning van 20%, gedurende dertig jaren aan het project gewerkt. Het bijzondere van het kaartsysteem is echter vooral, dat vanaf het begin niet zozeer de inhoud (content) van de wets- en regelgeving centraal stond als wel de waarde voor de archivis- tische en organisatorische context (context). Dat maakt de Kartei minder tijd gebonden dan vele andere indiceer-, ontsluitings- en overzichtsprojecten. Deze aandacht voor context was in de jaren zeventig van de twintigste eeuw zeker nog geen gemeengoed in de archiefwereld. Scharer baseerde zich op Duitse archiefliteratuur over het Zwischenarchiv als instantie tussen archiefvormer (Behörde) en archiefbeheerder (Endarchiv). Ook in Duitsland is kortstondig aan een Kompetenzenkartei gewerkt, maar het werk werd reeds spoedig als zijnde onhaalbaar stilgelegd. Een bijkomende factor was dat in Duitsland toentertijd nog slechts schoorvoetend op oudere selectie- en vernietigingsconcepten uit de dertiger en begin veertiger jaren werd teruggegrepen, waarin contextinformatie reeds boven inhoudsinformatie was gesteld als middel om de bewerking van archieven methodisch te objectiveren en rationaliseren. Deze hoofdzakelijk voor oorlogse concepten hadden Theodore Schellenberg al in de jaren vijftig geïnspi reerd bij de ontwikkeling van een adequate selectiestrategie voor de massaal toegenomen Amerikaanse overheidsarchieven. Deze naar Amerika geëmigreerde Duitser kreeg echter pas in de jaren negentig ook in Duitsland aanhang4, nadat zijn boek uit 1956 door Angelika Menne-Haritz uit het Engels vertaald was.5 Natuurlijk kan de Kompetenzenkartei in het Zwitserse Bundesarchiv ad hoe gebruikt worden om inspectiebezoeken, inventarisatieprojecten en beantwoor ding van inlichtingenbrieven efficiënt uit te voeren. Onvolledigheid in de gege vens is dan minder problematisch. Deze trad op omdat, naarmate het project langer duurde, een keuze uit het bronnenmateriaal gemaakt moest worden. Vooral niet-gepubliceerd materiaal, zoals jaarberichten, rapporten, budgetover zichten, besluitvorming en reglementering terzake van interne bedrijfsvoering werd tegen het oorspronkelijke plan al doende weggelaten. Internationale ver dragen en overeenkomsten blijven eveneens buiten beschouwing, ofschoon ze ook tot schriftelijke neerslag leiden en departementen, diensten of organen bij de voorbereiding en uitvoering betrokken zijn. CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK Xompetenz: Internationale EntvicklungszuBammenarbeit und humanitare Hilfe Bemerkungen: KarteLj Sachsystematische Ordnung Dpt. Organisationseinheit Zeitraum Art der Bearbeitung EPD EPD RVD Bverv Di rekt ion für Entwicklunga zusammenarbeit und humanitare Hilfe Delegierter des BR für Kataetophen hilfe im Ausland Bande1sabteilung Interdepartementales Komitee für inter nationale Entwicklunga zuaammenarbeit und humanitare Hilfe Beratende Kommission für internationale Entwi cklungs zusammenarbe i t Forteetzung von Karte Die EntwicklungszusanmienarJeit kann folgende Formen annehmen: a) technische ZueammenarbeJ zveckt, durch Vermittlur die Entfaltung der Mensc befahigen, ihre wirtschf turelle Entvicklung, inre: aellschaft, mitzugeatalf b) Finanzhilfe, die im besc echaftlichen und soziale 8timmungslander beitragt c) handelspolitische Massj be z we eken» die Entwi ckli handel zu beteiligen, di Nutzen ziehen können; d) Haasnahroen zur Förderung schaftlicber Hittel, die des Art. 5 begünstigen. t, die im besondere be- g von Wissen und Erfahrung hen zu fördem und sie zu .ftliche, soziale und kul- rhalb ihrer eigenen Ge- n; nderen zum Ausbau der wirt n Infrastruktur der Be- in, die im besonderen .ungslander besser am Welt- .apit sie aus ihm grosseren des Einsatzes privatwirt- die Entwicklung im Sinne namentlich von Investitio- e) jede andere Form, die den in Art. 5 genannten Zie len dient. Art. 6, Abs. 1 170 PETER TOEBAK DE KOMPETENZENKARTEI VAN HET S C H WE IZ E RIS C H E BUNDESARCHIV 3 Amtliche Sammlung des Bundesrechts (Bern 1977) 1352-1357. 4 Vergelijk bijvoorbeeld B. Uhl, 'Die Geschichte der Bewertungsdiskussion: Wann gab es neue Fragestel- lungen und warum?', in: A. Wettman (ed.), Bilanz und Perspektiven archivischer Bewertung. Beitrage eines archivwissenschaftlichen Kolloquiums (Marburg 1994) (Veröffentlichungen der Archivschule Marburg. Institut für Archivwissenschaft, nr. 21) 11-35; R. Kretzschmar, 'Spuren zukünftiger Vergangenheit. Archivische Überlieferungsbildung im Jahr 2000 und die Möglichkeiten einer Beteiligung der Forschung', Der Archivar. Mitteilungsblatt für deutsches Archivwesen 53 nr. 3 (juli 2000) 216-219. 5 T.R. Schellenberg, Die Bewertung modernen Verwaltungsschriftguts (Marburg 1990) (Veröffentlichungen der Archivschule Marburg. Institut für Archivwissenschaft, nr. 17). Oorspronkelijk verschenen onder de titel Modern Archives Principles and Technics (Chicago 1956). 171

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 86