Besturen door registratuur bij de gemeentelijke gas- en elektriciteitsfabrieken te Tilburg1 Organisatie In 1853 kreeg de Amsterdamse onderneming Cossas Compagnie van de gemeente Tilburg vergunning voor de bouw van een gasfabriek en een concessie voor de verlichting van de openbare straten en pleinen.2 Na een paar jaar werd de concessie op verzoek overgeschreven op de firma W.P. Wolterbeek van Baggen Compagnie in Amsterdam. Op 4 januari 1870 deed de firma W.P. Wolterbeek van Baggen Compagnie de gemeenteraad het voorstel om de concessie met twintig jaar te verlengen. De gemeente wilde de gaslevering echter zelf exploi teren. De gemeentelijke gaslevering begon in juni 1873.3 Vanaf november 1884 leverde de gasfabriek continu gas.4 In 1896 werd het muntmeterstelsel ingevoerd, waardoor minder welgestelde burgers overgingen tot het gebruik van gas.5 Toen er een elektrische tramlijn van Breda naar Tilburg kwam, werd er bij de gemeenteraad van Tilburg een commissie ingesteld die zich ging richten op de zaak of het misschien wel interessant zou zijn om een elektriciteitsfabriek te laten bouwen. Deze commissie kwam in 1909 met een rapport waarin zij een aantal voorstellen deed, onder andere om de elektriciteitsfabriek onder te brengen bij de gasfabriek.6 Dit werd door de gemeenteraad op 18 maart 1910 overgenomen: het Gas- en Elektriciteitsbedrijf (GEB) was ontstaan.7 Het beheer van de gemeentelijke gasfabriek, later gas- en elektriciteitsfabrieken, lag bij de gemeenteraad. Een vaste commissie uit de gemeenteraad regelde de gaslevering en hield toezicht op het eerste gemeentebedrijf. Het dagelijks toezicht op de verschillende werken en de exploitatie van de fabriek werd overgedragen aan de directeur die door de commissie was benoemd; H. Herboth was de eerste directeur van de gemeentelijke gasfabriek.8 Daarnaast werd er een boekhouder aangesteld.9 Na het overlijden van Herboth werd Th. van Mierlo in 1873 direc teur.10 Bij de uitbreiding van de gemeentelijke gasfabriek met een elektriciteitsfabriek in 1910 bleef het beheer van de fabrieken bij het college van burgemeester en wethouders. Dit college werd bijgestaan door twee raadscommissies: één voor de Afdeeling Gasfabriek en één voor de Afdeeling ElektriciteitsfabriekIn 1911 fuseer den beide commissies tot de Gas- en elektriciteitscommissie.12 De directie van de energiebedrijven kwam bij Th. van Mierlo te berusten.13 Vanaf 1912 werd de directeur bijgestaan door een technisch directeur.14 Toen Van Mierlo in 1927 met pensioen ging besloot de gemeenteraad om de beide bedrijven te scheiden met behoud van de gezamenlijke administratie. Ieder bedrijf kreeg in 1929 zijn eigen directeur: voor de gasfabriek Th. van Mierlo jr. en voor de elektriciteitsfabriek H. Jansen.15 Aanvankelijk werkten er slechts twee personen op het kantoor: de boekhouder en de directeur. Het bedrijf groeide waardoor de directeur en de boekhouder de administratieve taken niet meer alleen konden uitoefenen. Er kwam een lang zame uitbreiding van personeel dat met de administratie was belast. Zo nam men eind 1893 de eerste klerk in dienst.16 In 1896 werd het muntmeterstelsel inge voerd, met als gevolg stijging van het gasdebiet, meer aanvragen voor gasaanslui- ting en dus meer werk voor de administratie. Deze werd dan ook weer uitgebreid met een tweede klerk17, die twee jaar later gevolgd werd door een derde klerk.18 Ondanks de groei van het administratieve personeel, stelde het college van burgemeester en wethouders in 1899 een accountant aan. Het systeem van boek houden van de gemeentelijke gasfabriek was namelijk verouderd en moest opnieuw worden ingericht.19 Was er aanvankelijk alleen een verdeling tussen ambtenaren (sinds 1897 ambtenaren en beambten) en werklieden in de gasfabriek, in 1907 werd het per soneel verdeeld over vier afdelingen. Zo was er de afdeling Ambtenaren en beambten waaronder de directeur viel, een technisch gedeelte, een administratief gedeelte (de boekhouder, klerken, twee muntmeterbeambten en de gemeente ontvanger die belast was met het innen van de gasrechten) en de afdeling van de werklieden.20 In 1920 kregen beide bedrijven een eigen administratie, maar toch bleef er een gemeenschappelijke afdeling administratie bestaan.21 Nadat beide bedrijven in 1929 van elkaar gescheiden waren, bleef de administrateur aan beide direc teuren verantwoording schuldig.22 NADIA LEHMANN 1 Bewerking van N. Lehmann, Besturen door registratuur. Veranderingen in het besturen van werkprocessen door administratieve ontwikkelingen in de gemeentelijke gas- en elektriciteitsfabrieken te Tilburg, in de periode 1873 tot 1930 (werkstuk voor het doctoraalwerkcollege Archiefwetenschap, Universiteit van Amsterdam, 1999). 2 Vijftig jaar bestaan der Gemeente Gasfabriek te Tilburg1873-1923Th. Pirenne en J. Veen, Van Nijveroord naar Ringbaan Noord. Grepen uit de geschiedenis van de Tilburgse energiebedrijven (Tilburg 1980). 3 H. van Doremalen, Bedrijvig Tilburg. Uit de archieven van Tilburgse bedrijven van vijftig jaar en ouder (Tilburg 1997) 50. 4 Pirenne en Veen, Van Nijveroord naar Ringbaan Noord, 16. 5 Van Doremalen, Bedrijvig Tilburg, 51. 6 Pirenne en Veen, Van Nijveroord naar Ringbaan Noord, 22. 7 Van Doremalen, Bedrijvig Tilburg, 51. 8 Gemeentearchief Tilburg, Archief Energiebedrijven (hierna Archief Energiebedrijven), inv.nr. 23, Jaarverslag 1898, 14; Pirenne en Veen, Van Nijveroord naar Ringbaan Noord, 18. 9 Inventaris van het archief van de Energiebedrijven te Tilburg1871-1949, 2. 10 Archief Energiebedrijven, inv.nr. 18, Jaarverslag 1893, 4. 122 NADIA LEHMANN DE GEMEENTELIJKE GAS- EN E L E CT RI C IT E IT S F A B R I E K E N TE TILBURG 11 Vijftig jaar bestaan der Gemeente Gasfabriek te Tilburg, 36. 12 Ibidem, 48. 13 Van Doremalen, Bedrijvig Tilburg, 51. 14 Pirenne en Veen, Van Nijveroord naar Ringbaan Noord, 33. 15 Van Doremalen, Bedrijvig Tilburg, 52. 16 Archief Energiebedrijven, inv.nr. 18, Jaarverslag 1893, 4. 17 Ibidem, inv.nr. 21, Jaarverslag 1896, 1-2, 13, 17. 48 Ibidem, inv.nr. 23, Jaarverslag 1898, 40. 49 Ibidem, inv.nr. 24, Jaarverslag 1899, 2. 20 Ibidem, inv.nr. 32, Jaarverslag 1907, 16. 24 Pirenne en Veen, Van Nijveroord naar Ringbaan Noord, 35. 22 Ibidem, 34. 123

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 62