van Billiton en van de Duinwaterleiding. De gegevens hiervoor werden (behalve aan de Tayloriaanse tijdregistratie) merendeels ontleend aan de financiële admi nistratie die een geheel andere rol vervulde dan de traditionele boekhouding: zij werd het meetinstrumentarium waarmee een meer systematische analyse van productieproces en productiemethoden mogelijk werd.59 Het carbonpapier maakte, in combinatie met losbladigheid, doorschrijfboek- houding mogelijk; deze leidde, gecombineerd met tel- en boekhoudmachines (de eerste wordt in Nederland pas in 1913 gesignaleerd), ponskaarten en adresseermachines, tot drastische verbetering van de administratieve sturing en verantwoording die in het scientific management zo essentieel waren.60 In de interne correspondentie signaleert Yates onder meer het verdwijnen van aanhef en groet en de opkomst van het memo. Dat laatste dateert zij op circa 1913, maar al in 1910 beveelt het Stenographer's and correspondent's handbook aan om, in plaats van een word memorandum, een formulier te gebruiken waarop met een simpele check-mark ('afvinken') gewerkt kan worden: "In this way useless equipment and fruitless labor will be eliminated."61 Nieuwe mensen Een van Yates' bevindingen is that "the single factor immediately related to the emergence of communication as a managerial tool was the intervention of a strong manager championing the new theories".62 Ook in onze studies troffen we "sterke mannen" aan, naast één markante vrouw: Stempels (Duinwaterlei ding), Van Mierlo (in Tilburg), Mees (Nederlandsche Bank), Frits Isaac (Bijen korf), Nel Lefèbre (Billiton). De heren behoorden tot de door Yates genoemde committed managers, de dame is een uitzonderlijke representante van de systematizers in archivering en documentatie.63 Die stonden dichtbij de organisa tieadviseurs en efficiencydeskundigen - nieuwe professies van specialisten in kantoororganisatie en bedrijfsadministratie, voorafgegaan door (en soms voort gekomen uit) de accountants.64 Maar deze ontwikkelaars van methoden, tech nieken en systemen konden alleen slagen als ook de gebruikers meewerkten.65 Het zijn mensen die archieven vormen en gebruiken. Nieuwe methoden en nieuwe technologie zijn belangrijke archivaliseringsimpulsen66, maar op zichzelf nog onvoldoende voor een omslag in besturen door registratuur. Terecht vormt acceptatie in een sociaal systeem een van de belangrijkste factoren voor de ver- brei ding van innovaties in het door Everett Rogers ontwikkelde model.67 Dat sociale systeem wordt mede bepaald door de cultuur van de organisatie, waarin de eerder genoemde opinion leaders ook andere 'nieuwe mensen' -innovators en early adaptors- moeten zien te enthousiasmeren om uiteindelijk samen met de early majority de rest van de organisatie mee te krijgen. Door onderzoek van mensen en hun organisatiecultuur in heden en verleden kunnen we komen tot uitspraken over een effectieve en efficiënte archiefvorming.68 Dat is de maat schappelijke opdracht aan de archiefwetenschap. CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: PRAKTIJK 59 M.S.C. Bakker, 'Beheerst innoveren', in: H.W. Lintsen (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, 6 (Zutphen 1995) 78-84; Van den Ende, 'Kantoor en informatietechnologie', 223. 60 Van den Ende, 'Kantoor en informatietechnologie', 249. Hierna N. Lehmann, 'Besturen door registratuur bij de gemeentelijke gas- en elektriciteitsfabrieken te Tilburg; H. Waalwijk, 'Besturen door registratuur bij De Nederlandsche Bank'. 249. 61 [S. Roland Hall], The stenographer's and correspondent's handbook. A reference work on stenographic and typewriting methods, business correspondence, diction, modern office practice, postal information, and allied subjects (Scranton, Pa., 1910) 289. 62 Yates, Control through communication, 273. 63 P. Schneiders, De bibliotheek- en documentatiebeweging 1880-1914; bibliografische ondernemingen rond 1900 (Amsterdam 1982); Ketelaar, 'Zaalberg en Otlet'. 64 Bloemen, Scientific management; Van den Ende, 'Kantoor en informatietechnologie', 212, 234, 242-247. 65 Van den Ende, 'Kantoor en informatietechnologie', 214. 66 Ketelaar, Archivalisering en archivering, 12. 108 ERIC KETELAAR BESTUREN DOOR REGISTRATUUR, 187O-I94O 67 E. Rogers, Diffusion of innovations (New York 19833); Baudet, Een vertrouwde wereld, 144-148; C. Heath en P. Luff, Technology in action (Cambridge 2000). 68 Ketelaar, Archivalisering en archivering, 11. 109

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 55