verstande dat er, zoals al eerder werd vastgesteld, niet meer van archiefbestan den), maar van gegevensbestanden wordt gesproken en niet meer van de gege- venscontext maar van de informatiecontext. Het contextbegrip in de 'Korte introductie'30 Behalve binnen PIVOT en het project MLG is de discussie over het contextmodel ook binnen de Archiefschool gevoerd. Gevolgen van die discussie vindt men onder meer terug in mijn 'Korte introductie'. Hier wordt context gepresenteerd als één van de drie analytische concepten die bij de analyse van archief worden gebruikt, naast structuur (de relaties tussen de archiefdocumenten) en vorm (de relaties van de gegevens binnen het document).31 Het object wordt gedefi nieerd als archief, opgevat als een bepaald type informatie, namelijk proces gebonden informatie. Archief in de betekenis van procesgebonden informatie is een soortnaam en kan worden opgevat als archiefdocument, maar ook als archiefsysteem. Context wordt gedefinieerd als de samenhangende omgevings elementen die bepalen hoe het archief wordt gegenereerd, gestructureerd en bevraagd. De manier waarop context wordt gespecificeerd wijkt niet erg af van de manier waarop dat in eerdergenoemde modellen en definities werd gedaan. Afwijkend is dat wat elders context of externe context heet hier logische context wordt genoemd, ter onderscheiding van de materiële of fysieke context, die bestaat uit de locatie van de informatie, de verpakking en de drager. Bij nader inzien moet ik vaststellen dat dit onderscheid eerder verwarring schept dan ver heldert. Wat hier fysieke context wordt genoemd kan beter worden opgevat als een onderdeel van de fysieke structuur, zodat logische context weer gewoon context kan heten. De (logische) context van archiefdocumenten wordt gedefinieerd als de omgevingselementen die bepalen waarom en hoe archiefdocumenten worden gegenereerd, gestructureerd en bevraagd. Hij wordt onderverdeeld in een functio nele, een organisatorische en een administratieve context. Deze driedeling komt min of meer overeen met de driedelingen in de andere modellen. De functionele context wordt gevormd door de doelstellingen van de organisatie, de taken die ze op zich heeft genomen om die doelstellingen te realiseren en de activiteiten die zij ter uitvoering van die taken ontplooit. De organisatorische of procedurele context is de formele structuur van de organisatie, de interacties tussen de ver schillende actoren en de inrichting van de werkprocessen die de manier bepalen waarop de activiteiten worden uitgevoerd. De documentaire context van MacNeil ontbreekt (vorm en structuur worden niet tot de context gerekend) evenals de gegevenscontext van Hofman en de informatiecontext van PIVOT. In plaats daarvan onderscheidt de 'Korte introductie' een administratieve context, die wordt gedefinieerd als de administratieve organisatie (die in de eerdergenoemde benaderingen van de organisatorische context deel uitmaakt, wat eigenlijk voor de hand ligt) en het archiveringssysteem. De sociaal-culturele context: Ketelaar De hierboven beschreven archivistische contextmodellen hebben alleen betrek king op die factoren die het ontstaan, de structurering en de bevraging van archief direct bepalen. De omgevingselementen die deze factoren beïnvloeden en dus indirect op het ontstaan, de structurering en de bevraging van archief invloed uitoefenen of, meer concreet, de factoren die bepalen wat wordt gearchi veerd en hoe wordt gearchiveerd, blijven daarin buiten beschouwing. Het is Ketelaar die in verschillende publicaties het tot dan toe vrijwel nog braak liggen de terrein van de sociaal-culturele context heeft geëxploreerd. Of en hoe hande lingen in archieven worden vastgelegd wordt mede bepaald door de sociaal en cultureel bepaalde software of the mind, die ook een rol speelt in de volgende stadia van archiefverwerking en archiefgebruik, stelde Ketelaar in zijn Amster damse oratie. "De oorspronkelijke context waarin de archiefvormer het archief vormde is sociaal en cultureel bepaald. In de ene organisatie archiveren mensen anders dan in de andere en binnen één en dezelfde organisatie doen de accountants het anders dan de juristen en die weer anders dan de ingenieurs." Er zit niet alleen een context om archief, er zit ook een context om deze context. Ketelaar pleit voor een archiefwetenschap die in samenwerking met de organisa tiesociologie, de organisatieantropologie en andere disciplines ook de mensen en hun organisatiecultuur onderzoekt.32 Hij heeft inmiddels de daad bij het woord gevoegd en er met zijn studenten een begin mee gemaakt: de resultaten van hun onderzoek worden elders in dit jaarboek gepresenteerd. De contextbenaderingen van ICA/CER, UBC en -opnieuw- Hofman Wat de projectgroep MLG op het nationale niveau geprobeerd heeft, is door het Committee on electronic records van de ICA (ICA/CER) op internationaal niveau gedaan: het herformuleren van enkele kernconcepten van de archivistiek met het oog op toepassing op digitale bestanden. In 1997 publiceerde dit Committee, waar ook Hofman deel van uitmaakte, zijn Guide for managing elec tronic records from an archival perspective. In deze Guide wordt met betrekking tot het contextconcept vastgesteld dat het gerelateerd is aan de omgeving van het archiefdocument in zijn ontstaansfase - dat is: de functie waardoor het archief document is gegenereerd.33 Onder context worden hier dus niet de omgevings factoren zelf verstaan, maar de gegevens die naar die omgevingsfactoren verwijzen en die als metadata aan de boodschap moeten worden toegevoegd om die boodschap voor de ontvanger begrijpelijk, authentiek en betrouwbaar te maken.34 Het Committee stelt vast dat er minstens drie soorten contextgegevens kunnen worden onderscheiden: de contextinformatie in de archiefdocumenten zelf (bijvoorbeeld de handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar), de rela ties tussen het archiefdocumenten en andere archiefdocumenten in het archief en de activiteit waardoor het archiefdocument werd gegenereerd. We herkennen een aantal contextelementen die in eerder genoemde modellen bijvoorbeeld tot de functionele context, de documentaire context, de administratieve context en 25 CONTEXT EN FUNCTIONEEL INSTITUTIONEEL ONDERZOEK: THEORIE 30 Thomassen, 'Korte introductie', 11-20. 31 Ibidem, 15-16. 32 F.C.J. Ketelaar, Archivalisering en archivering. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam op vrijdag 23 oktober 1998 (Alphen aan den Rijn 1998) 9-11. Zie ook zijn 'De culturele context van archieven' elders in dit jaarboek. 24 THEO THOMASSEN HET BEGRIP CONTEXT IN DE ARCHIEFWETENSCHAP 33 Committee on electronic records, Guide for managing electronic records from an archival perspective, ICA Studies 8 (Feb. 1997) 22. "As" in de tekst verbeterd in "at". Binnen de commissie zijn het met name Ger trude Long, Ivar Fonnes en Hans Hofman geweest die zich met het contextconcept hebben beziggehouden. 34 Onder metadata verstaan we hier gestructureerde informatie die andere informatie beschrijft en/of ons in staat stelt die andere informatie te vinden en fysiek en intellectueel te beheren (naar Adrian Cunningham, zie: httpwww.archiefschool.nl/metadata/cunning/sld008.htm)

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 13