Traditie en digitaliteit: toegankelijkheid volgens het Proeftuinproject Archiefvormersoverzicht1 rapporten institutioneel onderzoek geven noodzakelijke informatie over de actor. Waar zij zich echter baseren op de PIVOT praktijk van uitvoerig institutioneel onderzoek naar de vorming van overheidsarchieven van na de Tweede Wereld oorlog, kijkt Van Driel naar de beschikbare kennis over archieven die reeds in de depots van archiefdiensten berusten; hij gaat er terecht van uit dat de tijd en bronnen voor een nauwkeurige analyse van handelingen of taken van archiefvor mers in de regel zullen ontbreken. Horsmans model (in hoofdstuk 1) laat echter zien dat beide startpunten, handeling en actor, naar dezelfde archiefbestanden zouden moeten leiden. Het ontwerp en de realisatie van een geautomatiseerd systeem zoals dat Van Driel voor ogen staat en waarvoor Looper en De Vries de noodzaak aantonen, vergen een multidisciplinaire aanpak waarin informatie technologie, archiefwetenschap en communicatiewetenschap bijdragen moeten leveren. Binnen de archiefwetenschap is van groot belang de theorie over meta data en metadatasystemen, waarvan in feite beschrijvingsstandaards als ISAD(G) en ISAAR(CPF) een onderdeel zijn. Informatietechnologie en com municatiewetenschap moeten niet alleen helpen ideeën te realiseren, maar ook inzicht bieden in de beste interactie tussen steeds onpersoonlijker wordende systemen die toegang geven tot archieven en de steeds anoniemer wordende menselijke gebruiker. Dat een institutionele benadering in ruime zin -dus als combinatie van kennis over actor en handeling- zowel effectief als efficiënt is, toont de casus van de Joodse tegoeden, levendig en realistisch door Van Schie beschreven, aan. Alleen door de verwerving van kennis van de actoren in het veld en hun functies konden de relevante bestanden binnen een redelijke termijn opgespoord worden. Zeker zo belangrijk is wat Van Schie laat zien, dat institutionele kennis onmis baar is voor een juiste interpretatie van de bronnen. Geen schokkende conclusie voor vakbekwame archivarissen en historici, maar belangrijk genoeg om boven aan het lijstje van functionele eisen voor geautomatiseerde systemen te zetten, niet zozeer als een dogmatisch wapen tegen de valse profeten van de informatie technologie die met browsers en data warehouses gouden bergen beloven, maar als een kwalitatieve en 'eigen-aardige' bijdrage van de archivistiek tot de verwezen lijking van betere toegang tot hoogwaardige informatie en wellicht ook tot het inzicht dat het ideaal van panoptische toegankelijkheid een illusie blijft. Het in deze bijdrage gepresenteerde Archiefvormersoverzicht is een eenvoudige proefneming in digitale toegankelijkheid. Het behelst de combinatie van een paar stukken archivistische oude koek; een enkel modern beheerinzicht (uit dezelfde grondstof gebakken); en een schep handig toegepaste standaardpro grammatuur. Functioneel regelt het Archiefvormersoverzicht het zoekproces van onderzoekers vanaf het proces van formulering van de vraag tot aan het raadplegen van de primaire en nadere toegangen op de afzonderlijke archieven. Het roert het vraag stuk aan van de representatie van de inhoud van archieven en dat van de begelei ding van de vraagformulering. Twee kernstukken in de gedigitaliseerde onderzoeksbegeleiding en centrale vragen voor de modernisering van het vak. Het Archiefvormersoverzicht is, behalve als een werkend systeem, vooral een bijdrage aan verdere ontwikkeling van op archieven toegesneden zoeksystemen en een bijdrage aan de discussie over het hoe en wat van digitale toegankelijkheid (alias: toegankelijkheid op afstand) voor archiefdiensten. Die bijdrage geeft meer vragen dan antwoorden, meer losse einden dan nette randen. Het project Proeftuin Archiefvormersoverzicht De oorsprong van het door de algemene rijksarchivaris in september 1997 geau toriseerde project Proeftuin Archiefvormersoverzicht gaat terug op ervaringen met het eerdere digitaliseringsproject DiLIAS van de RAD. Dit had als uitkomst een database die gevuld kan worden met beschrijvingen van archivalische eenhe den, naar archief gestructureerd, maar die slecht benaderbaar en doorzoekbaar is. DE CONTEXT EN DE GEBRUIKER 214 1 Het Archiefvormersoverzicht is het resultaat van de gezamenlijke inspanningen van de leden van de projectgroep: Albert Meijer, Inge de Jong, Paul van Dun en schrijver dezes; en van onze oud-collega en Access-tovenaar Jan Andrik. Zonder verder iemand te kort te willen doen -zeker niet mijn Arnhemse collega's, die mijn enthousiasme en chagrijn moesten verdragen en het hunne aan het project bijdroegen- maak ik van de gelegenheid gebruik Hans Hofman te bedanken, die mij de beginselen van het vak bijgebracht heeft en later zelfs mij duidelijk heeft weten te maken dat je archieven en archiefblokken hebt en dat je die niet moet verwarren. Daarmee is hij in zekere zin mede geestelijke vader van het Archief vormersoverzicht. Ook dank aan Gerrit Mentink, die me ooit duidelijk heeft gemaakt hoe de vragen die de onderzoeker ons stelt eigenlijk in elkaar zitten. Een korte aankondiging van het systeem in Archievenblad 101 (1997) oktober, 25-26. De inhoud van deze bijdrage en de geventileerde opinies komen geheel voor mijn rekening en zijn geen resultaat van overleg met andere leden van de voormalige projectgroep. 215

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2000 | | pagina 108