teem heeft gedaan, in de vorm van de beheersgegevens, als onderdeel van de metadata. Na overbrenging neemt een archiefdienst een aantal functies van het oorspronkelijke archiveringssysteem over, met respect voor het voorafgaande. Meestal voert een archiefdienst additioneel beschrijvingswerk uit; het zet in alle gevallen bewaring voort. Selectie heeft in de regel al voor overbrenging plaats gevonden; van verwijdering is geen sprake meer. Aan welke prestatie-eisen (kwaliteitseisen) moeten archiveringssystemen en archiefdiensten voldoen? Liggen die eisen voor dezelfde processen op hetzelfde niveau voor een archiefdienst als voor het oorspronkelijke archiveringssysteem? Voordat we nader op die vragen kunnen ingaan, zoeken we naar een bruikbaar referentiekader voor een archivistisch kwaliteitsysteem. We ontlenen dat aan een nauw aan de archivistiek verwante wetenschap: de informatiekunde. Referentiekader De meest recente en uitvoerige beschouwing in het Nederlandse taalgebied over kwaliteit van informatiesystemen is de gids Kwaliteit van producten,31 De auteurs baseren zich op toonaangevende binnen- en buitenlandse literatuur, alsmede op ISO standaards. Ook Bemelmans32, aan wie veel van het hierna vol gende is ontleend, steunt op in hoge mate op de gids van Delen c.s. Uit het Engelse taalgebied is gebruik gemaakt van het handboek van Davis en Olson.33 Dit hoofdstuk bespreekt kort en in algemene termen de onderscheiden kwali teitsattributen. Omdat het hoofdstuk een samenvatting is van informatiekundi ge theorie, hanteert het termen uit de informatiekunde. Dikwijls spreken die voor zich, of zijn ze hiervoor toegelicht, zoals het begrip informatiesysteem. Het zou dan ook niet al te moeilijk mogen zijn een vertaalslag te maken naar een archiefomgeving en een beeld te vormen van de mogelijke relevantie. Soms is die vertaalslag minder gemakkelijk te maken. Wat is, bijvoorbeeld, een applicatie en wat is applicatieontwikkeling; zijn daarvoor equivalenten in de archivistiek. Hoewel deel 2 daarop nader zal ingaan, helpt het de verstaanbaarheid van dit hoofdstuk wanneer een enkele van deze termen wordt toegelicht. Een applicatie is een afgebakend deel van de (geautomatiseerde) informatie voorziening dat een bepaalde bedrijfsactiviteit van informatie voorziet. Applicatie kan hetzelfde zijn als een informatiesysteem, het kan ook een onder deel van een informatiesysteem zijn; dat ligt aan een aantal beheersfactoren die er hier niet toe doen.34 Verschillende applicaties kunnen met eenzelfde database werken; de ene applicatie kan bijvoorbeeld gegevens invoeren, een andere appli catie kan juist ontworpen zijn om de database te bevragen. 96 Applicatieontwikkeling is dus het ontwerpen en bouwen van een informatiesys teem, of een deel van een informatiesysteem. Wanneer we het archief als infor matiesysteem zien, is applicatieontwikkeling het ontwerpen en realiseren van functies voor archiefbeheer en toegankelijkheid; anders gezegd, het ontwikkelen van een archiveringssysteem (recordkeeping system) Kwaliteitsdimensies Men kan vanuit twee gezichtspunten naar kwaliteit kijken, vanuit het perspectief van de afnemer van het product, of vanuit het perspectief van de leverancier. Dat geldt voor kwaliteit in het algemeen en in het bijzonder voor kwaliteit van infor matiesystemen. Elk van deze kanten heeft weer twee aspecten. Aan de gebruiks- kant gaat het zowel om de kwaliteit van de informatie zelf, als om de kwaliteit van het systeem dat de informatie levert. Anders gezegd: hoe goed is wat ik krijg, en hoe goed is de manier waarop ik het krijg. Aan de producentkant is de econo mische kwaliteit van het systeem van belang, de afweging van gemaakte kosten tegen wat het oplevert: hoe efficiënt levert het systeem de informatie. Delen c.s. hanteren een indeling in vier dimensies: de procesdimensie, de stati sche productdimensie, de dynamische productdimensie en de informatiedimen sie. De procesdimensie betreft de kwaliteit van de werkzaamheden, het proces waarmee de producten tot stand gebracht worden. Een kwalitatief hoogwaardig proces maakt de kans op kwalitatief goede producten groter. In de procesdimen sie onderkennen ze twee partijen, die beide de kwaliteit kunnen beïnvloeden: de systeemontwikkelaars en de opdrachtgever, i.e. de gebruiker.35 De statische pro ductdimensie heeft betrekking op de kwaliteit van de applicatie vanuit beheers- perspectief. De dynamische productdimensie betreft de kwaliteit van de applicatie vanuit gebruiksperspectief. De informatiedimensie betreft de kwaliteit van de informatie die het systeem levert.36 Elk van de dimensies kent een aantal kwaliteitsattributen; kwaliteitsattribu ten kunnen verder zijn onderverdeeld in kwaliteitsaspecten. De tabellen op pagina 90 geven een overzicht van de kwaliteitsdimensies, -attributen en aspec ten. In deel 2 zullen we ze nader toelichten en waar nodig archiefspecifiek uit breiden. De procesdimensie blijft verder vrijwel buiten beschouwing, omdat in dit artikel vooral de kwaliteit van de informatie en de informatiesystemen centraal staat. Voor een volledige archivistische kwaliteitstheorie is deze dimensie uiteraard niet minder van belang. DE KWALITEIT VAN HET ARCHIEF EN HET ARCHIEFBEHEER 3. Kwaliteitsdenken in de informatiekunde 31 Delen, Kouwenhoven, Rijsenbrij, a.w. Aanvullend is: H.J. Kouwenhoven, J.J.P.van Hulzen, D.B.B. Rijsenbrij, Kwaliteitsinspectie, ontwikkelproces, ISO 9000 serie (Rijswijk, 1991). 32 Bemelmans, a.w. Het tekstboek van Bots grijpt weer terug op (een oudere druk van) Bemelmans: J.M. Bots, E.van Heck, V.van Swede, Bestuurlijke informatiekunde. Een praktisch studie- en handboek voor de mondige gebruiker van informatiesystemen (Rijswijk, 1990). 33 G.B. Davis, M. Olson, Management Information Systems. Conceptual Foundations, Structure and Development (New York, 19852), in het bijzonder pp. 603-628. PETER HORSMAN ARCHIEFSYSTEMEN EN KWALITEIT 34 Zie hiervoor noot 8. Het begrip informatiesysteem kan zowel ruim als beperkt worden opgevat. In ruime zin is het een aspectsysteem van een organisatie, de gehele informatievoorziening. In beperkte zin is een aaplicatie of een samenhangend stelsels van applicatie dat een bepaald deel van de informatievoorziening voor zijn rekening neemt. In Nederland wordt het meestal in de tweede betekening gebruikt; in Noord- Amerika meestal in de eerste betekenis: een goede voedingsbodem voor misverstanden. 35 Deze procesdimensie krijgt slechts summiere aandacht. 36 Een vergelijkbare indeling vinden we bij Bemelmans, die ook onderscheid maakt tussen kwaliteitseisen voor het product informatie, en voor het systeem; de laatste groep deelt hij in tweeën, in gebruikseisen en beheerseisen. 97

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 1999 | | pagina 50